Guido Lauwaert

Theater: Het Theaterfestival – Dit is mijn vader, Ilay De Boer

Guido Lauwaert Opiniemaker

Rep u naar Monty. Vanavond! Waarom? Lees onze argumenten. Het zijn er zeven. Evenveel als de menora armen telt…

Wat begint als een talkshow eindigt in een duel. Eenmaal gezeten krijgt het publiek een minimapje in de handen gestopt. De tijdsbalk van Ilay den Boer, zoon van een christelijke vader en een joodse moeder. Achter de jaartallen staan markante feiten uit het leven van de acteur. Het publiek wordt uitgenodigd een keuze te maken. Te vragen wat er dan zo markant aan was. Dat loopt een tijdje goed. Alhoewel. Publieksgebruik leidt al te vaak tot publieksmisbruik. Maar het draait anders uit. Niet het publiek gaat bloot.

Eerste merkwaardig feit

Meer Nederlanders dan Vlamingen in de zaal stellen een vraag. Vlamingen zijn achterdochtiger dan Nederlanders. Voorzichtiger. Stilte is gevaarlijk maar zwijgen is goud. Dan is de keuze snel gemaakt. Nederlanders zijn ook mondiger dan Vlamingen. Hun woordkeuze kan dan kleiner zijn, Nederlanders zijn babbelaars. Met hun gekwek hebben ze de welvaartstaat kapot geluld. De vader, van Ilay, Gert den Boer, is daar het beste bewijs van. Hij breekt voortdurend in, in het antwoord van zijn zoon op een vraag van een toeschouwer. Of, wat nog erger is, hij slaat al aan het kwekken nog voor zijn zoon zijn mond heeft kunnen openen. En zo komen we automatisch tot het tweede markante feit.

Tweede merkwaardig feit

De vader is een kind van de jaren zestig. Blowen, showen, vrouwen aan de lopende band, een nieuwe wind over de Dam. Hij weet op alles een antwoord, al slaat het nergens op. Aanvankelijk levert dat gegrinnik op bij de toeschouwers maar gaandeweg doorzien ze hem en wordt hij irritant gevonden. De spanning in de zaal stijgt. De achterwand is een tijdsmuur met deurtjes. Kleine, grote en heel grote. De zoon opent het vakje dat op de vraag slaat. De inhoud is aanvullend materiaal op wat verteld wordt. De vader kleineert de inhoud. Waardeloos. Niet ter zake doende. De zoon, groter dan zijn vader, wordt langzaam maar zeker kleiner dan zijn vader, figuurlijk. Tot hij er genoeg van heeft. Hij de knop omdraait. En zo komen we automatisch tot het derde merkwaardig feit.

Derde merkwaardig feit

De zoon begint zijn vader vragen te stellen. De vader heeft als jongeling gereisd. On the road. Tot hij in Israël terecht kwam, een land dat door Nederland op het schild werd getild. Daar een meisje ontmoette en met haar trouwde. Om haar later te dumpen. De trouw van de Westerling is vreemd aan de trouw van de Oosterling. De clash der culturen. Nederlanders hebben daar niet meer problemen mee dan andere Europese volkeren, maar ze brengen die wel vaker ter sprake. Door een soort van schuldgevoel. Dat zijn oorsprong vindt in de reformatie. En daar de jongeren in de jaren zestig daar een nieuwe draai aan gaven, een draai die de volgende generatie zag als een revolutie met een pyrrusoverwinning, werd de oorlog tussen de vorige en de huidige generatie een feit. En zo komen we automatisch tot het vierde merkwaardig feit.

Vierde merkwaardig feit

De al te dominante vader staat model voor de vaders verantwoordelijk voor alle oorlogen van de tweede helft van 20ste eeuw, die samen in wezen de Derde Wereldoorlog vormen. Een wereldoorlog die de Westerse cultuur in de schoenen schuift van andere volkeren. Het Joodse volk, het Palestijnse, het Irakese, het Vietnamese, het Koreaanse… terwijl het Westerse volk zelf de basis legde van al deze oorlogen, maar het niet wil toegeven. Maar blijft lullen vanuit een heilige waarheid, gegrondvest op de Roomse rituelen en tradities. Gaandeweg confronteert Ilay den Boer zijn vader en het publiek zich met deze toestand. Hij, een kind met een westerse stroming en een oosterse wind. Een wind die het op de stroming haalt. En zo komen we automatisch tot het vijfde merkwaardig feit.

Vijfde merkwaardig feit

Ilay den Boer is een acteur, maar in de eerste plaats een mens. Daarom wint het realisme het uiteindelijk op het gekunstelde in deze voorstelling. Hij werpt alle ballast van zich af. Door zijn kleren uit te trekken en zich naakt te vertonen aan zijn vader en de toeschouwers. Hij is een besneden man, maar waarom heeft zijn vader met zijn grote westerse bek hem zijn joodse ziel vernederd tot aan de rand van de dood? In een ferme colère trekt Ilay alle nog gesloten kastjes open en werpt de inhoud voor de voeten van de vader. Ze staan symbool voor de grondvesten van de westerse onbeschaafdheid, de machtswellust in woord en daad. De zoon eist van zijn vader zich ook bloot te geven, maar hij komt niet verder dan zijn broek te laten zakken. En zo komen we automatisch tot het zesde merkwaardig feit.

Zesde merkwaardig feit

De vader toont geen spijt. Hij kan enkel wat troostende clichés uitslaan. Domme verontschuldigen verzinnen die halverwege in de keel blijven steken. Stappend over de vuiligheid van de westerse cultuur omhelst hij zijn zoon. Maar het is een gemeende omhelzing. Het is er een uit de cursus ‘Emoties tonen en hoe er mee omgaan’. De zoon laat zijn hoofd zakken op de schouder van zijn vader. Het is geen verzoenend gebaar. Eerder een gebaar dat zijn machteloosheid aantoont. En zo komen we automatisch tot het zevende merkwaardig feit.

Zevende merkwaardig feit

Vader en zoon slaan aan het opruimen. Wat hier ligt wordt daar gegooid. Morgen, morgen zien we wel verder. Uit de klankkasten rolt voorzichtig en later krachtiger het lied Mens durf te leven. Het is geschreven en getoonzet in 1917 door Dirk Witte. De eerste grote uitvoerder was een vriend van Witte, Jean-Louis Pisuisse. Begonnen als dokwerker bracht hij het tot journalist, maar vond zijn draai in het cabaret. Pisuisse wordt beschouwd als de grondlegger van het Nederlandse cabaret. En is cabaret nu net niet de kunstvorm waar joden in uitblinken? Wereldwijd. Het beroemde lied is een smeekbede om te leven naar eigen gevoel en met open geest, niet een leven opgedrongen door kerk, moskee, synagoge of welke tempel dan ook.

Dit is mijn vader, deel III van Het Beloofde Feest, is een joodse kandelaar, een menora met brandende kaarsen, maar waarvan het gesmolten vet stolt op de armen, het voetstuk en de vlakte eromheen en een prachtig stilleven vormt eenmaal de kaarsen opgebrand zijn. Niet te missen. Simpel van opzet, groots in uitwerking.

Guido Lauwaert

Ilay den Boer / Het huis van Bourgondië – Dit is mijn vader, door Ilay en Gert den Boer – nog te zien vanavond 3 september in Monty, Antwerpen – www.theaterfestival.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content