Van jumpsquiffling tot whoopsy-splunkers: iedereen spreekt Roald Dahl

© Karl

Op 13 september 1916, exact honderd jaar geleden, wordt ’s werelds grootste kinderboekenschrijver geboren. Niemand bedenkt zoveel bijzondere en kleurrijke figuren als Roald Dahl. Aan mensentaal heeft hij niet genoeg om zijn verhalen te vertellen, dus vindt de auteur een eigen taaltje uit: Gobblefunk. Vooral de Grote Vriendelijke Reus, Dahls geesteskind, maakt gretig gebruik van de gloednieuwe woorden, snozzcumber incluis. Hoe beter het leven van meesterschrijver Dahl samenvatten dan met de woorden die hij ooit zelf verzon?

Kiddles: kinderen

Zomer 1916: de Noorse Harald Dahl en Sofie Magdalene Hesselberg zetten een klein genie op de wereld in Groot-Brittannië. Het genie, Roald Dahl gedoopt, groeit op in Llandaff, Wales. Voor Dahl de Engelse taal leert kennen, spreekt hij Noors met zijn ouders, broer en zussen. Als kiddle brengt de schrijver to be zijn zomervakanties door in het geboorteland van zijn ouders. Daar vertelt zijn moeder hem vaak verhalen over trollen, heksen en vreemde wezens die in Noorse dennenbossen leven. Erfde hij het verteltalent van zijn moeder?

In zijn autobiografisch kinderboek Boy: Tales of Childhood schrijft Dahl over zijn kiddle-jaren. Hij herbeleeft mooie, grappige en pijnlijke momenten uit de eerste twintig jaar van zijn leven. Zowel de dood van zijn vader en zijn oudere zus Astri, als de kwajongensstreken die hij uithaalt op school komen aan bod.

Bogglebox: jongensschool

Aanvankelijk stuurt Sofie Magdalene haar zoon naar St.Peter’s in Weston-Super-Mare, vervolgens naar Repton in Derbyshire. Dahl krijgt het zwaar te verduren op school. Omdat hij vaak anderen te grazen neemt, wordt hij er regelmatig gestraft. Hij mist zijn moeder en vindt de boggleboxes maar niets.

Dahl veinst zelfs een blindedarmontsteking om naar huis te kunnen. “Toen ik op bed lag, begon ze hard met haar vingers in mijn buik te porren”, verklapt Dahl aan de lezers van Boy. “Ik lette goed op en toen ze op de plaats kwam waar naar ik dacht de blindedarm zat, slaakte ik een gil die de ruiten deed trillen. “Au! Au! Au!”, gilde ik.”

Squibbling: schrijven

Kleine Dahl is geen held in spelling. Volgens zijn leraar Engels is squibbling niet aan hem besteed. De toekomstige schrijver heeft zogezegd te weinig ideeën en is niet bij machte om zijn gedachten op papier te zetten. Dahls schoolrapporten zijn teleurstellend. Wanneer Dahl in 1934 zijn diploma behaalt, wil hij niet naar de universiteit. Hij wil de wijde wereld zien.

Dahls droom komt uit: hij krijgt een baan bij oliebedrijf Shell en wordt meteen voor drie jaar naar Tanzania gestuurd. Hij bevindt zich in Oost-Afrika wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt.

Bootbogglers: militairen

Wanneer Groot-Brittanië de oorlog aan Duitsland verklaart, treedt de twintiger in dienst bij de RAF, de Britse Koninklijke Luchtmacht, in Nairobi. Het ongeluk treft de onervaren bootboggler meteen: Dahls vliegtuig stort neer en hij belandt in het ziekenhuis. Zijn neus moet zowaar opnieuw aan zijn gezicht genaaid worden. Toch kruipt de heldhaftige Dahl opnieuw het vliegtuig in. Hij vliegt vele uren en overleeft de oorlog. Gelukkig maar.

Dahl pent zijn vliegavonturen neer in het boek Solo. In zijn tweede autobiografisch werk blikt hij terug op de fantastische periode tussen 1938 en 1941. “What a fortune fellow I am, I kept telling myself”, schrijft hij. “Nobody has ever had such a lovely time as this!”

De Brit verlaat de RAF, maar zijn fascinatie voor vliegen blijft. Later fantaseert Dahl als schrijver over een glazen lift in een baan rond de aarde en over meeuwen die een reuzenperzik uit het water tillen. Sounds familiar?

Ringbeller: mooie droom

Ambitie om kinderboekenschrijver te worden heeft Dahl oorspronkelijk niet. Dahls eerste boek De Gremlins schrijft hij voor kinderen, maar na 1943 schrijft de gewezen vliegenier enkel nog voor volwassenen. Hij stelt zelfs een James Bond-scenario op: You Only Live Twice.

Wanneer Dahl zelf vader wordt, herontdekt hij het plezier van kinderverhalen verzinnen. Elke avond vertelt hij een zelfverzonnen bedtime story aan zijn kinderen Olivia, Tessa, Theo, Ophelia en Lucy. Op bepaalde avonden klimt Dahl zelfs naar hun slaapkamerraam om GVR te spelen. Net als de Grote Vriendelijke Reus deelt hij al blazend op een trompet ringbellers aan hen uit.

Dahl verzint steeds meer verhalen voor het slapengaan. Hij schrijft ze op en legt zo de eerste stenen van zijn kinderboekenimperium.

Ucky Mucky: rommelig

Samen met zijn eerste vrouw Patricia Neal en zijn kinderen woont Dahl in Gypsy House, een cottagewoning in Great Missenden, Buckinghamshire. Wanneer Dahl en Neal na dertig jaar huwelijk scheiden, trekt Dahls tweede vrouw Felicity ‘Liccy’ Crosland bij hem in.

Dahl zondert zich regelmatig af in de tuinhut van Gipsy House. Hij trekt de gordijnen van de witte hut dicht en sluit zich er urenlang in op. Zijn familieleden storen hem nooit. Niemand mag binnen in zijn cave, zelfs niet om af te stoffen. Enkel in zijn geheime schrijfhutje laat de meesterverteller zijn fantasie de vrije loop. Zijn hersenspinsels pent hij neer op geel gelinieerd papier. De Grote Vriendelijke Reus, Matilda en Sjakie: allemaal zien ze het levenslicht in het ucky mucky schrijfhutje van Dahl.

Human Bean: mensen

Zijn boekfiguren baseert de auteur vaak op human beans uit zijn kennissenkring. Sofie Magdalene Hesselberg, Dahls moeder, leent karaktertrekken aan Helena, de lieve gootmoeder in het boek De Heksen. Sofie Magdalene laat een diepe indruk na op Dahl.

De namen van zijn vrienden en familieleden behoudt Dahl nooit. Enkel zijn kleindochter Sophie krijgt geen alias. Zij inspireert hem bij het uitdenken van Sofie, de partner in crime van de GVR. Dat boek draagt de schrijver overigens op aan zijn oudste dochter Olivia, die 21 jaar voor de release op zevenjarige leeftijd sterft.

Jumpsquiffling: kolossaal

Dahl is jumpsquiggling. Hij is twee meter lang, torent boven iedereen uit en lijkt zelfs een beetje op de Grote Vriendelijke Reus. Naast zijn kleine vriend Quentin Blake slaat Dahl een gek figuur. Volgens Dahl is Blake de beste kinderboekenillustrator ter wereld. Enkel zijn tekeningen brengen griezels als Bulstronk en de Opperheks écht tot leven.

Whoopsy-Splunkers: fantastisch

Hoewel de boekenwereld zijn verhalen whoopsy-splunkers vindt, is Dahl nooit tevreden met het eindresultaat. Enkel het boek Matilda bezorgt hem een voldaan gevoel. Laat Matilda nu net het boek zijn waar Dahl het meest bij afziet. Hij herschrijft het boek volledig en verandert het hoofdpersonage van Jimmy naar slimme Matilda. In 1989 wint Dahls paradepaardje de Prijs van de Nederlandse Kinderjury.

Time-Twiddler: tijdloos ding

Op 23 november 1990 overlijdt Dahl aan leukemie. Hij is 74 jaar. Tot vlak voor zijn dood bedenkt hij verhalen in zijn vertrouwde schrijfhut. Dahl krijgt een eenvoudige ceremonie in de plaatselijke kerk. “Zo zullen we ons hem herinneren: groot”, begint uitgever Peter Mayer zijn afscheidswoord. “Niet alleen in lengte, maar ook als man, schrijver, vader en mens.” Dahl ligt begraven op de heuvel vlak tegenover Gipsy House.

Dahls inzichten, figuren en verhalen zijn time-twiddlers: ze zullen de tand des tijds doorstaan. Onze generatie groeide op met Mathilda, Sjakie en de GVR. En ook de volgende generatie zal kennis maken met het slimme meisje, de beleefde jongen en de grote vriendelijke reus. Dahls boeken zijn tijdloos, en zo ook Roald Dahl zelf.

Anneke Verheyen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content