Guido Lauwaert

Theater: Lucifer, Theater Zuidpool

Guido Lauwaert Opiniemaker

We vertoefden even in de hemel. Met dank aan de meesterlijke enscenering van Vondels Lucifer door Theater Zuidpool.

Hoewel hielspoor een pijn zo scherp en smerig door het lichaam joeg en de geest bezette, zodat wij nauw’lijks een veter konden knopen, lieten wij ons voeren door d’ijz’ge kou van ’t goede Gent naar ’t kwade Antwerpen, alwaar een stuk toneel van den heer Joost van den Vondel werd opgevoerd. De cast was veelbelovend. Dame Sofie Decleir en de heren Koen Van Kaam en Jan Decleir, vader van de eerder al genoemde mooie freule, hadden voor het meesterwerk van Joost gekozen, Lucifer ( * * * * ), dat menig student ten tijde der hoogtij van schooltoneel geserveerd kreeg op zijn bord.

De poppenmens

Huisvriend Lucifer is een man naar ons zwak maar kloppend hart. Hij neemt niet zomaar het balken van de baas voor waar, noch plooit hij zich naar zijn dwaze kuren maar denkt na en roespeteert nog voor het eten is verteerd. Helaas, mijn hartsvriend beging een grove fout. Hij sloeg tilt en wilde God een lesje leren.

Zo is het gegaan. Volgens Joost, al werd er veel ballast geloosd, ter wille van de korsten kaas en ’t fletse bier dat al na een uur verhaal in het kombuis ter tafel ging. En ook Decleir, Decleir en Van Kaam liepen liever niet een marathon, dus hadden zij mes en schaar gezet in Vondels vondst.

Volgens Joost dus, verzuipt God in zelfgenoegzaamheid over zijn laatste daad, het kleiden van een pop die hij tot dansen ende schransen brengt met één ademstoot uit zijn gestichte keel. De overgrote meerderheid der engelen was opgetogen. Staande ovaties en kreten vlogen in het rond. Bravo! Geschapen naar uw beeld en weeld! Wonderschoon! Op een detail na, de neus, die kon iets beter, maar toch, hij lijkt op u, hemelse Vader! Hij is de aardse Heer! Wonderlijk! ’t Werk van een genie!

God was zo gecharmeerd door de zotte lof dat hij de poppenmens nog meer verwende. Hij schonk hem een hof waarin lof en loof zouden gedijen en zijn richting kiezen. Hij was zo opperbest gezind dat hij de goede man een speelgoed gaf, een vrouw. Hij noemde de man A, en voegde er de plaats aan toe vanwaar de klei afkomstig was, een dam. De vrouwsnaam bleef vaag, Eva, wat slaat op wat hij dacht toen hij haar zag, in de pracht van hare blote vacht: é va! O la la! Man man man, geen die het beter kan!

De luiheid waarin God verzonk na ’t gevlij van neven en nichten, vrat aan ’t gemoed eener minderheid van verwanten. Broed sloop in hun gemoed. Ook de verwenning van zijn laatste worp stond hen niet aan. Daarom eisten zij na fris gekonkel in een duister hoekje, waar geen wind hun woorden troonwaarts voeren kon, dat God de mens zijn goddelijke status ontnemen zou, zoniet was een strijd geboden en zouden zij de Heer der Heren ontdoen van kroon en troon, en zelf zwaaien met de scepter. Hun jammerklachten bereikten niet eens Gods boudoir. Zijn contente neven vergaderden en vreesden voor hun centen. Een kardinaal werd fluks gezonden naar de generaal der malcontenten.

Een seconde later stond Gabriël, een gewiekst politicus, voor Lucifer, een hete koppigaard en chef met vijf sterren op zijn kraag. Zinnen, d’ene koud, d’and’re stout, vlogen over en weer, maar geen van hen wou wijken. Typisch voor de rijken.

Ook Rafaël, een diplomaat in allerbeste staat, vond Lucifer noch Belzebub en Belial, de kolonels der revolten, bereid tot toegeving, al was het maar in schijn. Ze mochten blijven vliegen in de hemel als ze voortaan geen kemel meer zouden schieten.

Ten einde raad stond zelfs Michaël op – en bond een harnas en wat wapens aan. Hij schoof een dik gordijn open en toeterde een keur aan vloeken en verwensingen naar Lucifer en zijn allumeurs. De koppigaards en kopten voort, een strijd werd voorbereid.

Sprekende doden

En toen, en toen ging Lucifer neer. Al leek hij dood, hij hield een slotbetoog, waarin zijn opgang een neergang was, dat zag hij nu in. Hoogmoed! O hoogmoed, kind van Ambitie en Jaloezie!

Maar, maar hoe kon de welbeminde snoodaard preken, dood is dood? Een goeie vraag. Van wie, van wie? Hij verdient het verzameld kroost van Joost. Het antwoord is zo simpel als een pasgeboren rimpel, en even driftig bonst het als de vondst. Poppen! – Na overleg met de acteurs en hun coach Jorgen Cassiers, was Frans Heirbaut in zijn atelier aan het masseren en monteren gegaan. Uit een pap van pulp schiep hij de oversten der beide kampen, gaf ze naar eigen geest een feest van kleur en in de rug een handvat. Drie acteurs kregen aldus zeven rollen klein, al konden het er ook acht of negen zijn. Wie vrij was nam een pop en hop! de planken op en breien maar.

De voorstelling in Theater Zuidpool, dat zijn naam niet had gestolen, hield het midden tussen opera-comique en ballet-tragique. De kluchtigheid van het spel, gekoppeld aan het gesol met de poppen maakte alles zo waarlijk alsof het leek dat elkeen in de zaal getuige was van wat gebeurde in de hemel. In de hemel? Ja, in de hemel. Mensen werden acteurs en acteurs engelen, halfgoden. Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Hij/zij werd assistent van de prominent. Een prachtvertoning. Want elk kent zijn rol en speelt zijn deel met verve.

Miraculeus fenomeen

Tot slot, beste lezer, een merkwaardig fenomeen. Nog maar begonnen met hun spel of daar verdween mijn pijn. Doch eenmaal het applaus eraus of hij drong zich weer op, feller dan voorheen, alsof mijn hielspoor iets in te halen had.

Het kwaad kwam echter veel te laat. Mijn humeur was dusdanig opgewaardeerd dat ik mijn pijn ervoer als iets dat ’t midden hield tussen ’t loeien van een koe met volle uier en ’t geboer van ’n kruier zonder ballen aan zijn lijf. Besluit: dit spel is goed voor gezonden en gezalfden, voor wie krank is en zweert onder zweren, geërfd van een nazaat van pater Damiaan. Voor armen van geest en al te welbewuste rijken. En ook, voor wie nog niet de kunst verstaat van strijken.

Guido Lauwaert

Lucifer – Vondel – productie Theater Zuidpool – www.zuidpool.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content