Waarom James Gandolfini niet vergeten mag worden
The Sopranos was een serie die tot het uiterste ging in de test hoe lang de kijker een crimineel personage sympathiek zou blijven vinden: héél lang, zo bleek, en dat had voor een groot stuk te maken met Gandolfini, die de maffiabaas zo menselijk maakte.
51. Dat is jong om te sterven. Maar dat betekent ook dat James Gandolfini pas 37 was toen hij in 1999 voor het eerst in de huid kroop van het personage dat hem wereldberoemd zou maken, Tony Soprano. Dat is zeer jong om zo iemand te spelen. Wie de eerste aflevering van The Sopranos heeft gezien, die briljante opener waarin de maffiabaas in zijn zwembad springt om wat eendjes te redden en later tegenover zijn psychiater Jennifer Melfi een monoloog afsteekt over hoe hij zich voelt als een omgekeerde koning Midas (‘everything I touch turns to shit’), zal nauwelijks kunnen geloven dat die acteur daar in de zetel nog geen 40 is.
Gandolfini was geboren om Tony Soprano te zijn. Voor hij gecast werd voor de HBO-serie had hij wel al een paar kleinere, opmerkelijke rollen gespeeld, zoals de Siciliaanse maffioso Virgin in Quentin Tarantino’s True Romance, maar eigenlijk was hij eind de jaren 90 een nobele onbekende. Daarom leek de kans klein dat hij de job zou krijgen. Tony was niet alleen de centrale rol in een van de meest prestigieuze en riskante series die HBO tot dan had gemaakt, het personage leek ook aan te leunen bij de maffiabaas met angstaanvallen uit Analyze That, een komische film die ook in 1999 uitkwam met een zekere… Robert De Niro. Maar Gandolfini kwam binnen bij HBO en ’that was it’, zoals Sopranos-bedenker David Chase het vorig jaar beknopt uitdrukte in een ‘oral history’ over de reeks in het magazine Vanity Fair.
Toen in 2002 De Niro zijn rol nog eens overdeed in Analyze That had Gandolfini al twee Emmy Awards en een Golden Globe gewonnen, en niemand die er nog aan dacht om de twee personages te vergelijken. De maffiabaas uit de films was een karikatuur, die uit de tv-serie een mens, een personage dat door de jaren heen alleen maar aan diepgang en complexiteit won. Gandolfini zette de gangster die gewrongen zit tussen zijn familieleven en zijn leven in de misdaad ook briljant neer, inclusief angsten, twijfels, zelfhaat en psychopathische neigingen. Voorbeelden legio: de aflevering College, waarin hij samen met zijn dochter enkele universiteiten bezoekt en onderweg een verklikker met zijn blote handen wurgt, of Whoever did this, waarin hij treurt om de dood van zijn favoriete paard.
The Sopranos was een serie die tot het uiterste ging in de test hoe lang de kijker een crimineel personage sympathiek zou blijven vinden: héél lang, zo bleek, en dat had voor een groot stuk te maken met Gandolfini, die de maffiabaas zo menselijk maakte. Tegelijk kon hij met zijn imposante – en door de zes seizoenen heen steeds imposantere – figuur ook perfect de constante dreiging die van Tony uitging overbrengen. Bekijk eens het vijfde seizoen, als hij gescheiden leeft van zijn vrouw Carmela, en dan in sommige afleveringen als een beer door de struiken rond zijn huis sluipt. Of bekijk gewoon eens dit fragment:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Hij loopt zijn oprit af, gekleed in een witte badjas, om de krant te gaan halen, en toch zit je onwillekeurig te denken dat er iets vreselijks gaat gebeuren. En dat is nu ook gebeurd. Vaarwel James ‘Tony’ Gandolfini.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier