Els Van Steenberghe
Theater: Mouchette, Theater Artemis
Als spreken niet meer lukt, zuip dan. Of knijp eens heel hard in uw knuffelbeest.
‘De deur! Die deur! Dicht!’ Regisseuse Floor Huygen deelde tot net voor de première de lakens uit. Die verfoeide deur zou ook tijdens de voorstelling voor frustratie zorgen. Haar uitgepuurde enscenering van Arne Sierens’ Mouchette ( * * * ) speelt namelijk in een kale, witte ruimte. Amper decor, behalve die snertdeur dus…
History revisited
Toen Arne Sierens in 1990 de Taalunie Toneelschrijfprijs won met Mouchette / Colette, stampte toneelauteur en theatermaker Pauline Mol in Den Bosch ‘haar’ Theater Artemis uit de grond. Ze deed dat op vraag en in opdracht van de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
Mouchette / Colette is geïnspireerd op de gelijknamige, meesterlijke film van de Franse cineast Robert Bresson uit 1967.
Het juryrapport van de Taalunie Toneelschrijfprijs prees Sierens’ kunstig en respectvol gebruik van de volkstaal:
De opeenvolging van momentopnamen, deze mengeling van gevoelens en gevoeligheden, verleent aan het stuk een zeldzame directheid en kernachtigheid. De sprankelende volkstaal vol impliciete humor die Sierens zijn personages laat spreken, vervult een dienende rol ten opzichte van het geheel; nergens wordt de volkstaal hier misbruikt om een goedkoop succes te boeken. De auteur bezit onmiskenbaar de gave het innerlijke van zijn personages te ‘verklanken’ in een idioom dat naadloos aansluit op een schragend thema. Het is door dit samengaan van een anekdotisch gepresenteerde, maar sociaal breed-ingebedde thematiek met een zeer vakkundige, maar tegelijk ontwapenend authentieke vormgeving, dat de jury zich met enthousiasme heeft laten leiden bij het toekennen van de Nederlands – Vlaamse Toneelschrijfprijs 1990 aan de schrijver van Mouchette, Arne Sierens.
In 1994 zou Sierens, samen met de choreograaf Alain Platel, de legendarische voorstelling Moeder en kind maken. Ook deze creatie blonk uit door een kien gebruik van de volkse taal en volkse personages. Sierens maakt hen tot metaforen voor het weerbarstige leven.
Ondertussen timmerde Mol aan een toonaangevend jeugdtheaterhuis met veel aandacht voor het uitbouwen van een kwaliteitsvol jeugdtheaterrepertoire. Met Dag Monster (1986), Ifigineia Koningskind (1989), Het laatste kind (1993), Vertel Medea vertel (1994) of Foppe en Douwe (1999) schreef ze heuse jeugdtheaterklassiekers. Mol stimuleerde ook gevestigde en nieuwe auteurs om een jeugdtheatertekst te schrijven.
In 1998 gaf ze de fakkel door aan regisseur Matthijs Rümke. Hij zette het beleid voort, met aandacht voor de uitbreiding van repertoire én voor het dichten van de kloof tussen jong en oud. In 2005 werd Rümke de artistieke leider van het Zuidelijk Toneel. Hij gaf op zijn beurt de fakkel door aan de huidige artistiek leidster Floor Huygen. Zij verdiende haar sporen als regisseur onder meer bij de voormalige Theatergroep Hollandia / ZT Hollandia.
Vuilwit
Om het twintigjarig bestaan van Theater Artemis te vieren, was Mouchette – een stuk over het smoezelige verbond tussen twee ‘plantrekkers’, een oudere man en een jonge meid, die zich trachten overeind te houden in een ongenadig leven – behoorlijk ideaal. En Huygen viert tegelijkertijd haar eerste lustrum als artistiek leider van het huis.
Huygens waarmerk zijn rauwe regies die vanuit een sobere maar stuwende speldrift en met een minimum aan rekwisieten de kracht van de woorden onderstrepen. In Woeste hoogten, rusteloze zielen (2010) slaagde ze hier uitmuntend in. Deze Mouchette overtuigt minder omdat Huygen overbodige ‘sfeerelementen’ (licht en geluid) aan de scenografische soberheid en het flakkerende spel toevoegt.
De première werd gespeeld in de witgekalkte ontvangsthal van Theater Artemis. De stevigste pilaar deed dienst als het ‘huisje’ van Arsène (treffend hard vertolkt door Bert Luppes). Colette (bijnaam: Mouchette of vliegje), driftig en breekbaar gespeeld door Alejandra Theus, vatte post in een ander hoekje van de ruimte dat door de (probleem)deur werd afgeschermd. Althans, dat was de bedoeling. Het gedoe met de deur bleef gedoe en leverde spelmatig noch scenografisch een meerwaarde op.
Huygen regisseert met veel respect voor de tekst. Met de accenten die ze legt, maakt ze Sierens’ fragmentarische tekst tot een aaneenschakeling van zorgvuldig gecomponeerde tableaux vivants waar de uitzichtloosheid van af straalt. Spijtig genoeg tracht Huygen met (te) typische straatgeluiden en een onrustige lichtregie die scènes met elkaar te verbinden. Tevergeefs. Het levert, opnieuw, enkel gedoe op. Het stokt het ritme van de voorstelling, eerder dan het aan te wakkeren.
Een van de schoonste overgangsmomenten tussen twee scènes is dan ook een van de stilste: Arsène zit bij zijn pilaar en Colette zit in haar hoekje, met de armen rond Quichote, haar knuffelbeer. Elk gevangen in een eenzaam, marginaal leven. Hun miserie maakt hen tot zielsverwanten. In die stilte zindert de tragiek van hun leven pas goed na. Dat blijkt ook uit het magistrale slotbeeld. Het is jammer dat de rit naar dat slotbeeld soms onnodig verstoord wordt door kunstmatige stadsgeluiden, disfunctionele lichtwissels en een volstrekt overbodige deur.
Els Van Steenberghe
Mouchette, Theater Artemis. Gezien op 14 november 2010. Meer info: www.artemis.nl en www.arnesierens.com (daar kan u de integrale tekst lezen).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier