Els Van Steenberghe
Theater: YVOD/ROBOT, Tuning People
Tuning People belooft met ‘YVOD/ROBOT’ de gevoelens van robots te tonen. Rare kwibussen, die robots….
Stoelendans
De op 30 juni 2009 overleden Duitse choreografe Pina Pausch was de eerste. Met Café Muller (1978) verwerkte ze de herinneringen aan haar jeugd in het ouderlijke café in een choreografie tussen, onder en op houten caféstoelen. De legendarische voorstelling prijkt sindsdien op het repertoire van haar danstheatergezelschap Tanztheater Wuppertal en geldt als een mijlpaal in de moderne dansgeschiedenis en in Bausch’ rijke oeuvre.
Een scène vol stoelen stouwen, betekent dan ook de confrontatie aangaan met dit meesterwerk. De jonge theatermaker Jef Van Gestel deed het in 2009 succesvol met PITSERS (fABULEUS).
Van Gestel studeerde in 2004 af als dramadocent aan de Maastrichtse Toneelacademie. Sindsdien zoekt hij niet zozeer een taal maar een manier om het zoeken tot zijn taal te maken. Wat daarbij kan helpen, is ‘genrehuppen’. Van Gestel is langzamerhand van alle markten thuis…
In 2006 zagen we zijn intimistisch Chatgirl (ook bij het Leuvense jongerentheater fABULEUS). In deze tekstvoorstelling verlangen twee pubers naar de mysterieuze chatgirl en een volwassen leven. In 2009 creëerde hij dan, samen met danseres/choreografe Karolien Verlinden en vormgever/geluidsontwikkelaar Wannes Deneer, het verrassende PITSERS met, jawel, een massa stoelen op de scène waarmee gegooid, gevlogen en gedanst werd. Bepaalde scènes – rennen tussen de stoelen en deze al lopend opzij gooien – herinnerden aan Bausch’ Café Muller. Hier was echter geen inspiratieloze parasiet aan zet, maar een stel jonge kunstenaars die Bausch van antwoord dienden met een gewaagde (her)interpretatie van haar meesterwerk.
Robotliefde
Het drietal vormt al sinds 2003 het collectief Tuning People. Dit collectief verkent het muziek- en figurentheater. Het collectief ontstond in een kelder in Berchem. De oude voorwerpen die ze er vonden, vormden de basis van hun (geluids)theater. In 2003 creëerden ze Tuning People#1, waarin Verlinden danste op de tonen die ze zelf voortbracht met een ‘elektro-akoestisch’ kostuum. In 2008 volgde de geluidsfabriek Worm. In YVOD/ROBOT ( * * 1/2) staan de drie groepsleden voor het eerst samen op de scène.
Deze objectenmusical met robots – noem het gerust experimenteel muziektheater – ontstond uit een resem improvisatie- en knutselsessies. Samen fantaseerden ze gedurende enkele maanden over robotten en hun gevoelens. Of beter: over de gevoelens die mensen graag aan robotten en andere levenloze wezens toeschrijven. Denk maar aan de voornaam waarmee sommige mensen hun auto aanspreken.
Het resultaat is een onduidelijke voorstelling. Het willen tonen van personages die doen alsof ze geloven in de emoties van hun knutselwerken is aartsmoeilijk. Het levert bevreemdende en te trage scènes. De makers/spelers willen meer zijn dan de manipulatoren van hun objecten maar ze acteren te summier om als personage uit de verf te komen.
Resultaat: de creatie rijdt zich vast in robotiserende hoogstandjes en onbeduidende klankenlandschappen. Al werden we vaak aangenaam verrast en geraakt door subtiele vondsten die heel even een stukje ziel van een stukje karton, een houten plank of een lampenkap insinueren.
Krakende robots
Slechts naar het einde toe komt er enige vaart in de voorstelling en ontwikkelt zich een dun liefdeslijntje. Alle andere (al dan niet amoureuze) spanningslijntjes tussen de manipulatoren onderling én de spelers versus de robots worden amper tot niet uitgewerkt. De voorstelling blijft teveel hangen in het geven van een sferische indruk van een ondergronds atelier waar mensen ten dienste staan van robots of dat toch heel graag willen laten geloven. De robots komen er inderdaad als kneusjes uit die zonder hun menselijke begeleiders niets meer zijn dan bij elkaar getimmerd en geplakt schroot. Maar de begeleiders zelf laten te weinig in hun persoonlijke kaarten kijken om de reden van hun passie voor de gevoelige robots werkelijk met het publiek te delen.
Een dergelijke gebricoleerde creatie knipoogt naar verwant werk van meer ervaren rotten als Pat Van Hemelrijck en Studio ORKA. Al knipogend legt de creatie alsnog een eigen accent. Het is een focus die ook bij Chatgirl en PITSERS opviel: Tuning Peoples voorliefde voor verstilde personages die in een fantasiewereld hun eigen verhaal vertellen, dansen of knutselen en dit zonder veel omhaal aan de toeschouwers presenteren. De zwakke schakel in die taal is het (voorlopige) onvermogen om die ingetogen presentatie tot een betekenisvolle confrontatie te maken. De taal van Tuning People mist vooralsnog stuurkracht. Door hun creaties nog iets strakker en spannender te structureren, zouden ze de blik (en empathie) van hun publiek beter kunnen sturen (en bespelen).
Els Van Steenberghe
YVOD/ROBOT, Tuning People i.s.m. kc nOna & Villanella. Gezien op 26 juni 2010. Meer info: www.tuningpeople.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier