Els Van Steenberghe
TAZ#2011: Maannomaden sukkelen door de nacht
Een ondeugende theaterwandeling onder de sterrenhemel. De locaties zijn bijzonder, de creaties matig tot zwak.
‘Hey sjikkie!’ Jawel, dat was tegen ons. Toen we gisteravond iets voor middernacht door de kleinste straatjes van Oostende beenden. Met een ietwat grimmige pas. Door de tegenvallende Maannomaden.
Terwijl de Wijknomaden– en (vooral) de Dijknomaden gegidste theaterwandelingen zijn waarin de pareltjes van jonge theatermakers elkaar lijken op te volgen, blijkt de avondwandeling, Maannomaden, veeleer een brokkenparcours. Al werden we bijzonder bevlogen gegidst en vertelde onze gids interessante kunst- en politieke weetjes over de stad en de straten waar we doorheen wandelden. Fijn was dat. Zo welwillend en kwalitatief als de gidsbeurt was, zo wankel waren de voorstellingen waar de gids ons heen loodste.
De voorstellingen stonden elk op een locatie die het ‘verhaal’ – of ruimer: het thema – perfect kaderden. Er zijn tijdens deze festivaleditie duidelijk kosten noch moeite gespaard om de ideale locatie voor elke voorstelling te zoeken (en te vinden). Knap. Maar, een locatie ondersteunt een voorstelling. Ze kan de rommelige dramaturgie, de droevige zichtlijn of een te naakt scènebeeld niet oplossen.
Wulpse monoloog
Vooreerst brachten we een (kort) bezoekje aan de werf van het theatercollectief Ballet Dommage. Deze jonge makers bouwen tijdens het festival een heuse kerk bestaande uit allerlei afvalmateriaal. Dagelijks kunnen festivalbezoekers en stadsbewoners de vorderingen volgen en desgewenst een handje toesteken.
Na dit werfbezoek werden we in een sfeervol variététheatertje gelokt, te midden de uitgaansbuurt. Het rozige interieur past perfect bij Marlon, Aude Lachaises ode aan filmicoon Marlon Brando. Deze kokette Française kronkelt wulps over de kleine, kale scène. Haar ‘prononciation‘ is een streling voor het oor, haar associatieve verhaal waarin ze Marlon Brando als metafoor voor het verlangen naar liefde, lust en ‘seksssss‘ portretteert, is een genot voor de verbeelding.
In Lachaises performance ligt de nadruk op het spelen met de taal. Zo ontleedt ze het woordje ‘seks’. Ze licht uitvoerig het verschil tussen ‘le cul‘ en ‘cul‘ toe. En ze vergelijkt de seksuele lusten en driften ondeugend met het bereiden van een zeer alledaags maar typisch gerecht: ‘la mayonaise’. Daarbij is de manier waarop je draait – wat Lachaise pront illustreert met haar achterwerk – van primair belang…
Marlon is een sensuele monoloog waarin Lachaise – zangeres, danseres en performer – met haar lichaam en haar moedertaal stoeit. Ze verbeeldt en verwoordt haar adoratie voor Marlon Brando én haar heet verlangen naar een flinke seksuele stoeipartij elegant en met fijne humor. Ondanks die gedrevenheid slaagde ze er niet steeds in de scène geheel ‘in te nemen’. Daardoor deed het kale scènebeeld soms net te leeg aan. Ook daarom was het een gouden zet om de creatie in het kitscherige, knusse kader van een variététheatertje te plaatsen.
Obscure trip
Met ondeugende glimlach rond te lippen troonden we naar de tweede locatie waar het kunstenaarscollectief Syndrome ons verwachtte. Het collectief bestaat uit beeldend kunstenaar Tine Guns, ‘soundscaper’ Hein De Vos, muzikanten Mathieu Vandekerckhove en Piet Dierickx en, tot slot, theatermaker Helmut Van den Meerscchaut.
Het programmablaadje vermeldt dat Syndrome onze zintuigen wil aanspreken ‘zoals ook een internationaal gerenommeerde theatermaker als Romeo Castellucci dat kan.’ Oeps. Is het niet zeer overmoedig om een jong collectief te vergelijken met een van de meesters van het hedendaagse theater? Ja, dus. Veel te overmoedig.
The Second Project: 2# belooft een ‘bijzondere theatrale belevenis’ te worden. Bijzonder is het zeker. Het publiek wordt ondergedompeld in een bad van grofkorrelige, wazige en abstracte videobeelden die in combinatie met lekker veel rook en lekker harde muziek (met virtuoze drumlijnen) een ‘illusionaire wereld’ willen creëren. Kortom, het is de bedoeling om het publiek een duistere en meeslepende trip door een onheilspellende film- en muziekwereld te laten beleven.
Helaas! De beelden zijn net te donker en bevreemdend. Ook de projectie staat technisch niet helemaal op punt (enkel het kluitje toeschouwers dat werkelijk zeer centraal in de zaal zit, kan de beelden perfect beleven). Ook de muziek is net te weinig virtuoos om die trip daadwerkelijk te genereren. En, last but not least, de gehele ‘bijzonder ervaring’ is echt niet sterk genoeg om de vergelijking met Castellucci zonder kleerscheuren te doorstaan. Bescheidenheid siert, leerde grootmoeder ons.
Werkelijk te bizar
De laatste halte, Radio Vandeursssen (Radio voor hoogbegaafden), sloeg echter alles. In onzinnigheid en ridiculisering. En in gebrek aan dramaturgisch inzicht en aan theatrale finesse. De locatie was, zoals we dat al eens durven te zeggen, ‘dé max’. We scharrelden door een lange gang boordevol snuisterijen een klein, donker zaaltje in. Een heus rariteitenkabinet. Daar zat Jeffrey, de ‘sidekick’ (zoals dat in radiotermen heet) van radiopresentator Sarah Vandeursen.
Voor haar dertigste verjaardag besloot Vandeursen iets ‘speciaals’ te doen en ze fleurde haar verjaardagsfeest op met een ludieke radioshow. Die show leidt ondertussen een eigen leven en krijgt zelfs zendtijd op Urgent (de studentenradiozender van de UGent). Tof. Maar waarom moet zulk een charmante zottigheid zo nodig op Theater Aan Zee getoond worden?
De rommelige locatie is, zoals gezegd, briljant. De twee rare kwibussen lijken er te zijn opgegroeid. Verder is de stoïcijnse houding en de lijzige spreekwijze van Vandeursen beslist lollig en doet Jeffrey Caen hard zijn best om een compleet wereldvreemde en contactgestoorde copresentator te zijn. Met hoeveel verve ze hun typetjes ook spelen, dat is te weinig om een flukse (cabaret)voorstelling af te leveren. De nacht en de locatie vormen een schimmig decor van dit al te schimmige spel waar voorspelbare grappen elkaar opvolgen en er te weinig inventief voor (en met) het publiek wordt gespeeld.
Van fuifnummers wordt niets anders verwacht, van cabaretiers wél.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier