Eddie Redmayne trekt de jurk van ’s werelds allereerste transgender aan in het fraaie maar gladpolijste ‘The Danish Girl’.
In de jaren dertig van de vorige eeuw liet de Deense kunstschilder Einar Wegener zich op de operatietafel omturnen tot Lili Elbe, om daarmee ’s werelds allereerste transgender te worden. Hoe dat proces precies verliep – psychologisch dan welteverstaan – is het onderwerp van dit mainstream melodrama, waarin Eddie Redmayne zijn innerlijke vrouw met volle overgave bovenhaalt – rode lippen, zijden negligés en kokette maniertjes incluis.
De kans dat Redmayne, die vorig jaar al een Oscar won voor zijn incarnatie van Stephen Hawking, straks opnieuw zijn tuxedo – of galajurk? – mag aantrekken voor de Academy Awards is dan ook niet ondenkbaar. Maar hoezeer hij ook, soms op het irritante af, zijn best doet als Einar annex Lili, en hoe schilderkunstig regisseur Tom ‘The King’s Speech’ Hooper alles ook in beeld zet – elk shot is om in te kaderen en de decors en kostuums zijn ogenprachtig -, voor een film die over lichamelijke en psychologische transformatie gaat en over een liefde die onder het mes gaat, heeft ‘The Danish Girl’ teleurstellend weinig body and soul. Het is alsof de echte zielepijn moet worden weggemoffeld onder een dikke laag visuele make-up.
Bovendien dreigt Redmayne bij momenten uit het gemaniëreerde canvas geduwd te worden door Alicia Vikander – alweer zij – als Einars verbazend begripvolle vrouw Gerda, terwijl Hooper wel heel overdadig gebruik maakt van de muziek van Alexandre Desplat, die stilaan ook aan een transformatie toe lijkt.
‘The Danish Girl’ is een goed bedoelde maar o zo Oscargeile film over de man en de vrouw in elk van ons en het eeuwige conflict tussen beide, waarin Matthias Schoenaerts een efficiënte en discrete bijrol heeft als Einars voormalige jeugdvriend.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier