‘Alice’ van Abattoir Fermé, theater over hoe griezelig het is groot te worden in een fantasieloze wereld
Regisseur Stef Lernous doet iets wat not done is: hij ensceneert zijn eerste literaire liefde. Zo een ‘wandaad’ draait bijna altijd op een mislukking uit. Bijna altijd. Lernous’ bewerking van Lewis Carrolls Alice in Wonderland lijkt de heerlijke uitzondering die de regel bevestigt.
The Play = Alice
Gezelschap = Abattoir Fermé
In een zin = Alice van Abattoir Fermé is een prachtige en prikkelende hedendaagse versie van Carrolls verhaal over een vrouw die liever in haar poppenhuis blijft wonen omdat de wereld niet meer weet waarom fantasieverhalen belangrijk zijn.
Hoogtepunt = Moeder komt op bezoek , klappertandend en ze gruwt ginnegappend van het mannelijk gezelschap en de smakeloze interieurinrichting van haar dochter Alice. Een even grappige als griezelige scène, met dank aan de zalig spelende Kirsten Pieters en de kiene regie van Stef Lernous die steeds minder licht en spullen nodig heeft om gruwelijk schone scènebeelden te maken.
Quote = ‘Ik wou dat ik niet zoveel gehuild had,’ zei ze terwijl ze trappelt om vaste grond terug te vinden / ‘nu zal ik als straf in mijn eigen tranen verdrinken!’ / want het meisje weet niet hoe te zwemmen / niet hoe te drijven / het meisje weet zelfs / niet hoe te stoppen / met huilen
Meer info: www.abattoirferme.be
De grote, houten wandklok met de goudkleurige wijzerplaat tikt. Het is een getik dat niet aan thuis doet denken maar aan ‘ooit, lang geleden’. En zo weet Stef Lernous in het beginbeeld van Alice – op een pikzwarte scène wordt enkel de klok (achteraan op de scène) belicht terwijl op de voorgrond een meisje languit in een dieprode Louis XVI-zetel ligt – de hele thematiek te omvatten die hij in dit stuk speels en verrassend teder aanraakt: het snakken naar een thuis die even behaaglijk aanvoelt als weleer. Ook al is het weleer altijd wonderlijker in de herinnering. Onze herinneringen maken ons verleden niet zelden tot een wonderland waar wij graag – net als Alice – mijmerend in ronddolen.
Lernous dweept al sinds zijn kinderjaren met Carrolls Alice in Wonderland (1865). De aanvankelijke fascinatie voor de fantasievolle wereld waarin de blonde deerne verzeild raakt, verruimde algauw naar de metaforische en sensuele interpretatie van die deerne en haar avonturen. Het boek klakkeloos op scène zetten, zit niet in Lernous’ genen. Alice en haar vrienden simpelweg een griezeljurkje aantrekken, is te simpel en zou het boek alleen maar oneer aan doen. Lernous pakt het veel slimmer aan en portretteert Alice als het meisje dat geen vrouw wil worden en liever verhalen dan eten krijgt. En misschien liever een stille, zachte man naast zich heeft dan eentje die haar voortdurend ‘berijdt’. Al verkent ze met genoegen het wonderlijke land der erotiek. Met genoegen én met sluwe verleiding. Want Alice wil dan wel geen vrouw worden, ze wéét dat ze het is. Maar gedraagt zich liever als een meisje (dat haar vrouwelijkheid met subtiele bewegingen en blikken onderstreept.) Anneke Sluiters vertolkt die rol met glans en weet ogenschijnlijk moeiteloos een evenwicht te vinden tussen vrouw en meisje, tussen fantasie en realiteit, tussen verlangen en afkeer.
Lernous bouwt elke scène rond de rode zetel van Alice op. Elk scènebeeld is een uitgebalanceerd plaatje, een toonvoorbeeld van evenwicht die de echte wereld ontbeert. Zo bouwt Lernous een universum waarin Alice wegvlucht en zich opsluit uit angst voor de wereld waarin haar moeder en haar minnaars overleven. Stuk voor stuk brute mensen die ruw met elkaar en elkaars gevoelens omgaan. Zij houdt van zachte, donkere, stille mensen. Zoals haar butler. Maar bestaat die eigenlijk wel? Of verzint ze hem? Er passeert een stoet van grappige, gewelddadige, mysterieuze, levensvreemde en levenswijze personages die allen opduiken als duiveltjes uit een doosje (of vanachter de zetel) en weer verdwijnen. Vooral Tine Van den Wyngaert en Chiel Van Berkel kwijten zich even hilarisch als intrigerend van hun taak en vullen hun typepersonages gelaagd in. Zo rijk de beelden zijn, zo helder maar net iets te kaal is Lernous tekst. In het componeren van zinnen vindt hij nog niet datzelfde fonkelende evenwicht tussen gruwel, grap, sensualiteit en maatschappijkritiek waar zijn visuele taal zo in uitblinkt.
Alice van Abattoir Fermé is een prachtige, hedendaagse versie van Carrolls verhaal over een vrouw die liever in haar poppenhuis blijft wonen. Het is prikkelend theater over hoe we te vaak vergeten dat de wereld ook een wonderland kan zijn, dat dromen mag, dat fantaseren moet om de wereld wat leefbaarder en schoner te maken. In dat opzicht is Lernous’ Alice ook een waarschuwing: we verdringen de fantasie naar de duistere onderwereld waar de klok rustig verder tikt, terwijl de wereld bovengronds aan dat tikken voorbij raast.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier