Tine Hens
‘Wat is eigenlijk het punt van Joris Hessels in ‘Gentbrugge’? Dat alle mensen goed zijn?’
Voor onze tv-recensente mag het er in het nieuwe Canvas-programma ‘Gentbrugge’ wat minder knus aan toegaan. ‘Als het allemaal wat te veel hygge wordt, val je om van verveling.’
Mocht empathie een olympische discipline zijn, dan zou Joris Hessels kans maken op een podiumplaats. De man met een warm hart voor Jan en alleman is verhuisd. Terwijl anderen in dezelfde omstandigheden soms een jaar nodig hebben om een housewarming te organiseren, heeft Hessels de dozen nog niet uitgepakt of hij is zijn nieuwe buurt al aan het verkennen. Iemand vond het ook een goed idee om die gebeurtenis te filmen. Als rubriek in Man bijt hond en met Martin Heylen, een andere heer met een empathisch teveel, had dat gewerkt. Het had harten doen smelten, ogen geopend, gesprekken mogelijk gemaakt, banden gesmeed. Is het niet dat waar het ons aan ontbreekt in deze samenleving en waarover Het Zesde Metaal zo schoon zingt: ‘D’eirde warmt ip, mo de weireld verkilt’?
Wat is eigenlijk het punt van Joris Hessels in ‘Gentbrugge’? Dat alle mensen goed zijn?
Gentbrugge had ook De grote overbrugging kunnen heten. Hessels loopt bij zijn nieuwe dichte en verre buren binnen, eet er een praline, aait er een kat, drinkt er een kop koffie en laat ondertussen de levensverhalen tot zich komen. Ronald vertelt over de voorschorten die hij al 38 jaar iedere dag voorbindt. In alle kleuren heeft hij ze. Ze mogen hem begraven in een voorschort. Een zwarte. Ook die ligt in de kast. Simonne is 89 en wast al twintig jaar de truitjes van de lokale voetbalploeg. ‘Ze kan goed mopjes vertellen’, zegt haar tweelingzus thuis aan de keukentafel. Als ze volgend jaar negentig worden, Simonne en Yvonne, geven ze een groot feest. Natuurlijk mag Joris komen. We zijn toch allemaal vrolijke vrienden?
Soms zit Joris ook op een bank in een park in zijn nieuwe buurt. Hij praat er over zichzelf tegen om het even wie die naast hem komt zitten. Ze voelen wat ongemakkelijk aan, die persoonlijke bekentenissen, ontboezemingen en tegelwijsheden. Aan een meisje van een jaar of negen schetst hij hoe zijn gezin in elkaar zit. Drie stiefkinderen en een eigen kind. Het meisje kijkt hem aan en deelt mee dat dat nu wel genoeg kinderen zijn. Dat is natuurlijk grappig. Leuk. Maar meer ook niet.
Gentbrugge schuurt en wringt niet, het glijdt moeiteloos voorbij. Alles loopt er goed en wel en de mensen kennen er elkaar nog. ‘Zoals vroeger’, wilde ik hier automatisch aan toevoegen. Want daar lijkt het Gentbrugge dat Hessels in beeld brengt opvallend veel op. Op een gemeenschap onder een stolp, waar de tijd bleef stilstaan en waar netjes rond de complexe problemen van de moderniteit is getrippeld. Ook migranten lieten de deelgemeente schijnbaar links liggen. Alle mensen die Hessels ontmoet, kleuren netjes wit. Zelfs de kungfumeester heet Walter en is van lokale makelij.
Gentbrugge schuurt en wringt niet. Het glijdt moeiteloos voorbij.
Het is het nadeel als men ideeën die perfect zijn voor een rubriek opblaast tot een reeks. Zeker als je het verhaal wil vertellen van een man die zich wil integreren in zijn nieuwe buurt. Ik heb zelden gehoord dat dat voor een blanke man een probleem zou zijn. Dus wat is eigenlijk het punt dat Gentbrugge wil maken? Dat alle mensen goed zijn? Dat er in deze wereld nog fijne buurten zijn? Dat het niet al kommer en kwel is? Dat je gewoon wat moeite moet doen om met de mens naast je op de tram of bus of bank te praten?
Die vakjes zijn allemaal afgevinkt. Maar Gentbrugge is een beetje te hygge, het Deense woord voor knusheid. Voor sfeer en gezelligheid scoort het programma zeker een acht. Maar als het allemaal wat te veel hygge wordt, val je om van verveling en besluipt je die onweerstaanbare drang de boel kort en klein te slaan.
Gentbrugge (**)
Woensdag 15/1, Canvas, 21.20
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier