Uit ‘Vrederechters’ blijkt dat mensen nog steeds niet in staat zijn om voor zichzelf te denken

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

‘Vrederechters’ helt al te vaak over naar een handleiding met praktische tips voor wie ooit voor de vrederechter belandt’, vindt onze tv-recensente.

Onbetaalde facturen, bladeren die over de afsluiting dwarrelen, achterstallige huur, de financiële nasleep van echtscheidingen: het komt allemaal voor de vrederechter. ‘We zijn de peacemakers‘, zeggen de vrederechters die in het gelijknamige programma gevolgd en geportretteerd worden. Ze luisteren, schipperen tussen empathie en strengheid en leggen telkens weer de rechtsregels uit aan mensen die met een dossiermap onder de arm zichzelf proberen te verdedigen.

‘Ik woon daar al drie jaar niet meer’, zegt de vrouw die door de watermaatschappij gedagvaard is om 240 euro aan openstaande betalingen te vereffenen. In drie zinnen schetst ze haar leven van de voorbije drie jaar. Gescheiden, een nieuwe partner gevonden, zwanger geworden en ondertussen wordt ze aangemaand de ene na de andere factuur te betalen, omdat haar ex-man geen geld heeft. De vrederechter, Beatrijs Mevesen, tikt met haar balpen op het dossier en zegt: ‘Een steen kan je niet stropen.’ De vrouw buigt het hoofd en zucht, nee. Al 2.500 euro hoestte ze op om zijn schulden af te betalen. Opnieuw een tik van de balpen. ‘Ik begrijp dat het frustrerend is, maar juridisch kan ik niets anders zeggen dan dat u uw zaken op orde moet brengen.’ De vrouw knikt. Ze weet het. ‘Aangetekende brieven schrijven’, gaat de vrederechter verder. ‘Geen telefoons, geen mails.’ Weer knikt de vrouw. Ze zou kunnen zeggen dat er in haar leven weinig ruimte is voor het schrijven van aangetekende brieven, maar ze bijt op haar lip en aanvaardt het voorstel van de vrederechter.

Anders dan u003cemu003eDe rechtbanku003c/emu003e, dat uitblonk door wat wel getoond maar niet gezegd werd, hebben de afgeleiden last van extreme uitlegdrang.

‘Dikwijls is er een uitweg’, zegt die. ‘We hebben een taak binnen de armoedebestrijding’, vult haar collega Alexander Forrier aan. ‘Er is niet veel nodig om aan de andere kant te belanden’, gaat een andere vrederechter, Jan Vandeborne, verder. Even later zien we hem in de tuin van ruziënde buren. De ene heeft last van het afvalwater van de andere, de andere heeft last van de struiken van de ene. ‘Ooit waren we goede buren’, zeggen ze allebei tegen de vrederechter die op het gazon tussen hen in staat. ‘Misschien moet je dat gewoon terug worden’, raadt Vandeborne hen aan. Ze spreken hem niet tegen. Maar iets in hun lichaamstaal zegt dat er nog wat tijd over moet gaan.

Alle reeksen over notarissen, vrederechters en magistraten hebben goed gekeken naar de oerversie van dit format, De rechtbank. Zaken worden gepleit, vrederechters komen aan het woord en luchtbeelden lijmen alles naadloos aan elkaar. Maar anders dan De rechtbank, dat uitblonk door wat wel getoond maar niet gezegd werd, hebben de afgeleiden last van extreme uitlegdrang. De gemiddelde scholingsgraad in Vlaanderen gaat er al jaren op vooruit, maar als je tv-makers moet geloven zijn mensen nog steeds niet in staat om voor zichzelf te denken. Zo vond men het nodig om de Antwerpse vrederechter te laten zeggen wat een plaatsbezoek is. ‘Een plaatsbezoek is wanneer de vrederechter ter plekke komt.’

En zo helt Vrederechters al te vaak over naar een handleiding met praktische tips voor wie ooit voor de vrederechter belandt. Telkens weer worden de rechtsregels herhaald – ieder stuk dat je de vrederechter toont, moet je ook aan de tegenpartij overhandigen – en krijgen mensen ook de raad wat meer met elkaar te praten in plaats van dadelijk de vrederechter in te schakelen. Want wie verliest, betaalt de gerechtskosten. De tarieflijst werd net niet integraal opgesomd. ‘De maatschappij in het klein’, omschreef een vrederechter haar rechtszaal. ‘We zien miserie, we zien mooie dingen en soms ontploft het.’ Omdat rechtvaardigheid rechtlijnig lijkt, maar het daarom niet is. ‘Ik heb geen geld’, zei een man met een huurschuld. ‘Wat wil je dat ik doe? Heb ik geen recht op wonen?’ Grondwettelijk heeft die man dat, maar daarvoor moet hij niet bij de vrederechter zijn.

Vrederechters

Woensdag 6/4, 21.45, VTM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content