Els Van Steenberghe
Theater: Oresteia, De Roovers
Hoe zinvol is het om een moordenaar te vermoorden? De Roovers stellen zich deze vraag in een sterke ‘Oresteia’.
Plaats van afspraak voor deze Oresteia ( * * * oe ) is het Slachthuis in Antwerpen. Een slachthuis om het verhaal te vertellen van een gezin wiens thuis transformeert tot, jawel, een slachthuis. Met dank aan het engagement van de pater familias, Agamemnon, in de Trojaanse Oorlog. De man offerde zijn dochter Iphigineia voor de vrede. Dat wordt hem thuis niet in dank afgenomen. Hij wordt er vermoord door zijn echtgenote Klytaimnestra. Dit is hét signaal voor haar zoon Orestes (aangemoedigd door zijn zus Elektra) om haar te doden.
Is Orestes’ moord gerechtvaardigd? Heeft de mens het recht om een moordenaar te doden? De vraag is niet uit de actualiteit weg te branden nu de Verenigde Staten Osama Bin Laden doodden. Waarom kreeg die man geen proces? Hoe zinvol is zo een wraakactie?
Actueel repertoire
Die vragen stellen De Roovers zónder in de verleidelijke val van de expliciete actualisering te trappen. Met andere woorden: ze hebben het nooit over, bijvoorbeeld, Bin Laden. Dat is een verademing. In 2006 voerde het collectief Euripides’ Alkestis op in een bewerking van Ted Hughes. Bernard Dewulf vertaalde de tekst. Ook nu kiezen ze voor Hughes’ bewerking van Aeschylos’ tragedie Oresteia (458 voor Christus) en is het Dewulf die de Engelse tekst tot een potige brok exquise poëzie transformeert. Hij vertaalde de integrale tekst. De Roovers selecteerden er passages uit. En ze voegden er citaten en fragmenten uit andere werken aan toe. Het resultaat is prachtig. Deze theatermakers weten in een poëtische taal vlijmscherpe politieke en maatschappelijke vragen te formuleren én te contextualiseren.
De Roovers kunnen in 2014 hun 20ste verjaardag vieren. Nadat ze samen afstudeerden aan het Conservatorium Antwerpen richtten ze, in 1994, hun collectief op. Van in den beginne profileerden ze zich als een collectief dat de kracht van het woord graag koppelt aan een inventief, sober scènebeeld én een doorleefd maar nooit bravoureachtig spel. Sara De Bosschere, Sofie Sente, Robby Cleiren en Luc Nuyens zijn getalenteerde spelers die met de jaren én dankzij de inbreng van hun dramaturg Klaas Tindemans, ook doorwinterde dramaturgen zijn geworden.
Voor deze Oresteia begaven ze zich dan ook niet over een nacht ijs. Een tweetal jaar zat de groep rond de tafel, voor de gelegenheid aangevuld met Ilse Uitterlinden (een vurige Klytaemnestra) en de jonge Jeroen Van der Ven (Orestes). Vanuit deze ’tafelgesprekken’ groeide een inzicht over de essentie van Aeschylos’ trilogie. Het drieluik handelt eigenlijk over de schuldvraag want eindigt met de allereerste rechtszaak waarin een volksjury moet oordelen. In dit geval: over Orestes.
De overgang naar dit slotstuk levert een van de sterkste scènes op. De vermoorde Agamemnon (een ontzagwekkende Robby Cleiren) en Klytaimnestra zitten aan een betonblok (het enige decorstuk). Ze praten over (on)schuld. Cleiren doet dat met woorden uit De Welwillenden (een oorlogsroman uit 2006 van Jonathan Littell). Uitterlinden repliceert met een getuigenis uit het boek Born Guilty. Children of Nazi families van Peter Sichrovsky. De dialoog is, zowel qua taal als qua spel, overdonderend in zijn minutieusheid en intensiteit. Meesterlijk.
De kracht van donkerte
Het is geen vrolijk stuk, dus ging de troep op zoek naar een setting die het publiek helemaal zou onderdompelen in die geladen sfeer. Het immense Slachthuis bleek de ideale locatie. Toch is de sfeer niet louter aan de betonnen zuilen en kunstige glaspartijen te wijten.
De Roovers spelen niet vaak op locatie. Maar áls ze hun camionette voor een onconventionele theaterzaal parkeren, dan hebben ze daar alle reden toe en maken ze zich de ruimte compleet eigen. Dat zagen we jaren geleden (in 2000), toen een indrukwekkende De kleine zeemeermin (tekst van Judith Herzberg) werd opgevoerd in een leeg zwembad. Ook nu erkennen de spelers die locatie in al haar donkerte en grootsheid. Vanuit het karakter van de ruimte bouwen ze het spel, de sobere maar kunstige kostuums en de scenografie op.
De galmende akoestiek, bijvoorbeeld, wordt tot een meerwaarde omgeturnd. Dankzij een suggestieve soundscape én een koor. Dat koor vervult geenszins de klassieke, Griekse rol van een commentator. Die rol is weggelegd voor een ijzersterke Sofie Sente die het publiek als verteller door het verhaal loodst. Het koor zingt sfeervolle partijen, gecomponeerd door Peter Spaepen, die de gespannen sfeer intensifiëren en onderstrepen.
In het begin is het voor de acteurs en de koorleden wat moeizaam zoeken naar het juiste volume zodat ze mekaar niet in de weg zitten. Dit zorgt er ook voor dat het publiek, vooral bij de aanvang of wanneer de acteurs schreeuwen, erg geconcentreerd moet luisteren om alle prachtige woorden te horen en te laten bezinken. Daarom is het jammer dat het publiek na afloop geen tekstboekje kan aanschaffen.
Naast de akoestiek wordt ook de architectuur van de ruimte inventief aangewend. Fotograaf en scenograaf Stef Stessel licht de ruimte stemmig uit. Hij is ook als (oorlogs)fotograaf prominent aanwezig op de scène en maakt live beelden die op de ‘fries’ boven de scène worden geprojecteerd. Je voelt je haast in een Griekse tempel. Of beter: in een tijdloze, universele plek waar men over het rechtspreken verhaalt en reflecteert.
Politieke poëzie
Deze Oresteia is ijzersterk en brandend actueel theater. Het is de vrucht van een jarenlange samenwerking tussen deze spelers, van hun streven naar puurheid in taal en oprechtheid in spel. Het is een ontegensprekelijk bewijs dat theater tegelijkertijd politiek en poëtisch, muzikaal en statig, groots en intiem kan zijn. Het is kunst die de honger naar schoonheid stilt maar de mensheid tevens een geweten schopt. Want eigent die mens zich niet te vanzelfsprekend het recht tot vergelden toe? Wat denkt u?
Els Van Steenberghe
Oresteia, De Roovers. Gezien op 4 mei 2011. Meer info: www.deroovers.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier