James Gandolfini in Knack Focus: ‘In The Sopranos wordt meer geneukt dan in andere series’
James Gandolfini gaf zelden interviews. Toch leverde dat in Knack Focus volgend memorabel interview op.
Na zes seizoenen is het tijd om voorgoed – nee, dit keer is er geen lievemoederen meer aan – afscheid te nemen van de maffioso door wie u zich met plezier zou laten afpersen. James Gandolfini draagt Tony Soprano ten grave.
Hij speelde mee in meer dan twintig films. Hij stond samen met John Travolta, Robert Redford, Brad Pitt, Nicolas Cage, Gene Hackman en Denzel Washington op de set. Hij heeft samengewerkt met de gebroeders Coen, William Friedkin, Nick Cassavetes, Sidney Lumet en Tony Scott. En toch zal de 45-jarige James Gandolfini tot het einde der dagen bekend zijn als Tony Soprano, de maffiabaas die woede-uitbarstingen afwisselt met paniekaanvallen en een abonnement op de psychiater.
Sinds The Sopranos in 1999 voor het eerst op het scherm kwam, kun je geen foto van Gandolfini meer zien zonder te denken aan zijn alter ego, en zijn hypnotiserende vertolking van de ‘capo di tutti capi’ heeft een grote rol gespeeld in het wereldwijde succes van de serie. Maar ook al is Gandolfini het uithangbord van The Sopranos, toch zijn er in de afgelopen acht jaar zelden interviews verschenen met de man. De acteur is extreem mediaschuw en wimpelt de meeste aanvragen beleefd maar gedecideerd af. ‘Ik geloof gewoon niet dat ik iets zinnigs te vertellen heb’, legde hij enkele jaren geleden uit in een zeldzaam gesprek.
‘Het personage is interessant, maar daarvan zie je al meer dan genoeg op tv. En om mezelf allerlei onzin te horen vertellen, ‘blah, blah, blah, blah’ , daar pas ik voor.’ Maar nu het einde van de reeks in zicht komt – in de VS start men op 8 april met het tweede deel van het zesde en allerlaatste seizoen – maakt hij voor één keer een uitzondering. Gentlemen, light your cigars!
Kijk je uit naar het einde van ‘The Sopranos’?
James Gandolfini: Het was tijd, denk ik. Misschien zou ik dat niet zo vlakaf mogen zeggen, maar ik ben klaar om Tony te laten gaan. Ik hou van hem, maar ik heb hem tien jaar lang gespeeld, van mijn 37e tot mijn 46e, telkens negen maanden per jaar. Het is genoeg geweest.
Was het moeilijk om telkens opnieuw in zijn hoofd te kruipen?
Gandolfini: Het is soms een hard hoofd om in te geraken, ja. Begrijp me niet verkeerd: ik heb een fantastische job, en ik hou van de mensen met wie ik werk. Maar er waren dagen dat ik naar de set moest en niet boos genoeg was om Tony Soprano goed te kunnen spelen. En dan moet je jezelf kwaad maken, en dat is een beetje… Ik ben veel zachtaardiger dan hij, gelukkig maar (lacht) .
Zijn mensen soms bang als ze je ontmoeten?
Gandolfini: Je hebt altijd mensen die personage en acteur verwarren. Vorige week stond ik nog in de lift met een vrouw, en die zei me: ‘Ik weet niet waarom, maar ik associeer je meteen met slechte dingen.’ Ze was nog altijd aan het nadenken wie ik nu was toen ik uitstapte. Maar over het algemeen duurt dat maar een seconde of twee en dan zeggen ze: ‘O, jij bent die idioot van televisie.’
Wat vind je ervan dat je een sekssymbool wordt genoemd?
Gandolfini: Daar heb ik echt niets over te zeggen. Het is gewoon de macht van dat kleine kastje, het heeft niets te maken met mij. Ik ben er zeker van dat sommige vrouwen Jerry Springer ‘hot’ vinden omdat hij op tv komt. Je kan het maar beter negeren.
Maar hoe denk je dat het komt?
Gandolfini: Je wil hier echt wel een antwoord op, hé? (lacht) Ik denk dat er in The Sopranos veel meer geneukt wordt dan in andere films of series. Tony Soprano houdt van seks, hij geniet ervan, en dat zie je ook. En dat beeld is een beetje op mij overgegaan.
Wat is jouw verklaring voor het succes van ‘The Sopranos’?
Gandolfini: Mensen zijn altijd gek geweest op outlaws . Ze kijken graag naar personages die hun voeten vegen aan de gangbare wetten en normen, en dat doen Tony Soprano en de rest met heel veel flair. Maar ik denk dat het vooral komt doordat de thema’s zo universeel zijn. De scenaristen zijn slim: ze schrijven over de werkelijkheid, over mensen die zichzelf voor de gek houden en daarin herken je je als kijker. Mensen liegen tegen zichzelf en tegen elkaar, en daarom belanden ze uiteindelijk bij een psychiater. Ze zeggen nooit wat ze echt bedoelen, en betalen liever iemand om dat voor hen te doen.
Ga jij naar een psychiater?
Gandolfini: Nee, ik zou niet weten wanneer ik daar tijd voor moet vinden.
Je hebt vorig jaar een contract getekend met HBO waardoor jij eerste keuze krijgt bij de films die de betaalzender gaat maken. Zie je jezelf nog meedoen in een tv-serie?
Gandolfini: Wel, het verdient geweldig goed, belachelijk goed eigenlijk, zeker in mijn geval (lachje) (Gandolfini krijgt één miljoen dollar per aflevering; nvdr.) . Maar een tv-serie neemt heel veel van je tijd in beslag en het grootste deel daarvan speel je gewoon hetzelfde. Dus als ik mag kiezen, wil ik vanaf nu het liefst films maken. Maar wie weet? Als ik een scenario binnenkrijg dat even goed is als The Sopranos , zou ik gek zijn om te weigeren.
De eerste film die eraan komt, is een biopic over Ernest Hemingway, waarin jij de hoofdrol speelt.
Gandolfini: Ja, over de turbulente verhouding tussen de schrijver en journalist Martha Gellhorn, tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Je bent ook lid van de Hemingway Preservation Foundation, dat het huis in Cuba wil restaureren waar hij ‘The Old Man and the Sea’ schreef. Waarom ben je zo gefascineerd door Hemingway?
Gandolfini: Ik bewonder hem. Ik weet niet of er vandaag nog veel schrijvers zijn die naar een oorlogsgebied zouden gaan gewoon om verslag te kunnen uitbrengen. Hemingway was een geval apart.
‘The strong, silent type’, zoals Tony Soprano zou zeggen.
Gandolfini: Ik voel me heel verwant met dat soort mannen. Mijn vader was een bescheiden metselaar en ik heb nog altijd heel veel bewondering voor gewone arbeiders. Ook al omdat ik zelf 31 was voor ik de eerste keer betaald werd om te acteren. Voordien heb ik alle mogelijke jobs uitgeoefend: barman, uitsmijter, pizzabezorger, houthakker…
Zorgt dat er ook voor dat je met je voeten op de grond blijft?
Gandolfini: Daar heeft mijn familie al heel vroeg voor gezorgd. Toen ik net begonnen was met acteren, kreeg ik het nogal hoog in mijn bol. Op een avond zat ik aan tafel met mijn familie en ik zei: ‘Ik waarschuw jullie: als ik eenmaal een paar films heb gedaan en mijn naam bekend is, dan zullen jullie waarschijnlijk vragen over mij moeten beantwoorden.’ Ze knikten gewoon, maar daarna zag ik ze allemaal de keuken ingaan, waar ze begonnen te schateren. (glimlacht) Sindsdien ben ik heel bescheiden.
© IFA / Vertaling en bewerking: Stefaan Werbrouck
(Uit Knack Focus, 4 april 2007)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier