Tom Barman met TaxiWars op Gent Jazz: ‘Ik keer nooit meer terug naar de rock’

Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Het moest er ooit van komen: Tom Barman die een jazzgroepje begint. Samen met Robin Verheyen dan nog, wellicht de meest gezochte Belgische jazzsaxofonist in het buitenland. “Kort, puntig en direct: TaxiWars is hardcore jazz met een punky benadering.”

Met TaxiWars zet Tom Barman – een redelijk fanatieke jazzliefhebber; eerder stelde hij al twee compilatiealbums samen uit de catalogi van Blue Note en Impulse! – zijn eerste stappen in de jazz. “Ik heb het gevoel dat ik een kamer betreed waarin ik niet meteen verwacht werd. Ik kijk nieuwsgierig rond en zoek mijn weg. Heel opwindend”, zegt hij in Knack Focus. “Pas op: thuis luister ik bijna voortdurend naar jazz, om te ontsnappen aan de popstructuren. En omdat het past bij mijn meubels in Impulse!-oranje. (lacht)

In saxofonist-componist Robin Verheyen vond de dEUS-zanger een partner in crime die de sector van binnenuit kent. Verheyen, een Turnhoutenaar van oorsprong, deelde al het podium met Ravi – de zoon van John – Coltrane. En sinds acht jaar timmert hij aan de eigen weg in New York. Hij heeft er net een subsidie van Chamber Music America gekregen, alweer een grote stap vooruit voor zijn New York Quartet.

De ritmesectie van TaxiWars bestaat uit Nicolas Thys en Antoine Pierre. “Nic ken ik al jaren. Hij was mijn eerste keuze als bassist”, aldus Verheyen. “Daarnaast wilden we een jonge drummer, iemand met een frisse kijk op de muziek. Dat is Antoine geworden.”

Barman is uiteraard de singing man van dienst. “Een beetje zingen, een beetje brullen, met veel effecten op mijn stem. That’s it”, zegt hij. “Maar als ik niet achter de microfoon sta, luister ik naar die gasten en geniet ik, bijna als een toeschouwer. Het swíngt, man.”

De muziek van TaxiWars krijgt haar livedoop op Gent Jazz. Niet toevallig, want het is organisator Bertrand Flamang die de band het laatste duwtje in de rug gaf. Nadat hij er lucht van had gekregen dat Barman en Verheyen een groepje wilden stichten, bood hij hen het podium van Gent Jazz aan. “Toen die show vastlag, móésten we er wel werk van maken”, zegt Barman.

De taxi als metafoor

TaxiWars, where two worlds meet? “Rockmuziek met een jazzy feel moet je niet verwachten. Wel hardcore jazz met een punky benadering”, benadrukt de dEUS-frontman. “Kort, puntig en direct, dat waren de trefwoorden die ik vooraf in mijn hoofd had. Robin heeft dat heel goed begrepen. Ik heb hem eerst een paar platen toegestuurd, van Blurt uit de jaren tachtig tot Art Blakey en Max Roach, de een al jazzier dan de ander. Hij is vrij snel met twintig composities komen aanzetten, waarvan er nog veertien à vijftien zijn overgebleven.”

De songs van TaxiWars komen volgens Barman op een andere manier tot stand dan die van dEUS. “Zeker als je de twee laatste dEUS-platen als maatstaf neemt. Die opnames waren heel tijdrovend: we jamden oeverloos om dat ene magische moment te vinden dat tot een song kan leiden. Bij TaxiWars gaat het allemaal veel vlotter: Robin schrijft thuis een compositie uit en die mannen spelen dat direct. Voor iemand die aan het uitkijken was naar een leuk project dat iets sneller gaat – films maken, wat ik in de nabije toekomst zeker nog van plan ben, duurt óók al zo lang – is dit echt een verademing. Vier, vijf repetities en we hebben een set! Ik keer nooit meer terug naar de rock. (lacht)

Weg van huis zijn lijkt het bindmiddel tussen Tom Barman en Robin Verheyen. Vandaar die bandnaam? “Die verraadt inderdaad waar het merendeel van de teksten over gaat: onderweg zijn”, aldus Barman. “De taxi duikt geregeld op als metafoor. Je hebt heartbreak rides en get-the-fuck-out rides, maar taxi’s kunnen je ook naar plekken brengen waar je nog nooit bent geweest. Pas tijdens het schrijven kwam ik erachter dat er een soort concept begon te ontstaan. We hebben ook een themanummer gemaakt dat TaxiWars heet.”

The school is the street

Wat kan een ervaren jazzmuzikant als Verheyen eigenlijk leren van een rocker als Tom Barman? “Het is ook de verdienste van Tom dat ons werkproces zo organisch verloopt, hoor”, vindt Verheyen. “Wat wij doen met noten, doet hij met teksten. Een van de dingen die ik in New York ben gaan zoeken, is een soort directe energie. Mensen die een idee hebben en zeggen: alright, let’s do this. Tom is zo iemand. Hij is geweldig to the point. Veel jazzmuzikanten hebben duizenden boeken gelezen en weten perfect hoe ze welk instrument moeten bespelen. Maar daardoor dreigen ze als een muziekschoolensemble te klinken. Het is fijn om met iemand te werken die niet op die manier geschoold is.”

“Bevestig je nu niet te hard het clichébeeld over jazz?”, vraagt Barman aan Verheyen. “Misschien, maar er is wel degelijk een probleem”, antwoordt hij. “Sorry hoor, maar ik vind negentig procent van de jazz van de laatste twintig jaar total crap. En concervatoriumopleidingen dragen bij aan dat probleem. Ik overdrijf natuurlijk een beetje. Zelf heb ik ook aan conservatoria gestudeerd, en heb ik er dingen geleerd die me tot op vandaag van pas komen. Maar zoals ze in New York zeggen: the school is the street. De reden waarom ik sta waar ik nu sta, is dat ik op mijn zestiende al meespeelde met muzikanten die twee, drie keer ouder waren dan ik. They kicked my ass, maar ik heb er wel het meeste van opgestoken.”

Hoe reageert Barmans directe omgeving op TaxiWars? “‘Een jazzproject? Moeilijke muziek voor moeilijke mensen, zeker?’, heb ik wel eens te horen gekregen. (zucht) De mannen van dEUS vinden het heel goed, maar geven me soms ook van die half grappende opmerkingen. Zoals Alan (Gevaert, bassist bij dEUS, nvdr.) die vraagt: ‘Heb jij nu nog wel zin om met mij te spelen?’ Dan denk ik: Alan, jij bent godverdomme een geniale bassist. Dat zogezegde onderscheid in muzikale virtuositeit interesseert mij geen lap. Muziek maken waar pit en inventiviteit in zit, doe je met je hart.”

Verheyen beaamt dat. “Ik heb vorig jaar met de Amerikaanse contrabassist Gary Peacock meegespeeld. Die mens is er inmiddels 79. Uiteraard heeft hij niet op de muziekschool gezeten. Hij heeft de stiel geleerd door in de nachtclubs van New York en Californië te gaan spelen tot zes uur ’s morgens. Zijn gehoor gaat erop achteruit, dus hij zit er af en toe wel eens naast. Maar I don’t give a fuck, want wat een bagage! Jazz gaat niet om duizend noten die allemaal op de juiste plek zitten, het gaat om de intentie én de intensiteit. En dat gevoel heb ik bij Tom ook: honderd procent conviction.”

Kind aan huis bij Ravi Coltrane

Tom Barman is nog maar één keer op Gent Jazz geweest, Robin Verheyen heeft er al meermaals gespeeld. “Het begon allemaal in 2004, toen ik met mijn trio de prijs voor jong jazztalent kreeg van de organisatie van het Blue Note Festival – de voorloper van Gent Jazz waar Bertrand Flamang ook al bij betrokken was. Die prijs heeft mij op een bepaalde manier geholpen. We mochten dat jaar het voorprogramma van McCoy Tyner doen, en Ravi Coltrane speelde met hem mee. Ik heb hem die avond leren kennen, en intussen zijn we al tien jaar goede vrienden. Coltrane heeft me mee aan mijn green card geholpen in New York.”

En wat met TaxiWars na Gent Jazz? Een plaat maken en die in jazzcafés opvoeren? “Meestal zit er een oceaan tussen ons in, maar dat er een plaat komt, is volgens mij onvermijdelijk”, zegt Barman. “Grappig dat je over jazzcafés begint: daar hebben we het tijdens onze eerste ontmoeting ook over gehad. Ik wil heel graag eens in zo’n cafeetjes gaan spelen, maar voor de rest van de band is het daar allemaal begonnen. Die mannen zijn dat kotsbeu. (lacht) Ik weiger dan weer in culturele centra op te treden, in steriele settings waar mensen op stoeltjes zitten met het programmaboekje in de hand. Ik wil contact met het publiek, ik wil dat de boel lééft. Gezellig met vrienden babbelen vlak voor ik het podium op ga, en erna: een concert van TaxiWars moet a part of the night zijn.”

TaxiWars speelt op 11/7 op Gent Jazz. Meer info: www.gentjazz.com

Het concertverslag leest u daags nadien op KnackFocus.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content