Het Antwerpse Flying Horseman behoort tot de sterkste livebands die de Europese scene momenteel rijk is. Op Cactus deed de groep haar reputatie weer alle eer aan.
“Ik weet niet goed wat te zeggen”, zei frontman Bert Dockx. “Dus ga ik helemaal níets zeggen”. Ironisch genoeg zondigde hij zo al meteen tegen het net geuite voornemen. Gelukkig lag het niveau van het concert van zijn groep vele keren hoger dan dat van zijn onbeholpen bindteksten.
Eigenlijk hadden we in stilte op een wolkbreuk gehoopt, waarbij venijnige bliksemschichten uit het zwerk zouden schieten. Want de gitzwarte muziek van Flying Horseman stond haaks op het ontspannen zomersfeertje, waar de zon het Minnewaterpark in had ondergedompeld. Dockx toonde zich een begeesterde frontman, zijn gezellen speelden strak en scherp en de zussen Maieu, allebei op keyboards en percussie, gaven met hun ijle stemmetjes de songs vaak iets spookachtigs.
De groep speelde een compromisloze set, waarin scherpgetande gitaren en onweerstaanbare grooves de hoofdtoon voerden.
Als we de muziek van Flying Horseman met één woord zouden moeten beschrijven, dan kozen we zonder twijfel voor ‘bezwerend’. De groep speelde een compromisloze set, waarin scherpgetande gitaren en onweerstaanbare grooves de hoofdtoon voerden. In ’t.m.l.’ (‘Too Much Love’) ging de bassist zijn instrument met een strijkstok te lijf en in ‘Money’ werd met de nodige doodsroffels commentaar gegeven op de huidige staat van het bankwezen.
Het resultaat klonk tegelijk filmisch en verschroeiend. We hadden Flying Horseman net iets liever in de duisternis zien steigeren, maar zelfs bij volle zonlicht wist de band het broeierige karakter van zijn songs intact te houden. En dat was geen geringe verdienste.
Hoogtepunt: ’t.m.l.’
Dirk Steenhaut
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier