Guido Lauwaert

Open brief aan Johan Simons

Guido Lauwaert Opiniemaker

Na de editie van ‘Zomergasten’ met Johan Simons dook Guido Lauwaert in de pen.

Beste Johan,

Van mijn fauteuil recht naar mijn bureaustoel. Van het grote scherm naar het kleine. Om wat mij heeft getroffen uit te tikken, terwijl het nog vers in het geheugenbedje ligt.

Wat mij opviel is dat je begon met over je jeugd te praten, niet zozeer over wat jij hebt beleefd, maar wat jij hebt ervaren via je ouders. De handicap van je vader, terwijl hij een bijzondere komiek was, tegenover de hardheid van je moeder – zowel naar haar man toe als naar haar kinderen. Je koppelde dat naadloos aan een fragment uit een onemanshow van Toon Hermans. De stilte als kracht om de lach van het publiek te veroveren. Ik kon niet anders dan je vader en Toon Hermans als broers zien. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, was Toon een erg eenzaam man. Hij had het toneel nodig, niet als therapie, maar als bevrijding.

Een tweede zaak die me opviel was dat de interviewer, Wilfried de Jong, overkwam als iemand die een zeker begrip heeft voor het toneel als kunstvorm, maar er geen gevoelsmatige verwantschap mee heeft. Hij onderbrak je telkens je klaar was om een bekentenis af te leggen, waardoor de uitzending verzandde in anekdotes. Slechts bij momenten gaf hij jou de vrijheid. In het laatste uur. Het leek of hij bang was van stiltes. Terwijl stilte – Toon Hermans had het aangetoond – juist sterker kan zijn dan gepraat. Ik miste daardoor de werkelijk creatieve momenten die – mijns inziens – in je zitten, maar een proloog eisen. Tevens had de interviewer niet door dat je daar op wees, je gaf hem een hint maar hij zag hem niet – door het fragment met Coetzee. Hij zei, voorzichtig zijn woorden wegend en tijd van geboorte gevend, dat hij wat hij denkt, hij dat beter kan schrijven dan zeggen. Een interview is een marteling.

Dat is bij jou ook het geval. Je spreekt via je regies. De keuze van een stuk is je mening. Om te zeggen waarom je een bepaald stuk gekozen hebt weegt geen interview op tegen de voorstelling. Daarom ga je ook bij de première in de zaal zitten. Om te zien of je mening bij de spelers en de toeschouwers aanslaat. Een geheel wordt. Een copulatie. Het streven naar het onperfecte is om dat doel te bereiken heel wat beter geschikt. Door het perfecte ziet men de schoonheid maar niet de intimiteit van de schoonheid. Die kan men alleen ontdekken door de mens een mens te laten zijn, de acteur een speler, geen machine.

Je zag dat heel goed in de fragmenten met Jeroen Willems. Hij ontkleedde zijn acteurschap tot hij zichzelf weer vond vanuit een personage. Dat wilde je zeggen, maar je kreeg nauwelijks de kans daartoe, en toch is het je gelukt, voor wie je beter kent. Nauwelijks iemand die tot die kring behoort, maar ik denk dat ik in de eerste buitenkring huis, en daar valt al heel wat te ruiken. Heerlijke stallucht. Wat jij niet gezegd krijgt, laat je door iemand anders zeggen. Zoals door Peter Sloterdijk, die eigenlijk waarschuwde – in het gekozen fragment – voor de perfecte mens. Als we kunnen kiezen wanneer iemand geboren wordt, begeven we ons op gevaarlijk terrein. We staan zelfs al verder op dat terrein: we kunnen al het geslacht én het uiterlijk van ons kind bepalen voor het geboren wordt. Een volgende stap zal zijn dat we het gedrag en het verstand maar voor het kiezen hebben.

Een fragment dat mij ook sterk geraakt heeft, was Alain Platel en zijn ervaring in de opera van Parijs. De reacties had ik verwacht. Het Parijse operapubliek, zelfs dat wat van hedendaagse ensceneringen houdt, is zeer rechts. Vraag het maar aan Gerard Mortier. Conservatief is een te braaf woord voor de toeschouwers van de Parijse opera. De enscenering van Alain Platel was voor hen experimenteel, terwijl het dat helemaal niet is. Er speelt natuurlijk ook mee, dat het Parijse operapubliek de mens geen dier vindt, zelfs geen edel dier zoals een paard, maar dat de mens een paar treden hoger staat. Uit die gedachte ontstaat pretentie, en pretentie is de aanzet tot ijdelheid, en uit ijdelheid ontstaat racisme, waarmee je onvermijdelijk belandt bij fascisme.

Het fragment met Ricardo Mutti vormde voor mij het hoogtepunt van de uitzending. Wat hij voor het bisnummer zei, was een steek in de ziel, en viel samen met jouw mening hoe je denkt over de wurging van het subsidiebeleid door de vorige staatssecretaris voor Cultuur, Halbe Zijlstra. Mutti zei: ‘Als wij de cultuur vermoorden waarop de geschiedenis van Italië gebouwd is, dan is ons liefelijk land verloren.’ Waarop hij het lied van het slavenkoor uit Nabucco liet zingen door het koor én door het publiek, dat dit rechtstaande deed. Het was voor mij de meest indrukwekkende verzetsdaad in de Westerse cultuur sinds mei ’68.

Dat je Reinbert de Leeuw als laatste liet optreden in de fragmentenpartij was niet meer dan normaal. Hij dirigeert met de camera voor zich en je ziet hem niet waanzinnig van vreugde worden door de goede uitvoering. Nee, hij belandt in de krochten van zijn muziektalent. Waarmee je aangaf dat jij ook telkens een afdaling doet. Maar niet van de grond naar het ondergrondse, zoals dat bij De Leeuw het geval is, maar van het wolkendek naar de grond waar de natuur nog de macht heeft over de aarde. Een boerenzoon wordt nooit een stadsmens.

Je keerde met het De Leeuw-fragment terug naar het begin van de uitzending. Toen je vertelde over de horizon en het wolkendek. Dat voortdurend wijzigt. Je moet maar je rug gedraaid hebben of de kleur van de lucht en de wolkenpartij geeft een ander beeld. Wat jij ook voortdurend betracht. En de reden is van je angst om een banale dood.

Je zal je dood zelf regisseren, zei je, en je stelde Hugo Claus als voorbeeld, omdat je de dood wil kiezen die niet de Man met de Zeis wil, maar jij. Hopelijk heb ik begrepen waar Wilfried de Jong de kijker, minder vertrouwd met het theater en het toneel in het bijzonder, de kans niet toe gaf. Zo niet dan geef je maar lik op stuk of een smash op mijn neus bij onze volgende ontmoeting. Want ‘bloed eist bloed,’ zei William Shakespeare al, bij monde van Macbeth.

Je,

Guido Lauwaert

Alle info: http://www.vpro.nl/zomergasten/2013/johan-simons.html

Smaakmaker – Fragment uit Macbeth in een regie van Johan Simons bij Toneelgroep Amsterdam

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content