Gezien in Cannes: ‘Paterson’ van Jim Jarmusch, ‘poëtische fabel om benen bij in lotushouding te strekken’
Een bitterzoete, tragikomische hommage aan John Doe, de Amerikaanse Jan met de Pet.
Opstaan om half zeven, met zijn bus door de straten van Paterson, New Jersey tuffen, het geklaag van zijn baas aanhoren, de cupcakes van zijn vrouw proeven, zijn hond Marvin uitlaten en ’s avonds een pint drinken in de bar om de hoek. Néé, het bestaan van buschauffeur Paterson uit Paterson, New Jersey is niet meteen voer voor swingende, spectaculaire cinema maar laat het aan de immer in zenmodus verkerende king of cool Jim Jarmusch over – hij van Stranger than Paradise, Ghost Dog, Broken Flowers en andere hipsterfabels uit de marge van de Amerikaanse Droom en bijhorende cultcataloog – om er toch de nodige poëzie uit te puren.
Wat je krijgt is dan ook een bitterzoete, tragikomische hommage aan John Doe, hier geïncarneerd door Adam Driver in charmante Droopy-modus als de schlemielige maar goedhartige buschauffeur die de dagelijkse, existentiële blues van zich afschrijft in gedichten die net zo goed uit de pen van William Carlos Williams hadden kunnen komen, samen met komiek Lou Costello de beroemdste inwoner die het slaperige stadje Paterson ooit voorbracht.
Een mooie, lieflijke en poëtische fabel om je benen bij in de lotushouding te strekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier