‘Ferre Grignard doet me een beetje denken aan The Dude’
De nieuwe aflevering van Belpop focust op Ferre Grignard, bekend van de oorwurm ‘Ring-a, a-ring-a, but I’ve got to sing’. ‘Hij leefde zijn nummers en kon je echt wegblazen als hij begon te zingen.’ Gesprek met regisseur Tom Theunis.
Belpop: Ferre Grignard Maandag 21/10, 20.40 – Canvas
Ring-a, a-ring-a, but I’ve got to sing. Een oorwurm vergeet je per definitie niet, maar verder? ‘Ik moet bekennen dat ik aanvankelijk ook bitter weinig over Ferre Grignard wist’, zegt Tom Theunis, die eerder al illustere Belpop-afleveringen over The Scabs, new beat en – onnavolgbaar – Clement Peerens regisseerde.
‘Naast Ring Ring herinnerde ik mij alleen nog de schandaalsfeer die altijd een beetje rond zijn figuur heeft gehangen. Toen ik in zijn muziek begon te grasduinen vond ik bovendien dat er heel wat slechte tussen zat. Even vroeg ik mij af of hij me genoeg zou boeien om een Belpop over hem te maken maar door me te verdiepen in de figuur ben ik toch gefascineerd geraakt.’
Wat fascineerde jou precies? Tom Theunis: Het duale in hem. Hij was een moeilijke mens om mee te leven, niet alleen voor vrouwen en medemuzikanten maar zelfs voor zijn publiek. Soms kwam hij op en staarde hij minuten lang voor zich uit. En toch spreekt iedereen nog steeds met veel liefde over Ferre Grignard. Zo zijn we met kunstschilder Fred Bervoets gaan praten. Hij was jarenlang de spitsbroeder waarmee Ferre het Antwerpse nachtleven onveilig maakte. Als ze geld hadden, jaagden ze dat er in één nacht door. Dan kwamen ze een café binnen en trakteerden er iedereen, desnoods ook op eten.
Waar begon jouw zoektocht? Theunis: In De Muze in Antwerpen, uiteraard. Dat café is onlosmakelijk met hem verbonden. Ferre Grignard trad er niet alleen op, hij stond er ook wel eens achter de bar. Het was wel niet de plek waar hij voor de allereerste keer optrad, dat was op een zangwedstrijd voor De Nieuwe Gazet. Dat is slechts een van de mythes die we ontkracht hebben – al wil ik zeker niet zijn mythische uitstraling zelf ontkrachten, want die had hij wel degelijk. Roland Van Campenhout vertelde ons dat hij misschien geen artiest was geworden als hij Ferre Grignard nooit had zien optreden. Dat was voor de jonge Roland de trigger om als zanger zijn kans te wagen.
Was er genoeg archiefmateriaal beschikbaar om het verhaal van Grignard te vertellen? Theunis: Gelukkig konden we ook beroep doen op Franse beeldarchieven, want in dat van de VRT was hij maar beperkt terug te vinden. Ferre Grignard is lang van het scherm geweerd – in de jaren zestig week zijn muziek ook te veel af van wat toen de norm was. De toenmalige BRT heeft eind jaren zeventig nog wel een poging tot wiedergutmachung ondernomen: men liet in een studio het interieur van De Muze nabouwen en men heeft zelfs een buslading vaste Muze-gangers naar Brussel laten overkomen, zodat Ferre voor hen nog eens zijn oorspronkelijke sixtiesset kon brengen. Ook over die uitzendingen doen heel wat verhalen de ronde: de drank vloeide rijkelijk en naderhand lagen de BRT-gangen vol plassen bier, urine, en meer.
Hoe zat het met Grignards internationale uitstraling? Theunis: Hij heeft wel degelijk in het buitenland opgetreden, in Frankrijk bijvoorbeeld en Duitsland. Al moet je de verhalen daarover wel met een korrel zout nemen. Ja, Ferre Grignard heeft een week lang opgetreden in de Olympia in Parijs. Dat is inderdaad prestigieus maar het was wel in het voorprogramma van een Franse zanger, Antoine. De platenfirma zoog toen heel wat uit haar duim. Zo heette het dat Grignard in de Bronx geleefd had en er de Amerikaanse blues had geabsorbeerd. Maar hij is nooit in Amerika geweest: Ferre had vliegangst. Een toenmalige journalist heeft aan mij toegegeven dat hij zich destijds voor zijn artikel vooral had laten meeslepen door de full Grignard experience, dubbelchecken hoorde daar niet bij.
Maar nu des te amusanter voor Belpop? Theunis: Absoluut, al is het soms zoeken naar de versie die klopt. Het is wel geestig om al die getuigenissen naast elkaar te plaatsen en zo op zoek te gaan naar de ware toedracht. Zo is er het Jimi Hendrix-verhaal, dat de uiteindelijke montage weliswaar niet heeft gehaald. Het klopt dat Ferre Grignard en Hendrix in Duitsland bij eenzelfde gelegenheid hebben opgetreden. Er zal backstage ook wel even gepraat zijn maar over wat daarop is gevolgd, lopen de versies uiteen. (lacht) Zo zou Hendrix met het busje terug naar Antwerpen meegegaan zijn. En toegekomen op de Antwerpse ring zou hij zijn verbazing hebben uitgesproken over hoe groot ’t stad wel is.
Wat zullen we van Grignard onthouden na het zien van Belpop? Theunis: Zijn authenticiteit, hoop ik. Hij leefde zijn nummers en kon je echt wegblazen als hij begon te zingen. En tegelijkertijd deed hij vooral dubbel en dik zijn goesting. Zo heeft hij ook het momentum laten passeren om echt internationaal door te breken. Een collega-muzikant verwoorde het als volgt: ‘Als je ’s avonds je jenever in De Muze wilt drinken, dan kun je geen tournee door Amerika plannen.’ Grignard doet me wel een beetje denken aan The Dude, Jeff Bridges’ personage in The Big Lebowski. Ook Ferre leefde erop los en op een bepaald ogenblik is hij, haast per ongeluk, eventjes beroemd geweest. (HVG)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier