Guido Lauwaert

Theater: De man zonder eigenschappen, Toneelhuis

Guido Lauwaert Opiniemaker

De man zonder eigenschappen van Guy Cassiers is wonderschoon, haarscherp en verbazend actueel.

Het vandalisme van het liberalisme

Het huidige liberalisme, waarin alle partijen om de beste plaats vechten, is inhumaan en vernietigend voor de cultuur.

De toneelproductie in vier delen van A la recherche du temps perdu, van Marcel Proust, ligt al enkele jaren achter ons. Hoogtijd voor Guy Cassiers en zijn Toneelhuis om weer met iets groots uit te pakken. Het werd Der mann ohne Eigenschaften, van de Oostenrijker Robert Musil. Het is een lijvig boek. Vier delen, waarvan twee afgewerkt. Aan het derde deel zat hij nog naarstig te werken toen hij stierf in 1942. Het deel bestaat uit afgeronde hoofdstukken die Musil, toen de tekst al gezet was, op het laatste moment heeft ingetrokken. Ze werden alsnog na zijn dood uitgegeven door zijn vrouw, samen met zes hoofdstukontwerpen. Het vierde deel is een selectie uit de vele honderden pagina’s ontwerpen en fragmenten die in zijn nalatenschap werden aangetroffen.

Een toneelversie maken moet voor bewerkers Filip Vanluchene, Guy Cassiers en Erwin Jans een zware sport zijn geweest. De roman heeft drie verhaallijnen, maar zelfs geklutst vormen ze maar een dunne lijn. Door het sterk essayistisch karakter van de roman, gegrond op het failliet van de Verlichting, eind van de 19de eeuw. Op het moment dat Wenen de culturele hoofdstad van Europa was. Wat uit het puin verrees was het liberalisme dat alleen oog had voor politiek en de vrije markt. Kunst en wetenschap waren alleen belangrijk voor de economische belangen in functie van de eigen status.

Het liberaal vandalisme is het huisskelet van de roman. De afwerking is een politieke, amoureuze en sociale gebeurtenis. De eerste voert in het eerste deel de boventoon. In 1918 zit Keizer Wilhelm II dertig jaar op de troon van Duitsland. In datzelfde jaar viert keizer Frans Josef I van Oostenrijk en koning van Hongarije het zeventigjarig jubileum van de troonsbestijging van de Oostenrijkse troon. Ofschoon het nog verscheidene jaren zal duren er het zover is, weet men in Wenen dat er in Berlijn reeds voorbereidingen worden getroffen. Als de weerlicht moet een commissie worden ingesteld. Door de invloed op het hoogste liberale niveau kan Ulrich, ‘wiens familienaam uit consideratie met zijn vader moet worden verzwegen’ volgens Musil, door zijn vader in de commissie plaatsnemen. ‘Nadere gegevens zul je zelf vernemen zodra jij je laat aandienen bij graaf Stalburg,’ nogmaals volgens Musil, ‘die jou in het organisatiecomité een plaats heeft toebedacht die gezien je jeugd zeer vererend is.’

Maanden wordt er vergaderd, in chique salons en aan goed gevulde tafels met de drank van de Veuve binnen handbereik. Buiten woedt een epidemie bij de paarden. Ze lijden aan het vliegend schijt, maar voor de hogere burgerij is dat niet erg. Pas dramatisch zou het worden als ook de Lippizanerpaarden er last van hebben. Dan zouden hun croissants minder smaken, het broodje dat geen Franse uitvinding is maar door Weense bakkers werd ontworpen in de vorm van een halve maan om de overwinning op de Turken in 1683 te vieren.

De commissie, parallel lopend met de Duitse en daarom ‘Parallelactie’ wordt genoemd, blijkt een club te zijn van liberale strekking. Hij staat model voor de hogere middenklasse, waarvan de leden een leven leiden, leeg en hypocriet. Door die burgercultuur blijkt gaandeweg dat de simpele wiskundige Ulrich de man is met de meeste eigenschappen. Hij mag dan wel naïef zijn, hij wordt een sleutelfiguur door zijn logica. En hij is de enige die aanvoelt dat er een revolutie staat aan te komen, en die gaat altijd gepaard met een oorlog.

Daarenboven blijkt Ulrich een topcharmeur te zijn. Elke vrouw in de commissie en alle vrouwen van de mannen in de commissie bezwijken. Zonder enige avance. Het eindverslag van de commissie komt er niet, door de dood van Musil, maar vooral omdat de commissieleden, net als de Belgische politici, het op handel in duisternis houden, en vooral andermans voorstellen via allerlei machinaties uit eigenbelang torpederen, nog voor een tweede zet werd gedaan.

Wat verwacht mocht worden, werd bevestigd. De man zonder eigenschappen, deel één ( * * * * * ), van Guy Cassiers is er eentje om in te lijsten. Een uitgelezen cast heeft hem flink geholpen. Dirk Buysse, Katelijne Damen, Gilda De Bal, Vic De Wachter, Tom Dewispelaere, Johan Van Assche, Liesa Van de Aa, Wim van der Grijn, Marc Van Eeghem, Dries Vanhegen, niemand speelt op de automatische piloot. De bewerkers hebben diepgaande analytische essays overboord gekiept en zich geconcentreerd op de samenkomsten van de commissieleden, levend in een cocon. Als naar het einde toe het volk samentroept en schreeuwt om een eindrapport is graaf Tuzzi [Dirk Buysse] enkel bang van schade aan zijn ramen.

De meest enigmatische figuur in het clubje is eigenlijk een buitenstaander. Een handelsondernemer die tevens boeken schrijft. Dat maakt hem verdacht. Misschien is hij wel een spion van de Duitse regering.

Op de achtergrond speelt Johan Bossiers op een vleugel. Vallen er in het begin wat noten van de Wagnerboom, naar het einde toe worden thema’s uit Götterdämmerung herkenbaar. De stortvloed evolueert tot een dodekafonie. Niet onlogisch want Wagners zelf speelde met atonale passages, denk maar aan het Tristan-akkoord. Het twaalfdelig toonstelsel zal echter pas volwassen worden met het Tweede Strijkkwartet [1908] van Arnold Schönberg.

Een optimale verzorging van de omkleding kon dus niet ontbreken. Guy Cassiers schept een wurgende omgeving, maar zorgt gelukkig voor een paar luchtige momenten, net zoals Shakespeare deed in zijn meest deprimerende stukken, Hamlet niet uitgezonderd. Ook de projecties op de achtergrond mogen er zijn en zijn goed geplaatst. Van Het laatste Avondmaal van onze vriend Leonardo tot De intrede van Christus in Brussel van nonkel James. Waar de figuren bij Da Vinci mensen zijn waar de emoties en gevoelens afdruipen, zijn het bij Ensor karikaturen van mensen. De mens is enkel nog een masker.

Dubbel genieten is het wanneer positionering van de acteurs en projectie op het achterdoek samen een schilderij vormen. Bewust of onbewust, feit is dat Las Meniñas van Diego Velàzquez herkenbaar werd, door de projectie op de achterwand van een muur van lijsten. Het vervormt langzaam tot het even doet denken aan Les Ménines van Pablo Picasso.

Deze voorstelling is niet geschikt voor VTM-kijkers. Guy Cassiers maakt geen voorstellingen voor het volk. Wat hij wel maakt zijn voorstellingen waar de burgerij van de lat krijgt. De man zonder eigenschappen van Guy Cassiers is wonderschoon, haarscherp en verbazend actueel.

De Belgische politici van de partijcenakels zouden verplicht moeten worden de voorstelling bij te wonen. Niet allen, maar sommigen zal een licht opgaan. Het huidige liberalisme, waarin alle partijen om de beste plaats vechten, is inhumaan en vernietigend voor de cultuur.

Guido Lauwaert

De man zonder eigenschappen [deel één] – Robert Musil – Toneelhuis Antwerpen – tot 19 juni in Bourla – vervolgens op reis – meer info: www.toneelhuis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content