Theaterfestival 2011: Freetown, Dood Paard

Dood Paard pronkt met een nieuwe tekst van gerenommeerd toneelauteur Rob de Graaf én met drie virtuoze actrices.

Stellenbosch, Zuid-Afrika. Begin jaren 2000. We kuieren door de supermarkt en leggen ons winkelmandje vol (exotisch) lekkers. Plots voelen we dat de andere winkelaars meer naar ons dan naar de koopwaar kijken. Wat blijkt, we deden boodschappen in een winkel die vooral door zwarten bezocht werd.

Van dat gevoel ‘bekeken te worden’ hebben de dames uit Freetown van het collectief Dood Paard amper last. Zij brengen hun tijd in Afrika vooral achter de beveiligingstralies van hun luxevakantieoord door.

Venus Beach

Het Nederlandse collectief Dood Paard werd in 1993 opgericht en bestaat uit theatermakers / acteurs Kuno Bakker, Gillis Biesheuvel, Marten Oosthoek, Raymond Querido, René Rood en Manja Topper. “Elke voorstelling is een expliciete poging van de spelers om zich tot de wereld van nu te verhouden”, zo luidt hun missie.

Het collectief scoort al achttien jaar met hun onomwonden, sobere speelstijl waarbij ze het publiek niet zelden (letterlijk) in de ogen kijken én met vinnige, vaak speciaal voor het collectief geschreven (of bewerkte) teksten waarin engagement, ironie en poëzie verdacht goed samengaan.

In Freetown ( * * * oe ) is dat niet anders. Het leverde hen zelfs een selectie voor Het Theaterfestival 2011 op. Nochtans is de tekst van auteur Rob de Graaf, een van de sterkte Nederlandse theaterpennen, niet zó ongelooflijk knap. De Graaf vond inspiratie in de Franse film Vers le Sud (2005) van regisseur Laurent Cantet. Cantet voert in zijn film drie volwassen dames op (twee oudere dames en een jongere vrouw) die op vakantie zijn in Haïti en zich de charmes van de zwarte mannen laten welgevallen. Ook al willen die mannen naast tederheid ook geld voor hun sensuele diensten…

De Graaf voert een soortgelijk trio op maar verplaatst de actie naar Afrika waardoor hij makkelijker maatschappijkritiek in zijn stuk kan binnensluizen. In Freetown voert hij drie succesvolle (zaken)vrouwen op die zich schuilhouden achter ‘the fence‘ van hun luxevakantieoord in Afrika.

In dat resort, Venus Beach, palaveren de dames over de maatschappij (Europa is een pensioenstaat), over cultuurrelativisme en over de wilde (én sexy) inborst van de zwarte mens. Ze laten zich op alle vlakken ferm soigneren (of beter: tegen betaling bedienen) door die zwarten.

De Graaf voert drie iets te doorzichtige karikaturen op. Dit maakt zijn tekst – ondanks de messcherpe en ironische, maatschappijkritische pen – iets te weinig inventief. Maar de karikaturen worden wél met bravoure vertolkt door Manja Topper, Ellen Goemans en bovenal Lies Pauwels. Gehuld in jurkjes-met-luipaardprint en met de voeten gezellig in een metershoog strand van leeg gezopen limonade- en bierblikjes spelen ze de sterren van de hemel en trakteren u op spelerstoneel om duimen en vingers bij af te likken. Bovendien zorgt hun flamboyant spel ervoor dat de spitse en geëngageerde zinsneden van de Graaf magistraal tot hun recht komen.

Luipaardspeelsters

De jury van Het Theaterfestival 2011, bestaande uit Eva Brems (Groen!, UGent), Valentijn Dhaenens (SKaGeN), Pietjan Dusee (Productiehuis Brabant), Eddie Guldolf (C-Mine Genk) en Sarah Van Kersschaever (De Standaard), looft nochtans vooral de tekst van deze creatie. De jury vindt het een van de opvallendste teksten binnen de festivalselectie.

Het is een gelaagde, actuele en poëtische tekst; een scherpzinnig portret van drie welgestelde vrouwen op vakantie in een resort aan de westkust van Afrika, op zoek naar zon, zee, strand én donkere, welwillende mannen.

De jury vindt niet dat de Graaf zijn personages net iets te veel tot karikaturen maakt:

Knap is dat de Graaf geen karikaturen van de personages maakt. Hoewel hun redeneringen vol tegenstrijdigheden zitten en hun uitspraken weinig politiek correct zijn, blijf je mededogen voelen. Want ook als toeschouwer heb je geen pasklaar antwoord op de vraag hoe je je als rijke westerling verhoudt tot de armoede in Afrika.

Het karikaturale schuilt echter niet zozeer in de overtuigingen van die personages. Maar wel in hoe de personages als individu getekend zijn door de auteur. En dat is maar magertjes: een verkrampte zakenvrouw, een gewiekste zakenvrouw en een typische, naïeve singledame. De Graaf legt de dames ‘voor hun profiel typische’ uitspraken en hersenkronkels in de mond. Hierin toont hij zich duidelijk een auteur wiens sterkste aspect niet het verzinnen van karakters en situaties is maar het broeden op sensuele en maatschappijkritische oneliners die rollen als knikkers, schitteren als diamanten en raken als naalden.

De jury looft tot slot – en terecht – de acteerprestatie van de “voor een Louis D’Or genomineerde Lies Pauwels”.

Samen met Goemans en Topper én dankzij het sobere, betekenisvolle en ietwat grappige decor tillen zij Rob de Graafs tekst op. Zo zetten zij, zoals de festivaljury het treffend verwoord, “eerlijk theater neer, voor een breed al dan niet geëngageerd publiek.” En leest u die laatste ‘eerlijk’ vooral ook als ‘heerlijk’.

Els Van Steenberghe

Freetown, Dood Paard. Gezien op 31 augustus 2011. Meer info: www.doodpaard.nl en www.theaterfestival.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content