Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Met exen Frida en Agnetha scoorden ze onuitroeibare wereldhits als ‘Dancing Queen’en ‘Waterloo’. Bovendien hebben ze bewezen dat glitterpakjes mits stoere baard niet gay hoevente zijn. En dankzij de musical ‘Mamma Mia!’ beleven ze nu hun zoveelste revival. Take achance on Benny Andersson en Björn Ulvaeus,de creatieve breinen achter ABBA.

De theatermusical opende in 1999 in Londen en toert sindsdien met veel succes de wereld rond. Hoeveel interviews hebben jullie er ondertussen over gegeven?

Benny: Ik nul. Björn vierduizend.

Björn: Ik voelde er me van in het begin bij betrokken, terwijl Benny liever de kat uit de boom keek. Benny heeft wel samen met de originele muzikanten van de ABBA-platen de soundtrack van de film opgenomen.

Benny: In de tien jaar dat ABBA bestond – van 1972 tot 1982 – heb ik geen enkele promotoer overgeslagen en heb ik alles wat je ooit over ABBA wilde weten minstens honderd keer herhaald. Vandaar dat ik liever paste. Het is ook niet mijn project, alleen voor de film maak ik graag een uitzondering.

Was je uitgekeken op ABBA?

Benny: Ik had andere dingen om handen. Ik wil niet in het verleden leven. De voorbije 25 jaar heb ik me wellicht beter geamuseerd dan tijdens de piekdagen van ABBA. Begrijp me niet verkeerd: musiceren blijft mijn lust en mijn leven, maar toeren, interviews geven en dagelijks optreden kan heel erg afstompend zijn, zeker voor mannen van middelbare leeftijd. (lacht)

Jullie hebben samen met Frida en Agnetha de filmpremière in Stockholm bijgewoond, meteen jullie eerste gezamenlijke acte de présencein jaren. Komt er dan toch eenABBA-reünie?

Benny: (droog) Neen. Na het eenmalige reünieconcert van Led Zeppelin zei Robert Plant dat het aanvoelde alsof ze een coverband van zichzelf waren geworden, en dat kan ik perfect begrijpen. ABBA heeft een geweldig parcours achter de rug, is gestopt op het goeie moment en ik wil dat mensen onze gloriejaren herinneren. Bovendien hebben we tribute bands die onze songs beter spelen dan wijzelf. (lacht)

Waren jullie blij met de zangprestaties van Meryl Streep en co?

Björn: Zeker. Ze zijn misschien niet getraind als zangers, maar hebben er hun ziel in gelegd. Vooral Meryl Streep heeft me verbaasd, je hoort dat ze vroeger zangles heeft gehad. Als je de film al om één reden moet bekijken, dan wel omdat de grootste actrice aller tijden ook nog eens een fantastische zangeres blijkt te zijn.

Benny: En omdat we beiden een cameo hebben. Ik speel die Griekse god op het einde.

Björn: (grijnst)You wish. Benny zit in het slotnummer gewoon piano te spelen.

Jullie hebben tal van onsterfelijke songs geschreven. Hadden jullie een geheim?

Benny: (ironisch) Gebrek aan elektriciteit. We zijn in de jaren 60 als folkbandje begonnen en je moet weten dat er toen in Zweden nog geen elektriciteit was. We waren dan ook verplicht onze songs op akoestische gitaar en piano te schrijven. Dan kun je er maar beter voor zorgen dat je tenminste goeie melodieën hebt.

Björn: Ik zou nochtans zweren dat er al koffiezetapparaten en stofzuigers bestonden toen we begonnen. Benny bedoelt natuurlijk dat onze nummers altijd een heel eenvoudige basis hadden. De kunst was om die op een spannende manier te verpakken, met complexe harmonieën, rijke arrangementen en catchy lyrics. Als we al een geheim hadden, dan was het dat wel. Plus: we konden uit een rijke muziektraditie putten, waardoor onze muziek overal vertrouwd in de oren klonk. We waren opgegroeid met Zweedse folk en Amerikaanse rock-‘n-roll. Maar daarnaast luisterden we ook naar Duitse schlagers en Italiaanse schmalz. Ik denk dat ABBA het beste van die wereldenverenigde.

Jullie hebben mee de discosoundbepaald, maar wat waren jullieinspiratiebronnen?

Björn: Leiber en Stoller, The Beatles, Stevie Wonder, Phil Spector, de ouwe Beach Boys. Kortom: melodieuze pop en rock. In de beginperiode componeerden we onze liedjes vaak door eerst hun songs na te spelen en daar vervolgens iets origineels uit te kneden. Zodra we onze eigen sound en werkmethode te pakken hadden, zijn we daarmee gestopt.

Benny: We namen ook altijd eerst het volledige nummer op, soms met nepteksten, om eerst de zangmelodie te perfectioneren. Pas daarna schreef Benny er de uiteindelijke tekst bij. Vandaar dat het ons vaak weken kostte om één enkel nummer af te krijgen. Onze songs klinken misschien vanzelfsprekend – wellicht hun kracht – maar doorgaans stak er verdomd veel werk in.

Wisten jullie meteen na dat harde werk of jullie een hit te pakkenhadden?

Benny. Eigenlijk wel. Maar hits maken is nooit ons hoofddoel geweest. We wilden goeie songs schrijven die hopelijk een tijdje mee konden. En daar zijn we in geslaagd. Wat zeg ik? Ze laten me verdorie nog steeds niet met rust. Overal waar ik kom, halen mensen hun ABBA-platen boven. Or they come and thank me for the music. Allemaal lief bedoeld natuurlijk. (lacht)

Na ABBA hebben jullie de schijnwerpers wat gemeden. Waren julliemuzikaal uitverteld?

Benny: We hebben in 1995 nog een musical geschreven (‘Kristina från Duvemåla’, over een Zweedse immigrante die naar Amerika trekt, nvdr) die ik nog steeds als ons magnum opus beschouw. En ik ben – net als Benny – altijd blijven spelen en producen. Het is ook ons bedrijf dat de musical op poten heeft gezet. Alleen hoef ik het niet per se meer op de voet te volgen. Ik ben een gelukkig mens en kan me permitteren om alleen nog de dingen te doen waarin ik zin heb.

Hebben jullie als ex-winnaars eigenlijk naar het recentste Songfestival gekeken?

Björn: Gekeken wel, luisteren is ietsanders. Het heeft gewoon zijn charme verloren. Het gaat allang niet meer over de songs, maar alleen nog over het spektakel. Van de Russische winnaar Dima Bilan herinner ik me enkel die kunstschaatser, terwijl ik de song meteen vergeten was.

Afgaande op jullie glittergarderobes durfden jullie vroeger nochtans ook de spektakeltoer op te gaan.

Björn: Mmm. Vreemd. Daar kan ik me niets meer van herinneren. En haal nu alsjeblieft geen foto’s boven. (lacht)

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content