Het afscheidsinterview van Customs: ‘We hebben zelfs onze releaseshow gecanceld’

© /

De Leuvense band Customs houdt het voor bekeken. Zonder afscheidsshow, en drie maanden nadat de groep een nieuwe koers aankondigde. Zanger Kristof Uittebroek legt uit waar het foutliep: ‘Ons verleden blijft ons achtervolgen’

In november nog loste Customs twee nieuwe singles, In Gloom en Weapons. Het waren de voorbodes van het nieuwe album Magik. Dat beloofde een stijlbreuk te worden: weg van het energieke gitaarwerk, weg van de seventiesinvloeden en diep ondergedompeld in koude elektronica. Alles lag klaar om van 2018 het jaar van Customs te maken.

Nu wordt 2018 het jaar van het einde van Customs. Na Magik is er niets meer. Geen nieuwe singles, geen tournee, zelfs geen releaseshow. ‘We kunnen alleen maar hopen dat muziekliefhebbers ons nu dat tikkeltje extra aandacht zullen geven, dat ze er toch nog eens voor gaan zitten, nu ze weten dat het de allerlaatste is’, zegt zanger Kristof Uittebroek. ‘Maar zelfs als er extatische reacties zouden volgen, komen we niet op ons besluit terug. Dat zou flauw zijn.’

Even recapituleren. Uittebroek en Jelle Janse (gitaar), live aangevuld met Joan Govaerts (bas) en Ace Zec (drums), laten in 2008 het hardcoremilieu voor wat het is en formuleren met Customs een eigenzinnig antwoord op de postpunkrevival. De fans vallen voor wat critici ‘de Belgische Interpol’ noemen. Na het debuutalbum Enter The Characters, waarmee ze op de main stage van Rock Werchter spelen, volgen het onverwacht vrolijke Harlequins of Love (2011) en Hole in the Market (2014), een conceptplaat over de bankencrisis. In de opnames van dat matig onthaalde album liggen meteen de kiemen van Magik en het einde van de band.

KRISTOF UITTEBROEK: Mijn vrouw was hoogzwanger toen we ons kindje verloren. Midden in de opnames van The Market werd onze tweede dochter dood geboren. Uiteindelijk hebben we The Market nog afgewerkt zoals we het album voor ogen hadden en zijn we ook op tournee gegaan, in moeilijke omstandigheden.

Daarna aan een nieuwe plaat beginnen was heel dubbel. Aanvankelijk wilde ik helemaal niet over ons verloren kindje schrijven, maar ik kon er niet om heen: elke andere song voelde als verraad. Het resultaat was: zwaarwichtige teksten over afscheid en verlies, waar de muziek die we normaal maken totaal niet meer bij paste. Nu wordt er in België niet echt geluisterd naar Engelse songteksten, maar als je zoals ik echt een boodschap wilt meegeven, dan moet de muziek er wel bij aansluiten. Enter: een nieuwe sound

Je had het gevoel: Customs is Customs niet meer?

UITTEBROEK: Dat heb ik ook op de man af gevraagd aan onze producer: ‘Is dit nog wel Customs?’. Hij antwoordde dat de sound van een groep voor veel mensen grotendeels door de stem bepaald wordt en dat voor de rest alles kan. Als dat zo is, dacht ik, mogen we ons niet laten tegenhouden.

Er zit tien jaar tussen Rex en Magik. In die periode is muziek maken totaal veranderd. De meeste songs die wij op de radio horen, worden allang niet meer gemaakt met twee gitaren, een bas en een drumstel. Dat nieuwe vocabulaire wilden we ons eigen maken. We verkochten onze gitaren, schaften synthesizers aan, gingen samples verknippen… Opeens was alles weer nieuw. Het gevoel dat we zo vaak hadden bij een nieuw nummer, dat het na een paar beluisteringen al weer oubollig klonk, was ineens helemaal weg.

Helaas: jullie nieuwe singles, In Gloom en Weapon, werden niet opgepikt door de radio’s.

UITTEBROEK: Je weet dat dat risico bestaat wanneer je als band zo’n bocht maakt. De festivalorganisatoren wilden ons nog wél, maar ze waren niet geïnteresseerd in onze nieuwe koers, enkel in Rex, Justine en The Matador. De nieuwe, elektronische versies van die hits hadden we nochtans al af. We kregen festivalaanvragen voor deze zomer, maar het voelde niet juist om erop in te gaan met enkel onze ‘oude sound’. Nu hebben we zelfs de releaseshow van Magik in het Leuvense STUK gecanceld.

Wat hebben de laatste jaren van Customs jou geleerd over de muziekbusiness?

UITTEBROEK: Wat nieuw is, heeft altijd voorrang, of het nu om het decor van Het journaal, een politicus of een band gaat. We waren erin geslaagd om onszelf te vernieuwen, dachten we, maar ons verleden blijft ons hardnekkig achtervolgen. We kunnen onszelf niet voordoen als een kleine, opkomende groep uit een niche: je kunt ‘de nieuwe Brutus’ of ‘de nieuwe Stuff.’ niet meer worden, als je aan je vierde album toe bent.

Hebben jullie overwogen om opnieuw te beginnen onder een andere naam?

UITTEBROEK: Ja. Meer zelfs, er is een tweede versie van het artwork van Magik gemaakt, met Lypse als bandnaam op de hoes. Maar onze manager en onze booker vonden dat we onze reputatie, waar we zo hard en zo lang aan gewerkt hadden, niet zomaar mochten opgeven. Voor veel organisatoren blijft Customs een household name. Tegelijk vroegen we ons af waarom we niet gewoon mochten zijn wie we zijn.

Jullie carrière nam een kanonstart met de singles Rex en Justine en het bijhorende album Enter The Characters. Heeft die plotse bekendheid de rest van het bestaan van Customs beïnvloed?

UITTEBROEK: De impact van die nummers is groter geworden dan we zelf hadden gewild. We werden meteen weggezet als zwaar op de hand, zeker door de vergelijkingen met Interpol, terwijl ik onze teksten superluchtig en humoristisch vond. De eerste zin op onze debuutplaat is: ‘I love to be depressed once if I could find the time.’ Duidelijker kan het toch niet? Blijkbaar wel, en dus moesten we op de plaat erna nóg harder aanzetten. Misschien hebben wij ons wel te veel laten beïnvloeden door wat mensen van ons vonden.

Grappig dat je dat zegt. In een oud interview heb je laten optekenen dat de sleutel tot Customs zelfrelativering is.

UITTEBROEK: Ja, en dat zit eigenlijk in al onze teksten. Misschien had ik dat zelf iets meer ter harte moeten nemen. Maar ik voelde toch altijd die drang om mijn boodschap duidelijk over te brengen.

Wat nu? Gaan jullie nog muziek maken na Customs?

UITTEBROEK: Zeker, maar concrete plannen zijn er nog niet. Vanavond ga ik op café met Jelle om nog eens goed te klagen en te zagen over waarom het toch zo ver is moeten komen. Dat hadden we op voorhand afgesproken. En morgen? Morgen ga ik languit op de zetel filmpjes kijken met mijn dochtertje. Wat daarna komt, zien we nog wel. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content