Musea lijden aan grootheidswaanzin
Een ongebreidelde bouwwoede heeft Amerikaanse musea aan de rand van het failliet gebracht.
Een Duits kunsttijdschrift publiceerde onlangs het bittere verhaal van een ongebreidelde bouwwoede die Amerikaanse musea aan de rand van het failliet hebben gebracht.
Het is ontleend aan een studie van het Cultural Policy Center van de universiteit van Chicago. Dat centrum heeft al in 2005, ongeveer drie jaar voor het begin van de actuele crisis, alarm geslagen. Het stelde vast dat er, net in die periode, in de Verenigde Staten een indrukwekkende boom in de museumbouw was ontstaan en dat, gelijklopend, de sponsors en adviseurs zich zorgen maakten omdat vooral in steen en mortel werd geïnvesteerd maar nauwelijks aan innovatieve kunst werd gedacht en evenmin aan educatieve programma’s. Ook vanuit de universiteit klonken waarschuwingen aan de hand van betrouwbare gegevens om verdere stappen in de architecturale grootheidswaanzin kritischer te benaderen. De thesis was dat, al in 2007, toen de omvangrijke studie werd opgezet, de catastrofale gevolgen van de talrijke nieuwbouwprojecten; renovaties en uitbreidingen in de museumsector niet te overzien zouden worden.
Gouden tijdperk
Joanna Woronkowicz,, mede-auteur van het onderzoek, zag toen al als oorzaak voor de bouwexessen o.m. de beschikbaarheid van goedkope kredieten zowel als de illusie dat na een bijzonder lange periode van welvaart, conjunctuurwijzigingen nogal zouden meevallen. Het was bon ton te denken dat de florerende economie van de jaren negentig een gouden tijdperk zou worden, zoals dat op het einde van de 19e eeuw het geval was geweest toen vele steden hun grote culturele instellingen bouwden.
Een van de case studies betreft het Art Institute van Chicago dat 300 miljoen dollar pompte in een nieuwe museumvleugel, ontworpen door de architect Renzo Piano (co-architect van het Centre Pompidou in Parijs). Van in het begin was duidelijk dat daardoor de werkingskosten rond de vier miljoen zouden oplopen en het basiskapitaal met zowat 87 miljoen zou moeten verhoogd worden. Maar de directeur Douglas Druick en zijn museumbestuur waren er stevig van overtuigd dat de schitterende moderne vleugel talrijke bezoekers zou aantrekken en op die manier de meeruitgaven zouden dekken. De voorziene attractie verbleekte al gauw en na de opening in 2009 zag men zich al gauw verplicht tot massieve ontslagen. Zelfs financieel gezonde musea in stedelijke centra met een grote publieke belangstelling geraakten aan de rand van een deficit, aldus de uitkomst van de studie.
Tenslotte was er het “Bilbao-effect” dat ook kleinere steden in de VS tot spectaculaire museumbouwplannen verleidde. Vooral de zuidelijke staten propageerden de bouweuforie. Zo overspeelde de stad Roanoke in Virginia haar hand met het ambitieuze Taubman museum, ontworpen door Randall Stout uit L.A. Hier liepen de kosten op van 44 tot 66 miljoen dollar terwijl de inkomsten een armzalige 110.000 dollar bedroegen en niet de verhoopte 740.000 dollar per jaar. Wanneer de economische heropleving als voorwendsel zou dienen om het ego van museumdirecteuren, trustees of sterarchitecten te bevredigen is het gevaar van een financieel débacle onoverzienbaar, aldus mevrouw Woronkowicz.
Beroemde architecten
Hoe beroemder de architect hoe groter het risico dat de bouwgoeroe, tijdens het bouwproces verdere duurdere wijzigingen in de plannen verlangt waartegen de museumleiding zich maar zelden verzet. In doorsnee zijn de bij de aanvang voorziene 11 miljoen dollar in de eindfase opgelopen tot 60%. Dat verslonden kapitaal heeft niet alleen gevolgen voor het museumpersoneel en de betreffende steden maar ook op de kwaliteit van de tentoonstellingen. Om de dringend nodige gelden op te halen blijft de curatoren vaak niets anders over dan zich op publiekstrekkers (blockbusters) te richten waarvan de artistieke waarde vaak twijfelachtig is.
In Europa is het niet anders de Finse hoofdstad Helsinki blies het idee voor een aldaar gepland Guggenheim museum af omwille van de onaanvaardbare belastingsverhogingen die er zouden uit voortvloeien. Maar niet overal wordt die redelijkheid gehanteerd. Haast iedere week hoor ik van nieuwe plannen, zegt Joanna Woronkowicz. Neem nu het Peabody Essex Museum in Salem, Massachusetts. Dat liet trots weten dat er een fund-raising campagne zou worden opgezet met de bedoeling om zowat 650 miljoen dollar op te halen voor een uitbreiding van de instelling met 16.000 vierkante meter. Salem heeft 40.000 inwoners!
Ludo Bekkers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier