Boomtown dag 3: beats, branie en brains

Faces on TV © Wouter Van Vaerenbergh

Op de derde dag Boomtown liep de kortste afstand tussen Manchester en Izegem door Gent. Ongeveer een goede twintig passen, we hebben ze geteld, maar namen eerst een ommetje via Brussel.

Nieuwe gezichten, we zien ze graag komen op de festivalpodia. Zelfs wanneer ze Faces On TV heten, bijvoorbeeld. FOTV is Jasper Maekelberg, snarendrijver bij Yuko, en studiotechneut in dienst van onder meer Mintzkov en Gabriel Rios. Een muzikant/producer die de benen strekt richting midden het podium.

We hoorden vlagen Grandaddy, Sparklehorse en Radiohead over de Kouter echoën, een secuur opgebouwd, tussen melancholie en grandeur kaatsend geluid dat aan kracht en vertrouwen won naarmate de set vorderde. Maekelberg weet hoe je een song in elkaar steekt, en hoe je klank kneden moet, maar moet meer buiten komen en gaan dansen, wil hij niet voor altijd klinken als een muzikant/producer die de benen strekt richting midden het podium. Wat hij tijdens Boomtown liet horen was aardig qua diepgang, maar miste voornamelijk scherpte en een dosis lef.

En wie op blote voeten de benen strekt richting midden het podium – excuus, de Feesten zijn over de helft, we vallen al eens in herhaling – moet vooral voorzichtig zijn dat hij niet in het spoor van Piet Goddaer belandt. Eén Ozark Henry is meer dan genoeg. Of die van Nigel Godrich, voor hetzelfde geld, nog een producer die beter vaart bij de anonimiteit van de studio. Om over Butch Vig en Garbage nog maar te zwijgen.

Vuurwerk
Vuurwerk© Wouter Van Vaerenbergh

Tijd voor vuurwerk dan, het soort met hoofdletter -V. Het trio uit Brussel dat zich in de entourage rond Oscar & The Wolf ophoudt liet de Handelsbeurs aardig vol lopen, voor een act met slechts één ep in de aanbieding.

Wat meteen opvalt: hier staat een groep die meer wil doen dan hun studiovlijt zo goed mogelijk naar het podium vertalen. Een groep die nadenkt over de esthetische invalshoek van een live performance, en dat is al te vaak een zeldzaamheid in ons tochtgat aan de Noordzee.

Wie de oversteek wil maken kan z’n act maar beter goed voor mekaar hebben, en die van Vuurwerk hebben dat begrepen. Stijlvolle, de hele podiumachtergrond inpalmende videoprojecties, strakke opstelling (twee knoppendraaiers links en rechts, gitarist er netjes tussenin), en een stevige geluidsmuur, opgetrokken uit delen The Knife, Matthew Dear, Jon Hopkins en mid-90s eurohouse genre Deep Zone (hoorden we ergens een flard uit hun hit It’s Gonna Be Alright?)

Techno met een neus voor pop, het is een universele taal, en dat maakt van het vaak genoemde internationaal potentieel van Vuurwerk voor een keer geen Belgische zin voor overdrijving. Jammer dat Max Colombie er niet bij was om Grip te zingen. Dat is alles. Vuurwerk beschikt behalve over beats ook over branie.

BRNS
BRNS© Wouter Van Vaerenbergh

Van branie naar brains. Of BRNS, zoals de vier Brusselaars op de Kouter het bij voorkeur stileren.

Bent Van Looy, Phil Collins, Karen Carpenter, Levon Helm van The Band, die gast van The Eagles… allen zijn of waren het zingende drummers. Net als Timothée Philippe van BRNS, die niet alleen de drumsticks maar ook de teugels van de groep stevig in handen houdt.

Als we af en toe aan Alt-j moesten denken, dan voornamelijk omdat de Brusselaars het belang van goede hooks weet in te schatten, en begrijpt hoe de wetten van de dynamiek werken tijdens een concert.

Akkoord, het is geen muziek die je spontaan doet rond huppelen of een drang tot polonaise opwekt, maar hun sound stond als een huis, en als men bij zoveel speelvreugde en originaliteit eens moet nadenken, dan is dat maar zo. Alles beter dan drinkbekers verzamelen – dit geheel terzijde: kan iemand dringend werk maken van composteerbare bekertjes? Dat hele gedoe met inruilen voor bonnetjes hangt ons de strot uit. Het is groen, ja, maar ook vervelend. Soit.

Het Brusselse duel tussen Great Mountain Fire (twee dagen eerder te gast in Belgium, pardon, Gent) en BRNS werd op de Kouter beslecht in het voordeel van die laatste. Dix points!

Torn Hawk
Torn Hawk© Wouter Van Vaerenbergh

Van brains naar hersenen breken. Torn Hawk is Luke Wyatt, een Amerikaanse knoppendraaier en gitarist die ons vorig jaar werd aangeraden voor James Holden, die de producer uitnodigde naar het Kortrijkse festival Sonic City, in De Kreun.

Dit geheel terzijde: dit jaar wordt het festival gecureerd door de mannen van Viet Cong. Aanrader met grote -A!

Op z’n tweede en meest recente album Let’s Cry and do Push-ups at the Same Time (2014) ontpopt Torn Hawk zich met z’n in veelgelaagde gitaarlijnen gewikkelde, stuurse electronica, als een soort late Pink Floyd voor gevorderden. ‘Als een jpeg die veel te groot opgeblazen is’, omschreef Pitchfork ooit zijn evenwichtsoefening tussen abstracte samplekunst en new age-achtige klanktapijten.

Wat we in de club van de Handelsbeurs te horen en te zien kregen leek vooral op het eerste. Een sample van Sandra Bullock werd gemanipuleerd via audio en video, en vandaar nam Wyatt ons mee op een trip doorheen een verstoorde realiteit. Beelden van Arnold Schwarzenegger in Totall Recall, van Kevin Costner in Dances With Wolves, maar ook Christopher Lee en de begrafenis van de Queen Mother. Zoek de link. En was dat Bran Castle, in Transylvania, dat plots verdacht goed leek op de WTC-torens, in New York? ‘Putting the art in artificial’ stond er plots in mijn notitieboekje.

Je kon ook zittend het vraagstuk van Torn Hawk bekijken, en je verder afvragen of dit nu een occult ritueel was, of een psychedelisch schaduwspel met noise-invloeden. Nadenken, man. Hadden we al gezegd dat de Feesten over de helft zitten?

Andy Stott
Andy Stott© Wouter Van Vaerenbergh

Terwijl de Kouter helemaal vol liep voor afsluiter Flip Kowlier, doken wij de spreekwoordelijke kelder van Andy Stott in.

Stott, een producer uit Manchester, zwierde ons in 2014 met Faith in Strangers één de beste, donkerste technoschijven van het jaar naar het hoofd. Een meester in de suspense is ie, maar langgerekte inleidingen had de man vanavond weinig tijd. Hij vloog er meteen in met loodzware technodreunen. Kwamen die gratis door de Christelijke mutualiteit uitgedeelde oordopjes – fel groene oordopjes, serieus! – eindelijk van pas.

Stott is een kind van de nineties, die als tiener door de rave werd ingeleid in de geheimen van de clubculuut. Al gauw veranderden de dubby technoklanken in verhakkelde breakbeats. Koud en hard, zoals in de goede oude tijd van LFO en The Prodigy, voor die hits begonnen scoren.

Uit een snel vergelijkend onderzoek bleek dat de animo binnen en buiten, Handelsbeurs versus Kouter, techno versus Vlaams volksvermaak, op gelijke hoogte stond. Twee werelden, op enkele wandelpassen van elkaar. De kortste weg tussen Manchester en Izegem liep donderdagavond door Gent.

Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content