Paul Baeten
‘Algoritmes zijn misschien op zoek zijn naar perfectie, maar mensen naar verbinding’
‘Zouden er dus geen domeinen bestaan waarop we de technologie moeten vermijden om niet aan de essentie ervan voorbij te gaan?’, vraagt schrijver P.B. Gronda zich af.
Ze kunnen toch zoveel tegenwoordig. De stem en het lichaam van acteurs perfect simuleren, algoritmes schrijven die je matchen met mogelijke vrienden of geliefden, live events streamen in heel de wereld zodat je erbij kunt zijn.
Technologie gaat ervan uit dat altijd alles beter kan. Ze gaat op zoek naar fouten en verbetert die tegen een volgende stap: sneller, scherper, gemakkelijker. Wat allemaal synoniemen werden van ‘beter’. Wat een excellente houding als je in de wereld van smartphones, geneeskundige apparatuur of de luchtvaart zit.
In menselijke relaties of kunst is het idee dat vooruitgang altijd beter is een beetje vreemd. En daarmee bedoel ik eigenlijk: een grote stap terug.
Algoritmes zijn misschien op zoek zijn naar perfectie, maar mensen naar verbinding.
Denk aan theater en film. Beide gaan uit van een geschreven plan, maar bij het eerste is elke opvoering uniek en de ruimte voor toeval altijd aanwezig. Een samengaan van heel veel variabele factoren waaronder licht, temperatuur, het gemoed van de spelers, de geur van de buitenlucht voor het binnengaan en zo nog een tienduizendtal andere zaken, maakt dat het de ene avond niet loopt en een andere pure magie is. Het is kunst die dicht bij het leven aanleunt, want ze maakt misschien wel plannen, maar heeft niet de controle in handen.
In film gaat het anders. Daar gaat men meestal door een extreme regie de magie van een echt moment proberen na te bootsen. En als het lukt, dan kan het zonder meer wonderlijk en fantastisch zijn. Maar vaak is het dan ook omdat er een heel klein detail buiten de controle van de maker viel, of net omdat het proces door en door menselijk was: het talent van kostuumontwerper, de gevoeligheid van de lichtman, het charisma van de acteur, enzovoort.
In die zin is kunst een manier om zo ver mogelijk van de natuur te gaan om dan te trachten er een glimp van op te vangen in een artificiële structuur.
Het is kunst die dicht bij het leven aanleunt, want ze maakt misschien wel plannen, maar heeft niet de controle in handen.
Dus als ik zie hoe technologie ook op die domeinen aan komt zetten met dat wetenschappelijke idee van perfectie, dan denk ik: daar gaat de menselijkheid, daar gaat de kunst. Want volgens mij is het zo dat mensen soms een ongrijpbaar gevoel herkennen in een kunstwerk, in welke vorm dan ook, en dat dat iets is dat niemand ooit helemaal berekend kan hebben. Het is de schrijver die zijn woorden niet langer bedenkt maar gewoon voelt en opschrijft of de schilder die een bepaald licht vertaalt naar iets groters op doek. En mensen aan de andere kant van dat werk, die worden iets gewaar dat hun heel even troost kan geven, een straaltje schoonheid dat het leven voor een moment in een ander perspectief plaatst.
Intussen wordt animatie zo goed dat we straks geen acteurs meer nodig hebben. Geweldig knap bedacht door mensen aan computers. De vraag is echter: was dat ooit de bedoeling? Algoritmes zijn misschien op zoek naar perfectie, maar mensen naar verbinding. Zouden er dus geen domeinen bestaan waarop we de technologie moeten vermijden om niet aan de essentie ervan voorbij te gaan?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier