Els Van Steenberghe
Theater: Happymess, Compagnie Barbarie
Als zeven ongelukkige vrouwen hilarisch en bevreemdend over het toneeltapijt schuifelen…
Grienen. Snikken. Schokschouderend huilen. Sniffen. Lonken. Loeren. Schuifelen. Vezelen. Kruipen. Vreten. Snuiten. Blazen. Bijten. Kotsen. Niets is de mens te veel om in volle glorie ongelukkig te zijn.
De zeven ‘zotte’ tantes die sinds 2007 samen het collectief Compagnie Barbarie vormen, zetten het ongeluk in Happymess ( * * * ) met bravoure op de scène. Hoewel, bravoure is misschien een te uitbundig woord voor de doffe ellende die van de scène waaiert.
Scheve kijk
De dames lieten voor het eerst van zich horen in 2007. Toen besloten ze om hun regelmatige ‘koffie-met-taart-kletsen’ en hun kaartavonden om te zetten in heuse, professionele toneelrepetities. Die ‘dames’, dat zijn: Ruth Beeckmans, Evelien Broekaert, Liesje De Backer, Karolien De Bleser, Amber Goethals, Lotte Vaes en Sarah Vangeel. Zij ontmoetten elkaar in de toneelopleiding van het RITS en herkenden bij elkaar een voorkeur voor toneel ‘met een scheve kijk op de werkelijkheid’.
Wij lachen met onze angsten, onze kwellingen, onze onvervulbare wensen en de absurditeit van dit alles. De schoonheid ontdekken van de lelijke kantjes gaat bij ons gepaard met de relativering van dit alles en resulteert in een stevige lachsalvo. Deze mix van humor met inhoud en inhoud met buikgevoel: dat is Compagnie Barbarie.
In tegenstelling tot wat u mogelijk vermoedt, doen deze dames er graag het zwijgen toe:
Wij zijn ervan overtuigd dat een inhoud zich niet per definitie moet vertalen in gesproken tekst, maar dat er zich veel meer vormelijke mogelijkheden kunnen aandienen om een inhoud over te brengen naar een publiek. De wijze waarop men iets zegt, is een onlosmakelijke verbintenis tussen inhoud en vorm, steeds gevoed vanuit het gekozen materiaal.
In hun creaties wordt er amper gesproken. In 2007 spreidden ze synchrone zwemkunsten tentoon in Undertwasser wasserwasser, een voorstelling geïnspireerd op de spraakmakende documentaire Watermarks (2004). In die documentaire bezoekt de cineast Yaron Zilberman acht Weense vrouwen die topatletes (discipline: zwemmen) waren tijdens de jaren 1930. Compagnie Barbarie maakte er een bitterzoete voorstelling van over haantjesgedrag en strebers.
In 2009 lieten de ‘Barbariedames’ zich van een andere, weliswaar even absurde en droogkomische, kant zien in Too far east is west. In de sporen van 19de eeuwse ontdekkingsreizig(st)ers en hedendaagse toeristen gingen ze in de tragikomische en bevreemdende creatie op zoek naar de noodzaak van het reizen en het ontvluchten van het dagdagelijkse leven. Ook hier werd de stem eerder ingezet als ‘instrument’ dan als communicatiemiddel.
Dof, ongelukkig en hilarisch (soms)
Happymess is even bevreemdend en tragikomisch als de eerdere creaties. Happymess is een zorgvuldig opgebouwde estafette van (onder andere) huil-, staar- en mopperscènes.
De dames spelen in een vaalkleurig decor, een soort troosteloos clublokaal met spuuglelijk tapijt. De kleur ervan laat zich nog het best vergelijken met de kleur van ‘grootmoeders gaine’. Die gaine schittert trouwens als een van de weinig flatterende kostuumonderdelen van de dames. De kostuums maken de zeven personages dof, ellendig en hulpeloos. Plastic, doorzichtige regenjasjes maken het geheel af.
De voorstelling ontplooit zich subtiel én hilarisch. Dit in volstrekt stilzwijgen. Enkel een eentonig deuntje doorbreekt de tristesse van het bestaan van deze vrouwen. Zij lijken in een clublokaal bij elkaar te troepen. Om samen ongelukkig te zijn, elkaar in alle stilte te treiteren, te begapen of om samen een ballon uit de lucht (trachten te) vissen.
De spanning waarmee de eerste scènes zo knap zijn opgebouwd (het ritueel uitrollen van een rood lopertje, het verlekkerd staren naar Jezus Christus’ kruis, het hartverscheurend janken bij een kacheltje, …) maakt langzamerhand plaats voor een gelaten sfeer. Het monotone, dieptreurige leven van de dames – waarin slappe thee slurpen zowat hét summum is -, dreigt de sfeer van de voorstelling aan te tasten. Daar steekt Ruth Beeckmans een stokje voor. Zij vertrekt naar het bos en hoopt er de zin van het bestaan van de grond te rapen. Onder andere.
Kiem van een stijl
Het ritme in Happymess hapert en de slapstick is soms te slap om echt hilarisch te zijn. Maar de dames van Compagnie Barbarie zetten in Happymess wél zeven heldere personages neer die samen een evenwichtig, grappig en herkenbaar theaterportret van het treuren verbeelden.
Deze derde creatie van het collectief toont bovendien een stevige kiem van wat een ‘stijl’ zou kunnen genoemd worden. Dit collectief brengt beeldend toneel waarin niet het woord, het decor, de kostuums, het licht of de muziek allesbepalend zijn. Het is hun ongewone maar revelerende kijk op het leven die voor de eigen stempel zorgt. Dat dit niet in flets exhibitionisme verzandt, heeft te maken met de chemie tussen de dames, hun zelfrelativering, hun spelplezier én hun gevoel voor absurde, bevreemdende scènes. Nu dat gevoel voor ritme en echte slapstick nog bijschaven.
Els Van Steenberghe
Happymess, Compagnie Barbarie. Gezien op 24 maart 2011. Meer info: www.compagniebarbarie.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier