Met Netsky in de nek: frontstage op Tomorrowland

© Wouter Van Vaerenbergh
Katrin Swartenbroux
Katrin Swartenbroux Chef Lifestyle KnackWeekend.be

Omdat de hartslag van een optreden zich tegen de dranghekken voor het podium bevindt, maakte onze redactrice een uitstapje naar de halsslagader van de Netskyset, met een verhoogde bloeddruk en een permanente blush als resultaat.

“Dat ik geluk heb dat ik het tweede weekend kom”, krijg ik te horen wanneer ik een Tomorrowlandinterview met Boris Daenen aanvraag. Daenen, in ons land en ver daarbuiten beter bekend als Netsky, heeft het tijdens de tiende editie van Tomorrowland blijkbaar nogal druk met perspraatjes, zeker nu hij dankzij zijn nieuwe single in samenwerking met Beth Ditto ook de honger van de Amerikaanse journalisten heeft aangewakkerd. Iedereen wil een stukje Drum ’n Boris, en liefst nu hij nog lekker warm is.

Gewoon een USB-stickje inpluggen

Afgekoeld van het eerste bloedhete Tomorrowlandweekend laat Daenen zich op 26 juli naast mij in de witte zetels van de Artist Village zakken. Over twintig minuten zal hij voor de tweede keer in tien dagen tijd de Main Stage moeten doen ontploffen, en nog voor ik mijn eerste vraag goed en wel kan stellen wordt hij aangesproken door twee roadies. Of hij even kan komen kijken, want ze willen zijn apparatuur aansluiten, maar er is wat onduidelijkheid over een bepaalde kabel. De Antwerpenaar staat op, biedt me beleefd zijn excuses aan en haast zich naar het podium met de belofte dat we straks ons gesprek zullen voortzetten.

De eerste tien minuten van mijn ontmoeting met de 25-jarige DJ/producer hebben meteen heel wat vooroordelen over de elektronische muziekscene van tafel geveegd. Zo zouden Dj’s “lui zijn”, en “gewoon hun USBstickje inpluggen”, om zich vervolgens “lam te zuipen met celebrities” tot het tijd is om eens “handen in de lucht” door de microfoon te roepen. Wanneer ik mijn vader citeer, moet u daar overigens een zwaar afkeurende ondertoon en een licht Antwerps accent bij denken.

“Normaal doe ik zoiets nooit!”

Netsky’s plichtsbesef valt echter helder af te lezen uit de verbeten trek om zijn mond. Hoewel hij lacht en praat met zijn vrienden, lijkt hij toch een tikkeltje zenuwen te hebben. Opmerkelijk voor iemand die door de instagrambeheerder van Studio Brussel nog tot de ‘onvervalste koning van de Tomorrowland’ werd gekroond. “Ik heb na mijn set van vorige week de commentaren op YouTube en Twitter bekeken”, vertrouwde Boris De Eerste me toe. “Normaal doe ik zoiets nooit, maar dat heeft me wel opgepompt voor vandaag.”

Daenen is duidelijk een perfectionist; altijd op zoek naar verbetering. Misschien is het daarom dat hij nooit simpelweg een album met een track of zeven kan afleveren en daar dan droogweg één single uithaalt voor de radiostations. Met een Netskyrelease verschijnen er steevast enkele alternate versions online, tracks die ietwat afwijken van de nummers die het album wel gehaald hebben, maar toch zoveel meer zijn dan een klad. Ze tonen aan wat Daenen in zijn mars heeft, welke kanten hij de song had kunnen uitduwen en ergens ook hoeveel versies het duurt eer hij tevreden is van zichzelf. Het producen van (elektronische) muziek is immers als een layer-cake; zorgvuldig opgebouwd en op het juiste moment in de koelkast gezet.

Hoewel Netsky tijdens zijn live sessies graag enkele muzikanten mee op sleeptouw neemt om zijn muziek extra textuur te geven, houdt hij het tijdens deze DJ-set sober. Geflankt door Script MC en zangeres Billie (de glasheldere stem bekend van de single We Can Only Live Today) begeeft hij zich richting de DJ booth. Er wordt me aangeboden om hem vanuit de backstage aan het werk te zien, maar ik bedank vriendelijk. Backstage is zò 2012, denk ik nog wanneer ik me door de dranghekken naar de frontstage wurm.

Geen speelterrein voor tekstuele verslaggevers

Toegegeven: afgezien van wat confetti en enkele verdwaalde opblaasbootjes valt er frontstage letterlijk en figuurlijk niet veel te rapen. Terwijl fotografen en cameramannen zichzelf wijsvingerreuma schieten, probeer ik al schreeuwend een conversatie aan te gaan met het securitypersoneel van het hoofdpodium. De beleefdheid verplicht hen om af en toe hun stem boven de daverende speakerwall achter onze ruggen te proberen verheffen, maar een echt gesprek is hier quasi onmogelijk. Dit is geen speelterrein voor tekstuele verslaggevers, zoveel is duidelijk. Eén van de hoofdstewards is zelfs zodanig verbaasd om er een (vrouwelijke) printjournaliste aan te treffen dat hij me prompt het recept van een luchtige vanillecake dicteert. (José, als je dit leest: wat was de bloem-suiker verhouding ook alweer?)

Verderop vult een jongeman een confettikanon met zakken vol gekleurde papiersnippers die het komende uur veelvuldig en onder luid gejoel over de hoofden van de feestende massa uitgestrooid zullen worden, om vervolgens in hun haar, decolleté en -als ze echt pech hebben – ondergoed te blijven kleven. Hoewel muziek een universele taal zou moeten zijn en er voor de dranghekken van het hoofdpodium aan stampende beats geen gebrek is, heeft de medewerker toch mijn pen en papier nodig om me mee te delen dat er aan de mainstage van Tomorrowland dagelijks zo’n 200 kilo aan papiersnippers in de atmosfeer gekatapulteerd wordt. Heftig.

Pal in de emotie van de DJ set

Wanneer Netsky en zijn gevolg op het podium verschijnen en mijn oren meefluiten met het gekrijs ben ik tevreden dat ik hier mijn kamp heb opgeslagen – die permanente trommelvliesschade neem ik er graag bij. Wie frontstage staat, staat immers pal in de emotie van een DJ-set. Op de wei voel je de deining, op het podium zie je de deining (en laat ons eerlijk zijn: als je backstage een deining voelt of ziet dan heb je gewoon te veel bacco’s op kosten van het label gedronken) maar frontstage zie je, voel je, hoor je, ja, ruik je zelfs de deining die door het publiek trekt. Vanaf de eerste noot lijkt het alsof Daenen een enorme kei in het water heeft gegooid, wiens kringvormige trillingen over de dalen en heuvels van de mainstage omgezet worden in golven van uitgelatenheid. Zouden ze het daarom een ‘drop’ noemen?

Eigen hits als We Can Only Live Today – de YOLO voor mensen die écht van elektronische rock ’n roll houden- en Come Alive passeren de revue, maar ook drum’n bass klassiekers, hiphopinvloeden en dubstep doen de boxen daveren en krijgen het publiek soms letterlijk op de knieën. Als Tomorrowland een dak zou hebben, dan hadden de buurtbewoners na de doortocht van Daenen pas écht te klagen gehad over rommel in hun voortuin.

Ongeknipte amandelen en een peace-teken of zeven

Hoewel ik met mijn rug naar hem toe sta voel ik de hete adem van Netsky in mijn nek terwijl hij zijn fans met vakkundige handgebaren voor zich uit jaagt richting apotheose. Voor het eerst in mijn leven zie ik wat hij al die avonden te zien moet krijgen in de clubs van Londen tot Berlijn. Uitbundig joelende gezichten. Handen die hartjes maken en al dan niet per ongeluk rond de tepel worden gehouden. Kartonnen bordjes met lofbetuigingen, rondzwiepende haardossen, ongeknipte amandelen en een peace-teken of zeven. Heel even vergeet ik waar ik ben en voelt het alsof al dat enthousiasme, al die liefde voor mij bestemd is. Nu snap ik waarom zoveel DJ’s hun studiobestaan omruilen voor een permanent leven on tour. Dit is het verslavendste dat er is. Toch?

“Ghoh, ik ga eigenlijk niet zo snel zweven”, lacht Daenen wanneer ik hem de vraag stel. “Ik zou dat trouwens ook niet kunnen, alleen maar DJ’en. Het kriebelt bij mij te veel om te produceren, het is bovendien ook veel leuker om nieuwe eigen nummers te kunnen draaien en uittesten op het publiek.”

Hij omhelst zijn lief en geeft zijn vrienden een high five. Netsky is duidelijk tevreden van wat er zich daarnet on stage heeft afgespeeld. “Het was beter dan vorige week”, bevestigt hij. “Ik heb me zelf heel erg geamuseerd, en we hebben echt ons eigen ding kunnen doen. Misschien gaan er straks mensen klagen dat het niet mainstream genoeg was, maar dat trek ik me nu niet aan.”

Edegem Represent

De DJ en zijn entourage verzamelen zich voor een toast -tequila met koude koffie, zo blijkt. Hij bedankt hen voor hun steun en ik besef dat dit niet het moment is voor het interview dat ik voorzien had. Netsky heeft zijn taak vervuld en Boris hoort nu te vieren, te genieten en misschien wel te doen waar mensen DJs altijd van verdenken. Hoewel Daenen me verzekert dat hij me te woord wil staan, merk ik dat dit geen plaats is voor vragen over Kraftwerk en The Isley Brothers, over zijn liefde voor reggae, zijn grootmoeders piano en de inspiratie voor zijn nieuwe plaat.

Voor hij zich laat opslokken in het feestgedruis herinner ik hem aan de bordjes met “Edegem Represent” en de overvloed aan Belgische vlaggen bij de toeschouwers. Ik vraag hem hoe het voelt om publiek bezit te zijn, terwijl ik mijn dictafoon onder zijn neus duw en zijn vrienden op hem zitten te wachten. Als Daenen de ironie van deze situatie al opgemerkt heeft, dan negeert hij dat bijzonder professioneel.

“Fantastisch toch, die bordjes? Dat is zo eigen aan België, dat zie je nergens anders, ook niet wanneer een Britse DJ op Glastonbury staat ofzo. Ik bedoel, die mannen kennen mijn voornaam ook hé, dat maakt het nog wat persoonlijker. Echt graaf. Ik denk ook wel dat het nodig is, dat muzikanten hun gezicht en persoonlijkheid kunnen verbinden aan hun muziek. Zeker in de elektronische scene, waar zoveel constant verandert, is dat belangrijk.”

Of hoe Boris voor de vrienden, ook een beetje Boris voor de fans is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content