Guido Lauwaert
Brief uit Poznan – deel 3
Guido Lauwaert is onze reporter ter plaatse op het Malta Festival in Poznan. Tussen de motregen door trekt hij van horrorvoorstelling naar hartverwarmend stuk.
Het Belgisch weer heeft mij gevonden. Het heeft gisteren de hele dag geregend. Alle openluchtattracties vielen in het water. Maar het werk roept. De deur uit, drie voorstellingen wachten op me, en een afspraak met een veelzijdig kunstenaar, betreffende een project, waarover later meer.
‘Mikiko Kawamura is a rising star of Japanese dance,’ is de eerste zin van het blokje uit de festivalcatalogus. Een danseres die het liefst alleen in de vele zonnen van het theater staat. Ze is geboren in 1990 en heeft al heel wat bekers in haar prijzenkast staan. Haar kunstcarrière begon met breakdance, maar gaandeweg vond ze haar eigen dans. Zelf omschrijft ze die als een meisje spelend in een denkbeeldige wereld. Alphard is de naam van haar solodans. Waar ze de belangrijkste ster van de onderwereld, Hydra, mee bedoelt. Een slang met vele hoofden. En dat is ze ook, al dansend. Ze kronkelt van lichtvlek naar lichtvlek, de toegang versperrend voor schepsels van Mars, al kan het ook Pluto zijn, want met die Japanners weet je nooit. Ze verdient er de vele sauzen van haar sushi’s mee, en dat is haar gegund. Maar wijzer worden wij, toeschouwers, er niet van. Het mooiste aan haar voorstelling was de wijze waarop ze groette: snokkende, korte buigingen. Een Amerikaanse professor in de theaterwetenschappen naast me, vroeg waar ik vandaan kwam voor het applaus zijn laatste adem uitblies en welke mijn volgende voorstelling was.
Feed. Van Kurt Henschläger. Uit Chicago. Hij mixt graag klankgroepen met videoprojecties, een eigen vorm van animatiefilms. De voorstelling heb ik niet gezien maar wel gehoord. Elke toeschouwer moest een formulier invullen [naam en voornaam, geboortedatum, land van herkomst], dat je onderaan moest dateren en signeren. Het was in het Pools opgesteld, maar de verantwoordelijke van de voorstelling vertelde in het Engels de hele zwik op papier en maakte er een beknopte versie van. De organisatie was niet verantwoordelijk voor gehoorschade en mensen met hartproblemen betreden op eigen risico de zaal. Ik weigerde te tekenen en dat is de reden dat ik 45 minuten heb staan verzuilen in het ijskoude voorgeborchte van de zaal. Toen de eerste mensen na een half uur buitenkwamen vroeg ik of ze vluchtten voor de dreunende vibraties uit evenveel klankkasten als dat er toeschouwers waren. Daarom niet alleen, zei een Parijse fotograaf waar ik voorafgaand aan de voorstelling een praatje mee had gemaakt en die het huis Roularta kende. Van zijn Franse uitgaven, waar hij soms foto’s voor maakte. Hij was er onderuit gemuisd omdat hij geen foto’s kon maken. Het eerste kwartier speelde zich af in complete duisternis waarin een smog werd gespoten die de toeschouwers bij de keel greep en zich in het haar vestigde en van daaruit aan een afdaling begon. Eindelijk enig licht in de duisternis. Een spel van alle tinten van een zwartgrijze regenboog. De bedoeling van het geheel was een gevoel te scheppen waarin je alle houvast, de letterlijke en de figuurlijke, verliest. Nou, die wilde hij niet kwijt en daarom was hij vertrokken. Hij vroeg me welke mijn volgende voorstelling was. Ha, dezelfde als die van hem. Wij samen op stap.
Mush-room van Grace Ellen Barkey & Needcompany. Eindelijk lol en, figuurlijk, warmte. Een anderhalf uur durende trip van acht dansers [m/v] onder uiteraard artificiële invloed van drugsvriendelijke paddenstoelen. Ze kunnen er nooit genoeg van krijgen. Ze plukken en eten ze en zien ze zweven en dansen en slaan kreten uit en vertellen verhalen, eigen aan junks. De voorstelling is al besproken door een collega maar toch een korte impressie. Van een wereld, verwant met die van Federico Fellini en zijn film [Il] Cassanova [di] Fellini. Venetië en zijn carnaval, waarmee de film begint, daagt op, maar evolueert naar de Feesten van Wormen en Amoeben in het Wilde Westen uit het Verre Oosten van de Darmen. Eindelijk de verbeelding aan de macht. Met een vrolijke ondergrond die geen seconde verveelt, maar blijft verrassen. De voorstelling haalt zijn succes niet enkel uit zijn tricky trips, maar ook uit de mix van culturen. De combinatie zorgt telkens voor een surrealistisch spektakel, met de typische stempel van Needcompany.
De kleren doornat, de schoenen piepend en sissend, het lijf tot op het bot verkleumd, onder een motregen die van geen ophouden weet, bereikte ik mijn hol in de grot genaamd Novotel Centra, waar een paar glazen rode wijn mij voldoende warmte bezorgde om als een blok in slaap te vallen. Een slaap waarin ik de dromen van Fellini hervond. Met dank aan Grace Ellen Barkey… en ook wel aan de wonderdokter van het Vlaamse theater, Jan Lauwers.
Guido Lauwaert
Poznan, Polen, 2013-06-26
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier