Wie is Damso, de controversiële Brusselaar die België naar de Wereldbeker moet zingen?

© YouTube

In België verkoopt hij vlot Vorst Nationaal uit met zijn donkere, soms seksistische rapmuziek, in Frankrijk is hij een nog grotere ster. Het is begrijpelijk dat Damso het nieuwe WK-lied mag zingen, al is niet iedereen daar blij mee. Wat moet u weten over het fenomeen dat onze Rode Duivels richting Rusland moet rappen?

‘In Frankrijk zie je overal affiches voor rapconcerten, hier heb je die cultuur nog niet. Het duurt altijd even voor Belgen doorhebben dat er kwaliteit voor hun neus ligt. Dat was met de Rode Duivels ook zo. Maar nu staan we wel als één man achter die ploeg.’

Dat zei William Kalubi in een interview dat hij eind oktober aan De Standaard gaf. Onder zijn naam Damso is hij al een paar jaar een succesvolle exponent van de Brusselse hiphop: Franstalig, hard en grauw. Een ietwat commerciëlere collega van Roméo Elvis, zeg maar.

Voor wie het vaderlandse rapmilieu niet volgt, is hij misschien een vrij onbekende act, maar vergis u niet: Damso is een ster, nog meer in Frankrijk dan bij ons. Voor zijn eerste Brusselse show verkocht hij Vorst Nationaal zonder problemen uit. Bijna alle nummers van zijn laatste plaat Ipséité, in België goed voor goud, haalden op Spotify al tien miljoen streams.

De keuze van de voetbalbond om hem het officiële Belgische WK-lied te laten zingen, lijkt tot op dit punt in het verhaal een logische keuze. Net als voorgangers Stromae en Dimitri Vegas & Like Mike overschrijdt Kalubi zonder problemen gemeenschaps- en landsgrenzen met zijn muziek.

‘Hij heeft me overtuigd’

Toch wringt het voetbalschoentje voor velen. Damso staat niet alleen bekend om zijn kurkdroge beats en heerlijk slome flow, maar ook om zijn grove, vrouwonvriendelijke teksten.

‘Elle touche la barre comme un shiteu / Souvent les plus moches qui sucent le mieux’, klinkt het in B. #QuedusaalVie. ‘Salope, ferme ta gueule, pour le prix d’un j’te mets deux doigts (…) J’te baise comme une chienne pourtant tu portes le foulard’, zong hij op Pinocchio met Booba, de rapper die hem in 2015 een feature aanbood en hem zo lanceerde.

‘Hij zou een van de rappers kunnen zijn die ik verafschuw, maar hij heeft me overtuigd, ondanks zijn misogyne teksten.’

Chilla, rapster, over Damso

‘Je kunt toch niet zo’n man als uithangbord nemen?’ vroeg MR-politica Viviane Teitelbaum, al lang begaan met discriminatie en vrouwenrechten, zich afgelopen weekend al af op haar blog. De voetbalbond was snel om de gemoederen te bedaren. ‘Uiteraard zullen we erop toezien dat hij de waarden van het WK respecteert’, liet de bond weten via een woordvoerder.

Overigens worden Damso’s nummers tijdens zijn shows even hard meegezongen door beide seksen. Fan Marie vatte in Le Vif haar gevoel bij zijn muziek samen: ‘Ik herken mezelf niet in de meisjes waarover hij praat, ik luister naar zijn muziek vanop een bepaalde afstand. Hij vertelt diepgaande verhalen en door zijn harde taal geeft hij daar diepte en intensiteit aan.’

Ook rapster Chilla nam het al voor hem op. ‘Hij zou een van de rappers kunnen zijn die ik verafschuw, maar hij heeft me overtuigd, ondanks zijn misogyne teksten’, vertelt ze in Parisien.

Damso’s carriu0026#xE8;re is een voetbalwedstrijd waarop hij op een ander veld lijkt te spelen dan zij die zijn muzikale dribbels willen tegenhouden.

Jonge vader

In elk interview krijgt Damso een vraag over zijn expliciete, voor velen vulgaire teksten en steeds luidt het antwoord ongeveer hetzelfde. ‘Het maakt me weinig uit wat anderen ervan vinden. Je moet weten dat ik van nature een eenzaat ben – nog steeds, trouwens’, verwoordde hij het in De Morgen.

Wat vaststaat, is dat dat niet het hele verhaal is van het Brusselse toptalent. In teksten en krantenportretten toont Kalubi, die op zijn negende vanuit Kinshasa naar België kwam, zich een harde werker – op zijn twaalfde begon hij, gestimuleerd door zijn broers, al aan beats te prutsen – een angstige jonge vader (‘J’ai si peur d’être père, de voir l’enfer vu du ciel’) en een eenzaat die veel vrienden kwijtraakte door zijn plotselinge beroemdheid.

De man achter Ipséité, een titel die Damso overigens uit het werk van Socrates plukte, is kortom, naast een pocher met een vuile woordenschat, een solitaire maker, die zijn carrière stap voor stap uittekent en zich daarbij weinig aantrekt van wat radiomakers, tv-bonzen en bezorgde ouders denken. Zijn carrière is met andere woorden een voetbalwedstrijd waarop hij op een ander veld lijkt te spelen dan de verdedigers die zijn muzikale dribbels willen tegenhouden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content