Quasi woordenloos brengen de jonge makers een ontroerende voorstelling over de kleine menselijke kantjes en verlangens.
De voorstellingen, die samen de theaterwandeling ‘Dijknomaden’ vormen, spelen zich af tussen land, zee en lucht. In de drie gevallen gaan de jonge makers op zoek naar balans. Naar een letterlijk of figuurlijk evenwicht. Met slechts een paar of zelfs zonder woorden brengen ze een ontroerend relaas.
Met hun voorstelling ‘Thee’ strijken de dames van het Nederlandse collectief Poolse Vis, namelijk Eveline Agema en Inge Voskamp, neer in een wellicht ooit glorieus zaaltje in het station van Oostende. Nadat ze elkaar jarenlang niet gezien hebben, ontmoeten de twee voormalige buurmeisjes elkaar toevallig terug. Al is er eigenlijk niet veel veranderd: de ene is nog steeds geboeid door theezakjes, de andere door vogels. Bij een kopje thee zoeken de twee opnieuw toenadering, terwijl ze de ander tegelijk het licht in de ogen niet gunnen. Ze doen elkaar letterlijk en figuurlijk pijn. Tot een dramatische climax met theezakjes in de hoofdrol volgt.
Agema en Voskamp balanceren in ‘Thee’ voortdurend tussen haat en liefde, tussen vriendschap en vernedering. Vrijwel zonder woorden, maar met des te meer beweging en – uitvergrote – mimiek, weten Agema en Voskamp dit gevoel perfect over te brengen op de toeschouwers. Bovendien slagen ze erin om die sfeer gedurende de hele voorstelling, ook als toevallige passanten door het raam loeren, consequent aan te houden. Dat levert hilarische, maar tegelijk bijzonder pijnlijke reflecties over onze menselijke relaties op.
Creatief als een kat
Dat je om een beklijvende voorstelling te maken niet veel nodig hebt, bewijst Nick Steur met ‘Freeze’. Sinds zijn kinderjaren is Steur gefascineerd door het organisch stapelen van stenen, als jongvolwassene ontwikkelde hij er een performance rond. Daarin stapelt Steur in opperste concentratie minutieus zeven torentjes op spiegelende boxen. Dat er geen lijm, cement of trucjes aan te pas komen, merken we wanneer het misloopt en de spiegelbox in scherven uiteenspat. Enkel het lawaai van die vallende stenen doorbreekt de magische stilte, die zich via de performer intussen ook van het publiek meester gemaakt heeft.
Door zijn focus slaagt Steur er met zijn minimalistische act toch in het voltallige publiek naar het puntje van zijn stoel te bewegen. De bijna gewijde stilte onder de bewuste toeschouwers staat in schril contrast met de toevallige passanten op de dijk, wiens aandacht getrokken wordt door de performance en zijn toeschouwers. Op die manier krijgt Steur niet alleen twee soorten publiek, maar stuurt hij ook aan op een knap spel tussen kijken en bekeken worden.
Tijdens de performance doet Steur in een vooraf opgenomen, monotoon ingesproken tekst zijn betoog. Net als een ventilator is de tekst slechts aanwezig als een soort afleidende ruis, die pas opgemerkt wordt als hij plots afgezet wordt. Het is een pleidooi voor creativiteit, voor out-of-the-box denken. Net zoals een kat inventief moet zijn als ze ergens af wil springen als ze zich bedreigt voelt, moet Steur zijn creativiteit aanwenden om deze performance tot een goed einde te brengen. “Hij is de kat geworden voor dit moment. Ik ben de mens die hem wil vangen”, besluit de stem.
Kleine moraal In zijn – eveneens woordenloze – voorstelling ‘Manita’ neemt Nikolas Lestaeghe afscheid van zijn huisdier. Geïnspireerd door het vogeltje onderneemt hij Panamarenko-gewijs diverse pogingen om te vliegen. Met zelfgebouwde vleugels uit plastic zakken, met raketschoenen en met een mixer alias helikopter tart hij de grenzen van de zwaartekracht.
Met ‘Manita’ brengt Lestaeghe een eenvoudig, maar aandoenlijk eresaluut aan zijn huisdier. Met zijn vlucht langs de Oostendse skyline vertolkt hij een door veel mensen gekoesterde droom. Al breit Lestaeghe een kleine moraal aan zijn verhaal: op het einde staat hij dan ook letterlijk en figuurlijk terug met beide voeten op de grond.
Elien Haentjens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier