Guido Lauwaert

Theater: AIDA*, NTGent

Guido Lauwaert Opiniemaker

NTGent schiet pompeus uit de startblokken. Al pompommend en marcherend doorheen de burleske en bizarre scènes van AIDA*.

Pomp and Circumstance

Egypte, november 1869. In Port Said wordt op feestelijke wijze het Suezkanaal geopend: de verbinding tussen de Middellandse Zee en de Rode Zee. De realisatie van dit huzarenstuk is in handen van een Franse ondernemer, Ferdinand De Lesseps. Hij slaagde erin om een enorme liquiditeitsstroom op gang te trekken. Meer dan 25.000 particulieren beleggen hun geld in het prestigieuze project.

Guisseppe Verdi wordt gevraagd om voor de gelegenheid een opera te schrijven. Hij weigert maar een exorbitant honorarium doet wonderen en twee jaar later heeft hij een nieuwe compositie klaar, Aïda. De opera gaat over de tragische liefde tussen een Ethiopische prinses en de Egyptische veldheer Radames, die liefde voorwendt voor de dochter van de farao om zelf koning, keizer, kardinaal te kunnen worden. Pourquoi pas? La Seine où la Nile, ici où là, partout il y a des ménages à trois [Verdi woonde ten tijde van de compositie in de Franse hoofdstad].

Triomfantelijke trompetten

Het libretto was gebaseerd op een verhaal van de Franse Egyptoloog Auguste Mariette [hij werd begraven in een sarcofaag], en werd geschreven door Antonio Ghislanzoni. Maar veel meer dan van het sprookjesachtig libretto is Aïda vandaag bekend als een opera waarin de trompetten triomfantelijk schallen.

Ondanks het wereldwijd bekende getrompetter mag het belang van het libretto niet onderschat worden. De correspondentie tussen Verdi en Ghislanzoni vormt een belangrijke bron over de waarde die de componist hechtte aan de ‘parola scenica‘, de toneeltaal. Die taal moest ten dienste staan van de scherpte en de precisie van de muzikale situaties in de opera. Samengevoegd zorgden zij voor een optimaal dramatisch effect. En dát, het dramatisch effect, is waarschijnlijk de spreekwoordelijke druppel die Wim Opbrouck heeft doen kiezen voor de ‘vertoneling’ van de opera. Want laat ons wel wezen, de kwaliteiten van acteur, entertainer, zanger, tekenaar van de nieuwe intendant van het NTGent zijn gebouwd op één centraal artistiek gevoel, genaamd: pompeus.

Pompeus

Pompeus is niet denigrerend bedoeld, integendeel. Het motto van het herdoopte huisgezelschap van de Gentse schouwburg is ‘Een huis van spelers’. Gedaan met de dominantie van de regisseur. Terug naar de fundamenten die aan de basis lagen van de toneelschool van Herman Teirlinck, in de volksmond bekend als ‘de Studio’, momenteel bezet door de Villaneziërs van doge Marc Verstappen. De klemtoon leggen op de spelers is een welgemeende pompeuze koppigheid, en iedereen weet dat zonder koppigheid geen grootse daden worden verricht. En grootse daden wil Opbrouck en zijn beleidsteam stellen. De uitnodiging voor de première van deze AIDA* ( * * * * ) is in dat opzicht al te helder: ‘NTGent nodigt u uit op de première van AIDA* – een grootse ensemblevoorstelling naar de opera van Guiseppe Verdi en de geschriften van Ferdinand De Lesseps’.

Asterisk en ‘grootse’ vormen het kloppend hart van het nieuwe beleid met als kransslagaders optimisme en monumentalisme. Voor de eerste productie van het nieuwe team werden daarom alle registers opengetrokken. Geen toneelvoorstelling moest het worden, maar een theaterproductie op het randje van de revue. Om dat doel te bereiken hebben Christoph Homberger, Wim Opbrouck en Frank Van Laecke – zijnde de goden van Muziek, Woord en Beeld – alle personeelsleden en medewerkers opgetrommeld. Niet alleen de acteurs staan op het toneel, maar in zoverre het mogelijk was ook het administratief en technisch personeel, en de vaste vrijwilligers en sympathisanten.

Die laatste dubbele groep scheelt een hap op de begroting, maar wil vooral een bewijs zijn van het nieuwe beleid: een theater waar niet alleen toneel wordt gespeeld, maar dat ook een centrum is waar door elke fan, externe als interne, dag en nacht over de functie van een schouwburg en zijn politieke plaats in de maatschappij gesproken kan worden. Even geëngageerd is deze filosofie als de filosofie van Ferdinand De Lesseps. Want hij wilde niet alleen geld ophalen, maar het betrekken van de bevolking bij zijn Suezproject was een sociaal maatschappelijke daad. Wie wat spaargeld had, moest investeerder worden. Het zou iedereen welvaart brengen, en voor wat hoort wat.

Burlesk & bizar

Tot zover de drijfveren van De Lesseps, Verdi en het goddelijk triumviraat. Tijd om oog en oor op de voorstelling te richten. Een bewerking van de opera is hij niet. Eerder een mix van muziekfragmenten uit de opera en de geschriften van De Lesseps. Die dubbelgreep koppelt kunst aan geschiedenis, en verklaart op speelse wijze hoe de situatie in het Midden Oosten is ontstaan, en waartoe die tot op de dag van vandaag heeft geleid. Want alle goede voornemens van De Lesseps ten spijt, was de aanleg van het kanaal een daad waar vooral Frankrijk en Groot-Brittannië politieke en economische munt uit zouden slaan. Tot the Arabs het beu waren, de Egyptenaren op kop. Remember, remember, the crisis of the Suez in 1956. Daarom is de theaterproductie AIDA* en de film Lawrence of Arabia naast elkaar plaatsen vreemd maar niet misplaatst.

Van het sprookje rest vijf procent en de geschiedenis komt maar zijdelings ter sprake. Snel na een muzikaal nummer gebracht door de vaste spelerskern, komt Ferdinand De Lesseps [Steven van Watermeulen] op. Een kerel met meer macht op de tong dan in de hand, want het kost hem moeite een projectietoestel en een scherm te installeren. Na de projectie van een paar dia’s springt de lamp en wachtend op assistentie dommelt hij in slaap. Wat volgt is een droom. In nu eens bizarre en dan weer burleske scènes worden de populaire deuntjes ‘gepompomd’, gefloten en geneuried, muzikaal ondersteund door toetsenisten en een heuse fanfare. Oudegyptische kledij in combinatie met spullen uit oma’s kast zorgen voor kleur. Even verschijnt een olifant. Wim Opbrouck is de publieksmenner van dienst.

Als na een uur De Lesseps bruusk ontwaakt wil hij een toespraak houden. Op dat moment valt de verlichting uit. Bij noodlicht en met behulp van een mijnwerkerslamp kan hij alsnog tegenover de aandeelhouders [het publiek] kond doen van zijn heilig geloof. Het kanaal betekent een grote sprong voorwaarts voor de wereldwijde vrije markt. Net als Lawrence blijkt De Lesseps een idealist te zijn. Na de laatste zin verdwijnt hij al dolend over het toneel. Tijdens zijn aftocht klinkt uit de gangen van het gebouw echomuziek. Het verbeeldt het slot van een Oosters sprookje dat droef eindigt. In rouwstemming valt – figuurlijk althans – het doek.

Streling

Frank Van Laecke tekende voor het beeld van de voorstelling. Hij is er de geknipte man voor. De Cecil B. De Mille van Vlaanderen. Met behulp van de twee andere leden van het triumviraat heeft hij een zangstonde georganiseerd, inclusief vendelgezwaai. De NTGent-versie van de beroemde opera was een kapstok voor een avondje Pomp and Circumstance. De muziek is van Verdi, al dagen bij momenten Nino Rota en Edward Elgar in de verte op. Rota was de vaste componist van cineast Fellini en Elgars muziek symboliseerde Groot-Brittanië als wereldmacht. Door de combine van de drie componisten en de interieurarchitectuur van Van Laecke is AIDA* een waardige opening van het nieuwe seizoen geworden. Luchtig en kluchtig voor het podium, verrassend en verbazend voor de zaal. Een streling voor oog en oor dat blijft nazinderen op weg naar het eigen nest.

Guido Lauwaert

AIDA*, NTGent i.s.m. Festival van Vlaanderen. Gezien op 15 september 2010. De creatie speelt nog tot 11 oktober 2010 in eigen huis. Meer info: www.ntgent.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content