Johnny Cash, de biografie: Portret in verschoten zwart
Man, wat was die Johnny Cash een klootzak. Een tragische en goed menende klootzak, dat wel. En precies daarom vergeven we hem bijna alles, blijkt uit Robert Hilburns monumentale biografie van het country-icoon. ‘Hij was een predikant die zijn muziek gebruikte om mensen uit de miserie te trekken, terwijl hij zelf om de haverklap crashte.’
Al op de basisschool wist J.R. Cash dat hij zanger wilde worden. De grindweg op weg naar huis werd ’s avonds zijn geheime podium. Daar zong hij ‘I Am Bound for the Promised Land’, dat hij van zijn moeder had geleerd. Na afloop stond de jongen even stil, en maakte hij een buiging voor de maan.
Sinds het overlijden van J.R. ‘Johnny’ Cash in 2003 hebben we de film Walk the Line (2005) gekregen, de laatste opnames met sterproducer Rick Rubin, de memoires van familieleden en muzikanten, fotoboeken en dissertaties over zijn godsbeeld. Er werden Oscars en Grammy’s mee gewonnen, maar in geen van al die uitgaven buigt een jongetje in het maanlicht. Alleen al dat intieme beeld maakt Johnny Cash – De biografie van Robert Hilburn anders.
Hilburn, die dertig jaar muziekjournalist voor de krant LA Times was, leerde Cash kennen bij het legendarische concert in de gevangenis van Folsom in 1968. Ze bleven elkaar zien, tot kort voor het overlijden van de countryster. Hun lange vriendschap opende veel deuren: voor zijn vuistdikke bio kreeg Hilburn de steun van vrienden en familie, die hem inzage gaven in ’s mans persoonlijke brieven. Wat blijkt? Het leven van The Man in Black was nog minder glamoureus dan we durfden te denken.
Ik dacht: vertel nu gewoon de waarheid, Hilburn.
Meneer Hilburn, u hebt Cash sinds de jaren zestig met grote regelmaat gesproken. Wist hij dat die gesprekken ooit in een boek zouden belanden?
ROBERT HILBURN: Zijn muziek en zijn leven hebben me altijd gefascineerd, maar het idee om een boek aan hem te wijden, kwam er pas na zijn dood. Ik had de biopic, Walk the Line, gezien, en ik las verscheidene biografieën die rond die tijd waren uitgekomen. Nooit had ik het gevoel dat ze echt Johns verhaal vertelden. Ze vatten de man niet, noch het belang van zijn carrière. Ik durf zelfs te zeggen dat dit ook voor zijn twee autobiografieën opgaat. Johnny liet nogal wat weg omdat hij mensen uit zijn omgeving niet in verlegenheid wilde brengen, en andere dingen schreef hij dan weer wél omdat hij een beeld wilde ophangen van de man die hij wilde zijn, in plaats van de man die hij was. Met andere woorden: beide boeken waren nogal besmet.
Toen begon bij mij het idee te rijpen om een boek over Johnny te schrijven. Ik vroeg aan zijn gewezen manager, Lou Robin, hoeveel van zijn verhaal nog niet verteld was. Waarop Robin droog zei: ‘Zo’n 80 procent.’ Toen werd het me ernst. Van bij het begin nam ik me voor om het boek te schrijven alsof het over een staatsman ging, zeg maar: over de Amerikaanse president. Het mocht geen typisch celebrity – of muziekboek worden. Ik las een paar presidentenbiografieën, puur om te zien hoe de auteurs het aanpakten. Uiteindelijk wilde ik een boek schrijven waarin mensen over 50 jaar kunnen ontdekken wie Johnny Cash was, en waarom hij zo’n belangwekkend figuur was in de popcultuur over de hele wereld.
Zegt u het maar: wat maakte Cash wereldwijd zo’n ster, terwijl de countrywereld niet overal even ernstig wordt genomen, om het voorzichtig uit te drukken?
HILBURN: De reden waarom Johnny Cash nog tientallen jaren herinnerd zal worden, is dat hij ergens voor stond met zijn muziek. Hij was niet gewoon een entertainer. Op sommige vlakken was hij een predikant die zijn muziek gebruikte om mensen uit de miserie te trekken en ze te inspireren. Zo’n opzet was zeldzaam in de countrywereld van de jaren vijftig. Eigenlijk was hij toen de enige countryzanger die meer wilde dan een hit op de jukebox. Hij had in zijn kleine, arme dorp in Arkansas gezien hoe mensen elkaar kunnen inspireren, en dat probeerde hij later ook met zijn muziek te doen: mensen hoop geven.
Dan is het natuurlijk pijnlijk om te zien hoezeer hij zelf met demonen worstelde in zijn leven. Hij probeerde mensen op te tillen, terwijl hij zelf om de haverklap crashte. In latere jaren zag je mensen zoals Bob Dylan en The Beatles die de rock gebruikten om een maatschappelijke boodschap te verkondigen, vaak met songs over bevrijding en hoop. Maar Cash was de enige die zoiets deed in de countrywereld van de jaren vijftig. Die doorgedreven, doelbewuste aanpak maakte van hem een superster, en heeft het countrygenre miljoenen nieuwe fans opgeleverd.
Junes intrede in het leven van Cash wekte zo veel wantrouwen dat ze een vroeg country-equivalent was van Yoko Ono. Voormalige vrienden beschouwden haar als de kwade genius die verhinderde dat ze in contact kwamen met Cash omdat June bang was dat ze zijn drugsgebruik zouden stimuleren.
De film Walk the Line toonde Cash’ onverzadigbare zucht naar pillen en vrouwen, maar zijn grote vlam June Carter leek een lekkere versie van Moeder Teresa. Dat valt in uw boek danig tegen.
HILBURN: Ik ben een fan van regisseur James Mangold, maar de film Walk the Line was vooral een sprookje. Voor het merendeel was dit het verhaal dat June Carter wilde horen. Daardoor krijg je een heel opgeschoonde versie van hun relatie te zien. Die was veel, véél turbulenter en ook meer een façade dan de film liet uitschijnen. Een ander probleem met de film is dat er te weinig beklemtoond wordt wat voor een groot artiest Johnny wel was. Hij wordt voorgesteld als een naïeve boerenkinkel, en dat doet hem danig tekort.
En June? Zij was een wonderlijk mens, en ze verdient zeker erkenning voor het feit dat ze Johnny van zijn slechte gewoontes hielp te verlossen. Maar de film was nu eenmaal háár verhaal. Eigenlijk was het de geboorte van hun zoon John Carter Cash die Johnny van de drugs heeft afgeholpen, niet zij. Hij was zo dankbaar dat hij eindelijk een zoon had dat hij zwoer om van dan af God te dienen. Een paar jaar lang bleef hij inderdaad van de drugs af. Maar in de buitenwereld werd June door sommigen als een Yoko Ono beschouwd. Veel mensen in Johns omgeving konden het niet verkroppen dat ze zijn eerste huwelijk had opengebroken. Johnny’s ouders hebben haar dat nooit helemaal vergeven.
Maar nog eens: June was altijd geweldig lief voor me, en met de jaren ging Johnny haar ontzettend graag zien. Tegen het einde van hun leven samen waren ze elkaar heel toegewijd.
De film Walk the Line was een sprookje. Voor het merendeel was dit het verhaal zoals June Carter het wilde horen
Waar bent u tijdens uw research het meest van geschrokken?
HILBURN: Wat me het meest verbaasde, was hoe lang de donkerte in zijn leven heeft geduurd. Ik wist wel dat hij aan de peppillen had gezeten, maar ik dacht dat hij dat achter zich had gelaten tegen de tijd dat hij voor de gevangenen in Folsom Prison ging spelen, begin 1968. Dat bleek helemaal niet te kloppen. Zijn verslaving heeft zowat zijn hele leven geduurd, en al zijn christelijke voornemens schoten erbij in.
Hebt u weleens gedacht: dit gaat te ver, dit is te privé, ik kan het niet maken om dit te publiceren?
HILBURN: Ik heb niets gecensureerd, als u dat bedoelt. Ik had me voorgenomen om te vertellen wat relevant is, en dat is 750 bladzijden geworden. Oké, een paar keer heb ik me afgevraagd of sommige informatie wel noodzakelijk of relevant was. Op zulke momenten dacht ik: vertel nu gewoon de waarheid, Hilburn.
Zoals: tijdens Junes zwangerschap begon Cash een affaire met haar zus Anita. Niet erg christelijk.
HILBURN: (aarzelt) Ook in dat geval heb ik verteld wat ik wist. Ik heb geprobeerd om meer over die verhouding te weten te komen, maar dat lukte niet. Weinig mensen in Johnny’s familie of onder zijn goede vrienden hadden er weet van.
De situatie in Folsom Prison was gespannen omdat een paar gevangenen nog maar twee weken tevoren een bewaker met een mes hadden bedreigd. ‘Ik wist dat dit mijn kans was om alle keren dat ik er een puinhoop van gemaakt had, goed te maken’, vertelde hij mij. ‘En toen voelde ik me plotseling heel rustig. Ik voelde dat ik iets bezat wat zij nodig hadden.’
U was er in 1968 miraculeus genoeg bij op het beruchte concert in Folsom Prison in Californië. Hoe bent u daar terechtgekomen?
HILBURN: Ik probeerde de LA Times te overtuigen om me in dienst te nemen als muziekjournalist, en ze vroegen me om een paar voorstellen in te dienen. Ik wist dat de man die in 1957 het nummer Folsom Prison Blues had uitgebracht elf jaar later in de echte gevangenis van Folsom zou optreden. Daar zat wel een goed verhaal in, dacht ik. De krant stuurde me ernaartoe. En wat bleek? Ik was de enige journalist ter plaatse; zijn platenfirma, Columbia Records, had niemand uitgenodigd omdat ze bang was dat Johnny stoned op het podium zou staan, en ze wilde geen negatieve publiciteit.
Hij zweepte de boel helemaal op.
HILBURN: (grijnst) Hij was high, maar niet genoeg om de boel in het honderd te laten lopen. Hij was gefocust. Hij wist hoe belangrijk het concert voor zijn carrière was. Hij had wel vaker in gevangenissen opgetreden, en hij wist dat het publiek er wild zou zijn en aan zijn kant zou staan.
Hij hing graag de bad boy uit, maar het is nu ook weer niet dat hij in Reno een man had doodgeschoten ‘just to watch him die’, zoals hij in Folsom Prison Blues zong. Beschouwden die zware jongens hem niet als een poseur?
HILBURN: Nou, de reden waarom die gevangenen zo’n goed publiek waren, was net dat ze zich verbonden voelden met Johnny. Ze wisten dat hij overhoop had gelegen met de wet, en tijdens de show toonde hij veel empathie voor de mannen in de zaal. Ze waren dol op hem, want ze gelóófden hem – wat eigenlijk ook opgaat voor de rest van zijn fans. Bassist Marshall Grant zei dat mensen niet gewoon van Johnny’s muziek hielden, maar dat ze het gevoel hadden dat ze hem kenden en vertrouwden. Dat maakt hem zo’n bijzondere muzikant.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
‘Er zijn zo veel manieren om iets in een lied te vangen. Een daarvan is levenloze voorwerpen bezielen. Daar is Johnny Cash heel goed in. Een van de regels die hij heeft geschreven, luidt: “A freighter said, “She’s been here, but she’s gone, boy, she’s gone.”” Dat is mooi. Dat is kunst.’ (Bob Dylan over zijn bewondering voor Johnny Cash)
Op dit moment loopt er in Nashville een expo over de samenwerking tussen Johnny Cashen Bob Dylan, onder andere op Dylans plaat Nashville Skyline. Cash kreeg zelfs een Grammy voor de hoestekst. Die vriendschap heeft me altijd geïntrigeerd. Ze leken zo verschillend, en toch noemde Dylan hem ‘mijn Poolster, je kunt erop varen’. Wat maakte die twee zo compatibel?
HILBURN: Ik heb het geluk gehad dat ik Bob Dylan verscheidene keren heb mogen interviewen, en je voelt bij hem en Johnny dezelfde onafhankelijkheid en dezelfde totale toewijding aan de muziek. Compromissen maken kenden ze niet, en dát is wat hun verbond.
Dylan haalde zijn sociale kritiek niet alleen bij zijn folkheld Woody Guthrie, maar ook bij Cash?
HILBURN: Bob zei dat hij van Woody Guthrie hield, maar hij twijfelde of Woody’s sociale kritiek en zijn onafhankelijkheid in de jaren vijftig en zestig wel aanvaard zouden worden. Maar toen vond hij dezelfde kritiek en onafhankelijkheid in de muziek van Cash, en dat gaf hem moed. Wat ook hielp, is dat ze bij Columbia Records als buitenbeentjes werden beschouwd. Ze voelden zich lotgenoten, kerels die hun eigen pad volgden.
‘Ja, gefeliciteerd, John Cash, met je supersterrendom. Fantastisch. Maar je moet dankbaar zijn voor die overvloedige zegeningen van God, je bent te opgewonden over je persoonlijke rijkdom, je succes en andere vergankelijke zaken. Hierbij besluit ik, en daarbij vraag ik Gods hulp, dat ik naar meer wijsheid zal streven in dit – mijn 41e – jaar.’ (Johnny Cash schrijft een nieuwjaarsbrief aan zichzelf)
Cash heeft heel lang matige tot slechte platen gemaakt. Bent u het ermee eens dat hij – contradictorisch genoeg – zijn minst inspirerende muziek maakte toen hij actief zieltjes probeerde te winnen?
HILBURN: Van het midden van de jaren zeventig tot het begin van de jaren negentig was elke focus zoek. Hij was een superster geworden en hij was nuchter, en hij beschouwde het als zijn missie om zijn invloed te gebruiken om de Blijde Boodschap te verkondigen. Hij ging de hort op met dominee Billy Graham en zijn zogenaamde Kruistochten. Stel je een footballstadion met tienduizenden devote christenen voor, en Johnny die het woord van de Heer staat te declameren. Die stap paste helemaal bij zijn oorspronkelijke bedoelingen, hè: trek mensen uit de ellende, til ze op, zeg hun dat het wel goed komt, wat ze ook hebben uitgevreten of hoezeer ze de weg kwijt zijn.
Alleen: hij dacht dat hij dat allemaal kon én tegelijk goeie platen kon maken. Dat was niet zo. Hij onderschatte hoe moeilijk het is om goede muziek te schrijven. Tegen de tijd dat hij doorkreeg dat zijn werk eronder leed, had het countrypubliek alweer andere helden. De mensen lagen niet meer wakker van Johnny Cash.
Zijn verslaving heeft zowat zijn hele leven geduurd, en al zijn christelijke voornemens schoten erbij in
Zijn verlossing kwam er rond 1992, en dat lag niet alleen aan topproducer Rick Rubin, die de befaamde American Recordings zou opnemen.
HILBURN: Klopt. De eersten die hem opvisten, waren de jongens van U2. Ze nodigden Johnny uit in Dublin, om het nummer The Wanderer op te nemen voor de cd Zooropa (1993). Dat gaf hem weer zelfvertrouwen. Twee maanden later stapte Rick Rubin het Rhythm Cafe in Santa Ana binnen om Cash te zien spelen, en hij zei: ‘Ik wil graag een plaat met u maken.’ Hij nam Johnny Cash mee naar huis en bouwde hem steen voor steen weer op.
Zijn gezondheid was toen al erg slecht. Hoe heeft hij die sessies beleefd?
HILBURN: In de jaren negentig ging het met zijn gezondheid pijlsnel bergaf. Het is een mirakel dat hij die opnames met Rubin, alleen met zijn akoestische gitaar, heeft afgewerkt. Aan de clip van de song Hurt, oorspronkelijk van Nine Inch Nails, kun je zien hoe breekbaar hij op het einde was. Ik vond het heel bijzonder dat Johnny zichzelf liet filmen terwijl hij er zo kwetsbaar uitzag. June vond het te pijnlijk en wilde het nummer niet uitbrengen. Maar het fascinerende is dat June eigenlijk doodziek was. In de clip lijkt ze heel verdrietig en breekbaar, ze lijkt te denken: John gaat sterven, wat moet ik zonder hem? Wat Rick Rubin en de regisseur niet wisten, is dat June de avond voordien te horen had gekregen dat ze een zwaar hartprobleem had en dat ze onmiddellijk terug naar het ziekenhuis moest. En ze voorvoelde dat ze daar niet levend uit zou komen. De blik in haar ogen zegt dus eigenlijk: ‘Wat moet hij zonder mij?’
Dat hij die clip toch uitbracht, was een van zijn moedigste beslissingen ooit. Vanwege de eerlijkheid, alweer.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Stel dat de American Recordings er nooit waren gekomen. Was Johnny Cash dan méér geweest dan ‘die rock-‘n-roller uit de jaren vijftig’?
HILBURN: Dat valt te betwijfelen. Zelfs de countrywereld was hem vergeten. De American Recordings hebben Johnny’s nalatenschap in beton gegoten. Rubin gaf Johnny een laatste moment in de spotlights, en hij is boven zichzelf uitgestegen. Niet alleen zal zijn muziek nog generaties verder leven, de clip van Hurt zal voor altijd zijn gevecht en zijn triomf laten zien.
‘Soms stond de keuken in brand omdat hij iets verkeerd had gedaan terwijl hij ontbijt aan het maken was, of hij kwam thuis zonder sleutel en sloeg met een bijl de voordeur in.’ (stiefdochter Carlene Carter)
Hoe reageerde de familie Cash-Carter op uw boek?
HILBURN: De reacties van familie, muzikanten en fans zijn overweldigend. Dat spreekt niet vanzelf, want in het boek breng ik toch enkele zeer kwalijke momenten uit Johnny’s leven aan de oppervlakte. Ik denk dat iedereen op het eind zag dat hij er goed uitkwam, als een held die zijn duivels had overwonnen. Een van mijn favoriete uitspraken in het boek komt van zijn zoon, John Carter Cash: ‘Ieder moment van duisternis stelde hem beter in staat om het licht te zien. Misschien is er aan het eind van ieder leven een evenwicht tussen licht en duisternis. Voor mij wint, wat het leven van mijn vader betreft, absoluut het licht.’
Tot slot: kunt u even een oud vraagstuk oplossen? Cash zei ooit: ‘Ik ga graag shoppen. Ik koop hemden en platen. Ik heb al te veel hemden. Vooral zwarte.’ Maar waarom droeg The Man in Black eigenlijk altijd zwart? Een danse macabre met het lot?
HILBURN: Het was iets prozaïscher. (lacht) In 1955 kreeg hij een contract van Sun Records, en moest op tournee. Elke nacht reden Johnny en The Tennessee Two 400 kilometer, van het ene concert naar het andere. Ze droegen witte kostuums, maar die werden natuurlijk al snel smerig. Dus kochten ze zwarte kleren, daar zag je het vuil niet op. Later werd het zwart Iets Symbolisch, met hoofdletters. Terwijl het eigenlijk betekende: we hebben geen wasserij gevonden.
Dit interview is op 21/10 verschenen in Knack Extra Boeken, naar aanleiding van de Boekenbeurs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier