Els Van Steenberghe

Theater: TAZ – Koning Leopolds Alleenspraak (’t ARSENAAL) sluit af

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

En het werd een vermoeid slot.

De festivalvermoeidheid heeft toegeslagen. Bij publiek én artiesten, zo bleek donderdagavond tijdens de première van Koning Leopolds Alleenspraak ( * * oe ) door ’t ARSENAAL. Sommige toeschouwers dommelden domweg in, terwijl op de scène – of wat dienstdeed als speelvloer – acteur Rik Van Uffelen zich kranig hield in een weinig geïnspireerde regie van Michael De Cock.

Negers zijn wildemannen

Het doel van Michael De Cock was nochtans nobel. Door het ensceneren van de novelle van Mark Twain wilde hij een scherpe inkijk bieden in de ziel van Leopold II (en de perceptie van die ziel door de buitenwereld). Inspiratiebron bij uitstek was de vlijmscherpe politieke satire van de hand van Mark Twain: King Leopold’s Soliloquy (1905).

Twain is het pseudoniem van de Amerikaanse auteur Samuel Langhorne Clemens (1835 – 1910) die vooral roem verwierf door zijn snedige pen waarmee hij de actualiteit even scherp als ironisch van commentaar voorzag. Hij schreef ook het befaamde The Adventures of Tom Sawyer (1876) en Adventures of Huckleberry Finn (1884).

Met King Leopold’s Soliloquy leverde Twain een pikant stukje satirische maatschappij- en monarchiekritiek af. Zoiets ensceneren is niet evident. In deze politieke satire somt Leopold II de gruwelfeiten op en tracht deze meteen goed te praten. Zo laat Twain Leopold II beweren dat marteling een deel is van de Congolese cultuur. Zijn conclusie: je kunt negers, die wildemannen, niet op een ‘gewone’ manier straffen…

Twain laat Leopold II die respectloze atttitude jegens de Congolezen verdedigen nadat Leopolds soldaten zestig zwarte vrouwen kruisigden:

Persons will begin to ask again, as now and then in times past, how I can hope to win and keep the respect of the human race if I continue to give up my life to murder and pillage. [Scornfully] When have they heard me say I wanted the respect of the human race? Do they confuse me with the common herd? Do they forget that I am a king? What king has valued the respect of the human race? I mean deep down in his private heart. If they would reflect, they would know that it is impossible that a king should value the respect of the human race. He stands upon an eminence and looks out over the world and sees multitudes of meek human things worshipping the persons, and submitting to the oppressions and exactions, of a dozen human things who are in no way better or finer than themselves — made on just their own pattern, in fact, and out of the same quality of mud. When it talks, it is a race of whales; but a king knows it for a race of tadpoles.”

Het is maar één van de vele straffe uitspraken uit Leopolds mond. Uitspraken die geen garantie zijn op straf theater. Al is de voorstelling een mooie kers op de Oostendse festivaltaart, 50 jaar na de onafhankelijkheid van Congo.

Leopold II wordt gedegen vertolkt door Van Uffelen. Jammer genoeg is de acteur te vaak onverstaanbaar door de belabberde akoestiek in de stationsruimte – weifelend tussen wachtzaal en archiefruimte – waar de voorstelling speelde. Wat nog vervelender is, is dat De Cock er niet in slaagt om met deze enscenering het actuele belang van de tekst te onderstrepen.

De Cock blijft te veel haken in het louter letterlijk theatraliseren van de tekst. Dat Van Uffelen hierbij geflankeerd wordt door een Congolese muzikant (die de gruweldaden in een lied zingt) en door de actrice Evelien Van Hamme verandert daar weinig aan. Van Hamme zit er voor spek en bonen bij. Net als de muzikant overigens. Ze bieden amper weerwerk aan Van Uffelen.

Tijdens de voorstelling ruilt Leopold II zijn burgerplunje voor zijn uniform. Die geleidelijke transformatie van mens tot koning is een van de (te zeldzame) spitsvondigheden in De Cocks regie. De scène verbeeldt de dubbelheid van de mens die Leopold II (ook) was: een papa én een man met bloed aan de kroon en te machtshongerige blik op de koloniale bevolking. Dit beeld had een vertrekpunt kunnen vormen om van deze Koning Leopolds Alleenspraak veel meer te maken dan een (gekend) geschiedenislesje.

Na sfeerbeheer: locatiebeheer aub!

Kortom, het werd tijd dat de slotdag zich aankondigde want de creativiteit was na een week zon, zee en zand grotendeels weggespoeld.

Ondanks dit magere slot is De Cock heus geslaagd in zijn opzet. Hij nam zijn curatorschap te baat om de talrijk opgedaagde festivalgangers (er werden 25 000 tickets verkocht) met de neus op de problemen van immigranten (door hem ‘nieuwkomers’ genoemd) te drukken. Die festivalgasten werden met recht, rede en succes ondergedompeld in een uiterst maatschappelijk geëngageerd bad, met dank aan een karrenvracht voorstellingen (274 waarvan 191 betalend) van het ’t ARSENAAL en vrienden en idolen van De Cock (zoals: Josse De Pauw met Weg, Hanneke Paauwe met Heimwee naar Tirgu Mures of Braakland/ZheBilding met Hitler is dood, een coproductie met ’t ARSENAAL).

Ook de lichting jonge makers toonde zich maatschappijkritisch. Niet zo expliciet als De Cock. Wel door de frisse én weloverwogen manier waarop zij het land, de zee en de lucht – samen met het publiek – veroverden. Ze deden het op een, met dank aan collega Liv Laveyne voor het woord, ‘genereuze’ manier en maakten hun publiek niet zelden letterlijk deelachtig aan hun denken en creëren.

Theatermakers Stefanie Claes en Mokhallad Rasem prikkelden de nieuwsgierigheid van de mentoren met respectievelijk Het feest van de platte cake en Irakese Geesten het meest. (Rasems Irakese Geesten werd eerder al geselecteerd voor het Theaterfestival 2010.)

Dat werd zaterdagmiddag 7 augustus 2010 bekendgemaakt. De beide makers ontvangen elk een KBC-Creatieprijs voor Jong Theater ter waarde van 7500 €. Met dit geld mogen ze een nieuwe creatie maken die in première zal gaan tijdens TAZ#2011.

Hopelijk op iets betere uitgekiende locaties dan dit jaar het geval was. Want TAZ#2010 lokte veel volk, toonde veel schoons maar bezette nog te veel aftandse locaties. De begeleiding naar de locaties (al dan niet geslaagd) was dan wel geanimeerd, de locaties zelf waren zelden om over naar huis te schrijven. En nog minder vaak maakten ze ook werkelijk deel uit van de voorstelling.

Ondertussen blonk het Familiepark (alias het Leopoldpark) van trots door de restyling. Met dank aan Mechelen Kinderstad. We houden ons hart al vast voor de editie van volgend jaar, maar – zo werd ons bevestigd – het stukken betere kwaliteitsniveau dat nu werd gehaald, blijft de maatstaf. Met Mechelen Kinderstad als geprefereerde partner. Applaus!

Geen comedy dit jaar. Daarover hoort u ons evenmin klagen. Het genre raakte nooit geheel ingeburgerd in het festivalprogramma. Door deze kleine inperking, kon men uitpakken met (meer) kwaliteitsvoller materiaal binnen de andere genres.

Verder analyseerde een bont allegaartje van Bekende en Belangrijke Vlamingen (van Bent Van Looy, via Gerda Dendooven en Chris Lomme tot Michael De Cock of Wouter Deprez) de wereld middels bekende en belangrijke boeken (zoals: Chris De Stoops Vrede zij met u, zuster of Tom Lanoyes Sprakeloos) tijdens Uitgelezen. De analyses werden subtiel gekruid door jong en meer gevestigd muzikaal talent. Schrijverspodium, tot slot, zorgde ervoor dat er tijdens het festival twee nieuwe theaterteksten werden geschreven door Pepijn Lievens en Marcel Osterop.

En op Café Koer, het festivalhart, werd er gezongen, gedronken, gefeest én alvast vooruitgeblikt op de editie 2011. Hopelijk ziet me dan eindelijk in dat locatietheater meer is dan het bezetten van oude loodsen, kelders en dito herenhuiskamers.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.theateraanzee.be en www.tarsenaal.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content