Zomer van Antwerpen: De goeie, de slechte en de lelijke van MartHa!tentatief starten haperend én vol overgave
Bart Van Nuffelen schrijft en regisseert een tekst die gloeit van de pijn en van de warme Antwerpse klanken en gaat over de grootse emoties van kleine mensen die in een betonnen woestijn (over)leven. Het stuk speelt op een weids terrein waar het intieme spel (nog) niet altijd floreert.
The Play =De goeie, de lelijke en de slechte
Gezelschap = MartHa!tentatief
In een zin = Bart Van Nuffelen schrijft en regisseert een tekst die gloeit van de pijn en van de warme Antwerpse klanken en gaat over de grootse emoties van kleine mensen die in een betonnen woestijn (over)leven. Het stuk speelt op een weids terrein waar het intieme spel (nog) niet altijd floreert.
Hoogtepunt is de apotheose waarin alle spelers eindelijk op het centrale speelvlak staan en het hart van elke toeschouwer raken met een scène die tegelijkertijd acrobatisch, tragisch en visueel prachtig is.
Quote = ‘Iedereen heeft hier wel een reden om geen kind meer te zijn’
Meer info: www.marthatentatief.be
‘Park Spoor Oost’, een vergeten stukje Antwerpen in de oksel van de Noordersingel (en vlakbij het Sportpaleis), ligt er zinderend zonnig bij op de première-avond van De goeie, de slechte en de lelijke. Bart Van Nuffelen schreef de tekst in 2009 in opdracht van Het Gevolg. Regisseur Nathalie Roymans maakte daar toen een pezige voorstelling van over de rauwheid van jonge rakkers die moeten opgroeien in een ruwe volksbuurt.
Anno 2015 wilde Van Nuffelen de tekst graag zelf ensceneren en wel ín zo een buurt waarover zijn ‘western in een betonnen woestijn’ gaat. Borgerhout werd de place to be. Net niet in de schaduw van het Sportpaleis en omringd door flatgebouwen waar te veel moeders met te fel gekleurde haren de miserie uit hun leven (trachten te) poetsen, pootte hij op een verlaten terrein van de NMBS een enorme tribune neer. Met zicht op de spoorwegen, veel betonvlaktes en wat verdwaalde struikjes. Voor de tribune plaatste hij zijn kameraad Johan Petit (die de wereld met melancholische blik en ratte, poëtische tong het hoofd biedt) én Bart Hollanders (die vanachter zijn brilglazen met lachende sloeberogen het leven stoutmoedig in de ogen kijkt.) De twee hebben een totaal ander spelritme maar dat komt wonderwel overeen met de personages die ze vertolken: Hollanders is Roel (Rello voor de vrienden en de vijanden) en Petit is Rello’s stiefbroer. Oftewel: de slechte en de goeie. ‘De lelijke is wat later.’
De twee kapoenen bezitten weinig meer dan een stukje braakland en een halve boom om hun jeugdjaren op te fleuren. Thuis is er vooral ellende en geruzie. Rello is de leider van ‘zijn’ bende. Daar komt verandering in van zodra ‘den Amerikaan’ ten tonele verschijnt. Die jongen maakt hem zo jaloers dat de stoppen doorslaan bij Rello. Met dramatische gevolgen.
Van Nuffelen vertelt dit verhaal – waarin elk woord zorgvuldig gekozen is en elegant balanceert tussen de taal van het hart en het dialect van ‘A’ – met flashbacks. Dat werkt aanvankelijk wat verwarrend maar zorgt gaandeweg voor spanning en ritme. Zo behendig Van Nuffelen in zijn tekst schakelt tussen heden en verleden, zo stroef schakelt hij als regisseur tussen de weidse scènes (waarin de struiken en betonvlakters ‘meedoen’) en de intiemere vertelscènes (vlak voor de tribune). De intieme scènes zitten hem (en de acteurs) als gegoten. Hollanders is een plagerige boom van een kerel die de wat kleiner uitgevallen Petit met zichtbaar plezier jent en daardoor van vonkend tegenspel dient. Maar de overgang tussen de scènes schuurt soms en de compositie van de weidse beelden (waarin Van Nuffelen ook de ‘bendeleden’ – vertolkt door enkele stevige breakdancers – een rol geeft) zit nog niet helemaal lekker. De Amerikaan (gespeeld door Kwinten Van Heden) daarentegen, die met zijn rolwagentje de scènes doorkruist, is een gouden zet die intrigeert tot het slot.
Tijdens de première werd er af en toe nog een flard van de prachtige tekst vergeten, niet alles was even goed verstaanbaar door het omgevingslawaai en tijdens die weidse scènes was het spel van de twee hoofdrolspelers niet steeds goed afgestemd op het wat vage spel van de breakdancers. Desondanks is De goeie, de slechte en de lelijke een aandoenlijke voorstelling met een groot hart voor de koekenstad en haar bewoners en met een fabuleuze, hartverscheurende apotheose. Het is een slotscène die de schrijnende gevolgen toont van lelijk bevonden te worden door de samenleving terwijl je alleen maar probeert een schoon en goed mens te zijn. Zoals de vele mensen die samenhokken in de appartementen aan de rand van Park Spoor Oost.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier