‘Para’: toptheater dat als een ‘splinterkogel’ ontploft in je geweten

© Thomas Dhanens
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Bruno Vanden Broecke herinnert ons er nog maar eens aan waarom hij een van de grootste acteurs van zijn generatie is. Hij keerde zichzelf binnenstebuiten om ons in Para (KVS) als de bittere maar innemende Nico Staelens mee te tronen in de onthutsende wereld van de paracommando’s.

The Play = Para

Gezelschap = KVS

In een zin = In ‘Para’ bewijst Bruno Vanden Broecke een van de grootste acteurs van zijn generatie te zijn. Zijn doorleefde vertolking intrigeert, weekt empathie los voor een donkere bladzijde uit de geschiedenis van de Belgische paracommando’s én hij belichaamt tegelijk de eenzaamheid en de achterdochtigheid waaronder onze samenleving kreunt.

Hoogtepunt = Het moment waarop de herinneringen Staelens overmannen. Dat doet iets met de man én met het decor…

Quote = ‘In een hol vat kan je veel steken.’

Meer info: www.kvs.be

Terwijl het publiek de zaal binnenkomt, arriveert ook Nico Staelens. Via een deur in de achtermuur van de scène (tevens de achterwand van het KVS-gebouw). Lichtbruine bottines, aansluitende jeans, bordeauxkleurig T-shirt met V-hals dat zijn brede torso mooi aflijnt en een opvallend crèmekleurige, gewatteerde winterjas. Hij stapt als een man die geleerd heeft dat onder elke vloertegel een landmijn kan liggen. In de coulissen doet hij zijn jas uit en blijft wat rommelen tot het zaallicht dooft.

Dan stapt hij de scène op. Alwéér met dat opvallend stapje dat er blijkbaar in gedrild is: altijd op uw hoede zijn voor landmijnen! De vloer oogt als een snel gelegde parketvloer. Staelens zet zijn kartonnen doosje neer, draait zich naar ons, kruist de armen voor zijn borst en zorgt dat zijn benen toch minstens twintig centimeter uit mekaar staan. Terwijl hij de Powerpoint test – ‘altijd een spannend momentje, zelfs voor een para’ – heb je even de tijd om te bekomen van de indrukwekkende transformatie die Vanden Broecke onderging. Jaja, hij oogt wat strakker. En ja, hij eigende zich dat stapje toe. Maar de transformatie gaat veel verder dan dat: zijn blik, zijn gelaatsuitdrukking, zijn stem: alles maakte hij net een tikkeltje donkerder, kordater, grimmiger. En denk maar niet dat dat gekunsteld aandoet. Integendeel.

Bruno Vanden Broecke geeft alle informatie op zo een manier dat het een geestdriftige rondleiding wordt doorheen de wereld van de paracommando’s.

David Van Reybrouck voorzag hem van een tekst die barstensvol informatie zit over de maatschappelijke functie van het leger en, meer specifiek, de paracommando’s en de beruchte interventie van Belgische paracommando’s in Somalië in 1992 en 1993. Met zijn slides loodst Staelens ons doorheen alle mogelijke informatie. Van de plek waar de militaire operatie zich afspeelt tot het materiaal – zoals de verschillende soorten munitie – en de opleiding die nodig zijn om zo een operatie te kunnen uitvoeren. Dat klinkt saai. Dat is het niet. Vanden Broecke geeft alle informatie op zo een manier dat het een haast geestdriftige rondleiding wordt doorheen de wereld van de paracommando’s. Wanneer alle informatie gegeven is, is het tijd om te springen. Letterlijk. Staelens doet een klassieke parachutesprong voor, we vallen vervolgens met hem uit het vliegtuig en genieten samen van de stilte. Dan belanden we in de miserie: de eigenlijke interventie in Somalië in 1992-1993.

Vanaf dan schakelt regisseur Raven Ruëll een versnelling hoger. Terwijl alle informatie op een kale scène wordt gegeven, met een stevig staande Staelens, ontplooit het verhaal over de eigenlijke operatie (en de onthutsende details ervan) zich in een verbluffend scènebeeld (o die verraderlijke ‘parketvloer’!) én dankzij een secure regie. Samen met Staelens herbeleef en overdenk je de meest ontwrichtende momenten plus die enkele beschamende voorvallen die de militair geslaagde missie in een barslecht daglicht plaatsten. Tussen alle vertellingen door dropt Van Reybrouck af en toe verluchtende grapjes (oef) én ook korte zinnetjes, soms maar enkele woorden, die een kleine inkijk in Staelens’ privé-situatie geven. Het blijkt een schrale situatie te zijn… Schraal en vereenzaamd. Voorbeeld: in zijn eentje salueren in het midden van de straat (en in het holst van de nacht) voor iemand die hij had willen vastpakken maar hoe je iemand vastpakt, dat werd uit zijn emotioneel geheugen gedrild… Blijkbaar.

'Para': toptheater dat als een 'splinterkogel' ontploft in je geweten
© Thomas Dhanens

Die kleine inkijk tilt het stuk op tot veel meer dan een verhelderende inkijk in het leven van een para. Para toont hoe mensen tot efficiënte machines worden gedrild maar tijdens hun opdracht geconfronteerd worden met het feit dat ze helemaal geen machines zijn. Ze blijven mensen met een hard hoofd en een groot, teer hart dat alle gruwel nauwelijks kan bevatten. Na hun dienst blijken sommigen opgesloten in hun getrainde lichaam… Staelens reflecteert niet over de samenleving zoals pater Vervecke dat deed in Missie (2007, KVS) – die andere succesmonoloog van dezelfde makersploeg – hij ís een burger uit onze samenleving: een eenzame, wat verbitterde mens die lezingen geeft om uit te leggen waarom zijn vergeten missie niet vergeten mag worden. En waarom er tijd moet zijn voor vergeving. ‘Als je niet vergeven wordt, kan je niet vergeven’. Zo wordt de tekst een ingenieus, coherent weefsel van informatie en treffende scènes die enerzijds inzicht biedt in het hoofd en hart van een para én, anderzijds, een pijnpunt van onze samenleving aanstipt: we vertrouwen op regels en commando’s, niet meer op elkaar.

De tekst is een ingenieus, coherent weefsel van informatie en treffende scènes die enerzijds inzicht biedt in het hoofd en hart van een para én een pijnpunt van onze samenleving toont: we vertrouwen op regels en commando’s, niet meer op elkaar.

Het maakt Para tot een stuitende, superbe gespeelde solo die na alle informatie, na alle verhalen over de bewuste operatie, na de inkijkjes in Staelens’ privéleven, …. explodeert in je geweten zoals een ‘5.56’-kogel in het lijf. Zo een kogel, dat leerden we tijdens het ‘informatiedeel’ van de voorstelling, versplintert als het ware in het lichaam. ‘De scherven schieten dan nog weg en weer door het lijf. / Van de lies naar de darmen. / Van de darmen naar de milt. / Van de milt naar de lever. / ’t Is dan flipperkast’. Dat doet ook de voorstelling: als een flipperbal tikt ze al je (voor)oordelen aan over militairen, hun wangedrag, nationale vredesoperaties en de bijhorende wetten en regels.

Nadien is het niet Staelens maar Vanden Broecke die het applaus in ontvangst neemt: met die opgetogen, veerkrachtige stap en dat zachte, open gezicht van hem. Zo incorporeert hij ook nog eens de hoop. Na alles wat er gebeurd is en ondanks alles wat er nog zal gebeuren. Je zou bijna Staelens’ salueer-les in praktijk brengen. Uit respect voor de acteur en voor de mensen die hij met deze monoloog eindelijk een klare stem geeft.

Smaakmaker: klik hier .

Els Van Steenberghe

Noot: de voorlaatste paragraaf van de oorspronkelijk gepubliceerde recensie werd gecorrigeerd en aangevuld met een verduidelijkend citaat uit de speeltekst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content