Els Van Steenberghe
Theater: TAZ – Nomaden1
Langs troosteloze locaties dolen waar de voorstellingen van jonge makers amper gedijen. Ook dat is TAZ …
Opnieuw trokken we de stad in. Deze keer niet met de bus maar te voet. En begeleid door twee goedbedoelende dames die ons een wafel en een sapje in de handen duwden. We voelden ons weer vijf jaar. Toen we, hand in hand met onze kleuterliefde én onder het goedkeurende oog van Zuster Aimée, monter de Zoo van Antwerpen verkenden.
In Oostende geen beesten maar des te meer acteurs. En net zoals de theaterwandeling Nomaden 5, speelt ook Nomaden 1 zich op de meest vreemde locaties af. Van een aftands achterzaaltje tot een kille museumzaal of een stinkende kelder. Alles is goed genoeg om er jong talent voor de leeuwen te gooien. Waarom?
Gemiste locatiekansen
De kracht van locatietheater is dat de voorstelling dankbaar van de locatie gebruikmaakt. Om een extra statement te maken of het verhaalthema te benadrukken. Locatietheater put zijn noodzaak uit de locatie.
De verschillende Nomaden bestaan echter uit afgewerkte studentenvoorstellingen. Hun kracht (én noodzaak) schuilt vooral in de artistieke durf eerder dan in inhoudelijke diepgravendheid of de verankering aan een locatie. De kunst bestaat er dus in om de TAZ-locatie zodanig te kiezen dat ze de voorstelling naar een hoger niveau tilt. Een trucje dat de TAZ-programmatoren niet helemaal in de vingers hebben. Men stapelt de gemiste locatiekansen op.
Tijdens Nomaden 5 woonden we het concert Yard Sale bij in een morsige, karakterloze loods. Gelukkig lieten de jonge muzikanten zich hierdoor niet afschrikken. Ze leverden – zoals we al schreven – een puik concert af waarbij hun enthousiasme en lef het gebrek aan podiumervaring ruimschoots goedmaakte en ons de mistroostige ruimte deed vergeten.
Choreograaf Michiel Vandevelde gebruikte tijdens diezelfde theaterwandeling de ruimte wél op een ingenieuze manier. Hij maakte de omgeving expliciet deel van zijn performance. Zonder de specifieke ruimtes (van een kerkje tot het strand van Oostende) kon zijn performance niet plaatsvinden. Ook dat maakte zijn Creatie 2010 zo revelerend.
Nomaden 1 neemt het publiek mee op ‘schoolreis’. Iedereen krijgt van de goedbedoelende dames naast het vieruurtje ook een MP3-speler. Er wordt gevraagd om de gids te gehoorzamen (‘Luister naar de MP3-speler!’) en goed aan te sluiten. Daar gaan we. Het parcours naar de verschillende locaties is een belabberde poging tot gegidste rondleiding. Als een gids (digitaal of live) van een theaterwandeling nauwelijks méér kan dan oppervlakkig neuzelen met wasseretteklanten en andere locals, dan legt men die gids beter het zwijgen op.
Het dient gezegd dat die MP3-gids een goedbedoeld probeersel is van theaterstudenten. Het is lovenswaardig dat TAZ zelfs de begeleiding van de Nomaden aan piepjonge theatermakers overlaat. Maar deze mensen zouden zélf flink baat hebben bij een gids (of mentor) die hun scheutige ideeën helpt te stroomlijnen én te versterken.
Misleidingmanoeuvres troef!
De drie verschillende voorstellingen binnen deze Nomaden 1 overtuigen gelukkig meer dan de gids.
Performer Freek Vielen verwelkomt zijn publiek in een kaal vergaderzaaltje. Met zijn verteltalent tovert hij het ogenblikkelijk om tot een bont verhalenlandschap, waar de existentiële onzekerheid van een twintiger welig tiert. Vielen begrijpt de veerkracht van de associatieve verhaalwending én van het stoeien met actuele feiten. In deze Begin – verder in het Noordoosten lichte bewolking ( * * * ) maakt hij daar gretig gebruik van. Al vertellend over ons jachtig tijdperk, de uitdijende wereldproblemen en zijn eigen liefdesperikelen spint hij een poëtische wereld. Daarin is het, ondanks alle twijfels en geruzie, aangenaam toeven. Met dank aan zijn virtuoze spielerei met woorden.
Die spielerei driegt sommige verhalen te sterk in hun eigen woordenbrij in te kapselen. Toch schuilt in Vielens performance de kiem van een veelbelovende vertelkunst die de wereld niet wil verkennen en verklaren via de gangbare paden maar via gefantaseerde paden.
Ook het duo Bas Maassen en Stefan Jakiela, dat postvatte in een zaal van het Mu.zee, maakt van de verrassing een leidmotief. Beide heren brengen met Art’aartelopen ( * * oe) een grappige mimevoorstelling. De creatie blijft nog te veel in het louter ‘visueel prikkelende beelden maken’ steken. Ondanks de kleurige vormgeving en de heldere verhaalopbouw (namelijk: een dag uit het leven van twee drukke snoeshanen met te veel fantasie).
Het is het pas afgestudeerde Waalse trio, Ramdam Collectif, dat het sluwst (en meest stinkend) uit de hoek komt met Buzz and Tupperware ( * * * ). Aan die stank kunnen ze niets doen. Maar dat hij er hangt, is mooi meegenomen…
Het collectief kroop in de geurige catacomben van een internaat en presenteert daar, geheel conform de nieuwste digitale presentatietechnieken, zijn visie op het voortbestaan van de podiumkunsten. Met als prioritair principe: ‘De klant is koning’. Wat zou u ervan vinden om op het internet een voorstelling te kiezen en deze dan live mee te maken? Of offreert u liever zelf een ideetje dat dan door het gezelschap tot smakelijk toneel getransformeerd wordt?
De drie verkopen zichzelf en hun ‘koopwaar’ in hoogst betamelijk Nederlands en met een flinke dosis ironie. Dat ze hiervoor in een stinkende kelder afdaalden, maakt deze grijnsvoorstelling er alleen maar sterker op. Zo bewijzen ze dat Nomaden welzeker de locatie tot een extra troef van hun voorstellingen kunnen omturnen.
Els Van Steenberghe
Meer info: www.theateraanzee.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier