Stubru-presentatrice Michèle Cuvelier: ‘Je wilt echt niet in mijn hoofd zitten’

Kristof Dalle Journalist

De stem, de functionele gekheid en de eclectische muzieksmaak: Michèle Cuvelier (25) lijkt ergens aan een Ardooise assemblagelijn gemaakt voor radio. Het is dus louter een kwestie van tijd voor Studio Brussel de Zender-presentatrice finaal naar voren schuift. ‘Wist je dat de vier Beatles op hetzelfde moment een druiper hadden?’

Haar ogen worden glazig. Haar gelaat verstart.

‘Eh, Michèle?’

Ze reageert niet. Vijfentwintigjarigen krijgen geen beroertes, toch? Toch?

‘Michèle?’

‘Wat? Ah! Ik moest even weten of dat nu Despacito mét of zonder den Bieb was. Heb ik je al verteld over mijn obsessieve kantje?’

We zitten in een brasserie op het Meiserplein. Uit de boxen klinkt Despacito, mét Justin Bieber. Michèle Cuvelier heeft er net drie uur festivalradio op zitten, en lijkt nog helemaal opgewonden. Ze wuift het weg. ‘Ik bedaar wel, uiteindelijk. Na drie uur radio weet ik sowieso al geen blijf met mijn adrenaline, en vandaag verliep het laatste uur extra hectisch. Ik moest alles omgooien.’

‘Hiphoppers’, zegt ze en ze haalt de schouders op, alsof dat het wel verklaart. ‘Zalige kerels, maar altijd te laat. Nee?’ Ze aarzelt. ‘Of ben ik nu aan het stereotyperen?’

‘Is het een stereotype als ze effectief altijd te laat zijn?’ vraag ik.

Ze overloopt een denkbeeldige checklist. ‘Nee, ik denk dat we safe zitten. Goed, want ik heb de neiging om me in al mijn impulsiviteit in de nesten te werken.’

Hitler heeft nog bij mijn oma op zolder gewoond. Zegt ze

***

Ze begroet de barman en bestelt witte wijn in dartel Frans. Het resultaat van een romance in Nantes. ‘Zeer handig, zo’n Frans lief. En de enige manier om een taal goed te leren.’ Over een paar dagen trekt ze weer richting Frankrijk. Ze zal op haar eentje het land doorkruisen. Met de trein. ‘Een bescheiden avontuur. Maar ik zie het vooral als een taalbad.’

Het is haar eerste uitgebreide vakantie sinds ze na haar studies woordkunst en een jaartje Romaanse in 2015 bij Studio Brussel begon. Intussen is ze al twee jaar de stem van Zender, waar ze u elke avond tussen zeven en tien uur ’s avonds de nieuwste riedels aanreikt. Vorige zomer liep ze zich daarnaast maandenlang het vuur uit de sloffen op élke festivalweide. En dat terwijl ze voordien zelfs nog nooit een camping van dichtbij had gezien. ‘Moet overweldigend geweest zijn, zo van dictiechick in één klap naar DIXI-chick.’

‘Ben je nu trots op je vondst?’

‘Heb ik dat luidop gezegd?’

‘Helaas wel. (lacht) Het voelde best wel als een gat in mijn cultuur, maar het was er vroeger nooit van gekomen. Door de bubbels waarin ik zat. Meervoud. In het middelbaar had ik niet het soort vrienden dat naar festivals trok. En aan het Antwerpse Conservatorium lag de focus eerder op de nieuwste voorstellingen in HetPaleis. Ik was er wel nieuwsgierig naar, maar niemand heeft me ooit gevraagd om in de Werchtermodder te gaan rollen. Ik heb ook nooit bij de jeugdbeweging gezeten: vuilzakkerij en kamperen zijn me vreemd. Hell, ik ben zelfs slecht in gezelschapsspelletjes spelen. Of klink ik nu als een sociopaat?’

Een beetje.

Michèle Cuvelier: Om die bubbel concreet te maken: ik woonde met mijn moeder en zus op een berg in Ardooie, in het enige huis in de straat. Ik ging naar school en naar de lessen dwarsfluit en dictie. Dat was het toen zowat.

Welk festival kun je ondertussen het best smaken?

Cuvelier: Best Kept Secret, zonder twijfel. Ik hou van alles wat goed doordacht is. De sfeer, het indiegegeven, de relatieve kleinschaligheid, foodtrucks met speciale lettertypes. De hipsterfactor, enfin.

Dat moet de eerste keer – ooit – zijn dat ‘hipsterfactor’ als een plusplunt wordt gezien.

Cuvelier: Ik hou van de hipsteresthetiek, niet van het poseurgehalte. En natuurlijk is dat heel doorzichtig, en heeft elk rommelig, hyperauthentiek eetstandje er drie designers op losgelaten om de juiste dosis ‘authenticiteit’ te vinden. En toch hou ik ervan.

Er kunnen nooit genoeg man buns zijn, dus?

Cuvelier:Man buns? Nieje, nieje. Get er van soorten, zeggen ze bij ons.

Het is altijd een goed teken als geïnterviewden terugvallen op wat er onder de dictie begraven ligt.

Cuvelier: O nee, daar wil je echt niet gaan graven. (lacht)

Stubru-presentatrice Michèle Cuvelier: 'Je wilt echt niet in mijn hoofd zitten'
© ALEXANDER POPELIER

Je komt uit Ardooie, het mekka van de diepvriesgroenten tussen Roeselare en Tielt. Valt er nog iets meer over te zeggen?

Cuvelier: We hebben een heuse Walk of Fame rond de kerktoren. Of toch zeker een tegel waarin ‘Mathias Sercu‘ is gekerfd. Ik herinner het me allemaal niet meer zo goed. En uiteraard heeft Hitler ooit onze kerktoren geschilderd.

Wat?

Cuvelier: Is dat niet wat elk West-Vlaams dorp beweert sinds die in Bachten de Kupe gestationeerd was? Mijn oma heeft Hitler zelfs nog op haar zolder gehad. Zegt ze.

Ardooie kan naar verluidt ook bogen op een bruisende voordrachtscene. Jij was zelfs hun eloquente hoop op landjuwelen.

Cuvelier:Krant van West-Vlaanderen?

Krant van West-Vlaanderen. Die sprak zelfs over een eeuwige concurrent. Timothy?

Cuvelier:(gooit de vuisten dramatisch in de lucht) ‘Timothy!’ Nee, ik herinner me echt heel weinig van die periode. Behalve dat ik doorgaans als tweede eindigde – ik was de Poulidor van de voordracht – en dat het zowel leuk als stresserend was. Twee zaken die bij mij helaas altijd hand in hand gaan.

***

Na één glas worden we vriendelijk de deur gewezen. Sluitingstijd. We komen in een zaakje verderop terecht. Onder de louche neonverlichting schuilt vermoedelijk een bruine kroeg. En die bruine kroeg is vermoedelijk een dekmantel voor de Armeense maffia. De wijn is zuur, en op het halfduistere koertje roept een verzopen habitué Cuvelier om de vijf minuten een compliment toe, terwijl hij steeds dieper wegzakt in zijn plastic tuinstoel. Cuvelier ziet het geamuseerd aan. Dit is haar stad, en ze houdt er heel oprecht van. ‘Brussel is immens en vreemd, en ik snap er niets van. Heerlijk.’

Sinds Ardooie, en vijf jaar later ook Antwerpen, claustrofobisch gingen aanvoelen, woont ze op een steenworp van de Reyerslaan. ‘Ik heb steeds een grote bevrijdingsdrang gehad, en gelukkig heeft mijn moeder me daar altijd in gesteund. Echt, altijd. Zelfs toen ik op mijn achtste bloemenverkoopster in Londen wilde worden en mijn oma riep: ”t Es zo verre. Kgon je noois niemer zien’, suste mijn moeder haar al. ‘Laat dat kind toch eens dromen!’ (lacht) En ook vandaag laat ze me mijn ding doen in Brussel: ik snap dat dat moeilijk moet zijn voor een moeder.’ Ze hokt met twee vrienden samen op de vijfde etage van een appartementsblok in Schaarbeek, al komen de muren daar stilaan ook weer op haar af. ‘Het is me hier te vredig. Zo vredig dat ik onrustig word. Ik moet eigenlijk pal in het centrum gaan wonen.’

Ze verhuisde uit Antwerpen toen ze met Zender begon. Het eerste jaar presenteerde ze nog samen met Joris Lenaerts, maar au fond werd ze gewoon in het diepe gegooid. Gelukkig bleek ze te kunnen zwemmen. ‘Ik herinner me nog hoe we een studietrip naar Amsterdam maakten met de hele groep. In de eerste platenzaak ging iedereen meteen graven naar vondsten, terwijl ik er wat bedremmeld bij stond – ik heb geen vinylcollectie, zelfs geen platenspeler. Shit, ik schiet al meteen tekort, dacht ik. Ik wist niet eens wat Awesome Tapes from Africa was.’

Ik schuif op mijn stoel en probeer geen oogcontact te maken. Tevergeefs.

‘Ik ben dus toch niet de enige! Ondertussen weet ik dat het een verzameling coole shit uit Afrika is, zoals Obaa Sima van Ata Kak, en een vaste waarde. Maar ik besefte toen dat ik niet in dezelfde muziekscene zat, en te weinig wist.’

Van een lijstje met tien tekenen van problematisch perfectionisme kon ik er negen afvinken. En een deel van me vloekte omdat ik geen tien op tien had gehaald

Jij hebt toch een brede muziekkennis? Je reikt luisteraars constant nieuwe artiesten aan.

Cuvelier: Ik ben geen muziekencyclopedie. Ik veronderstel dat ik door de job iets meer ken dan de gemiddelde luisteraar, maar ik kijk met ontzag naar de allesweters op de redactie. Tegelijk hoop ik nog lang verwonderd te kunnen luisteren naar nieuwe platen. Zender moet nieuwe muziek aanbieden, en niet met het vingertje omhoog preken wat goed is en wat gruwelijk fout. Ik lepel zelf ook uit vele potjes: mengelmoezen is gewoon veel leuker. Los daarvan wil ik dus al twee jaar een platencollectie beginnen, maar het is er nog steeds niet van gekomen. Ik heb ondertussen wel Spotify Premium, dat vind ik ook al heel wat. (lacht)

Je maakt deel uit van de muziekredactie van StuBru, wat niet elk jonkie gegeven is, en schijnt haast neurotisch te zoeken naar nieuwe trouvailles. Waarop selecteer jij?

Cuvelier: Ik ben een emotionele, haast kinderlijke luisteraar: iets is goed als ik erop kan dansen, als ik erom kan huilen of lachen. Maar op het einde van de dag wil ik vooral dat iets goed gemaakt is, en enigszins vernieuwend probeert te zijn. Van de zoveelste Stoneskopie word ik echt pissig. ‘Mannekes, zoek toch eens de grenzen op!’ Daarnaast wil ik vakmanschap: ik wil horen dat ergens aan geschaafd is.

Die regels gelden trouwens niet alleen voor muziek. Zag je California Love(de roadmovie die Stijn Van De Voorde voor VRT Nu over zijn trip door de VS maakte, nvdr.)? Als een interview mislukt was, bracht hij dat gewoon toch in beeld. Low budget en aan een rotvaart gemaakt – zoals radiomensen het gewend zijn – maar heel eerlijke, verfrissende tv.

Kijk jij zelf al richting VRT Nu? Onder de vlag van StuBru werd behalve California Love ook Tastes of the World exclusief op de digitale player van VRT gelanceerd. Jongeren lusten er wel pap van.

Cuvelier: Ik heb geen concrete plannen, maar ik wil er graag aan meewerken. Daar ligt een heel speelveld open. Radio is de studio stilaan helemaal overstegen, hè.

***

Of ze met een VRT-startersloon wel een vinylcollectie kán uitbouwen, vraag ik haar tussen twee bestellingen door. Ze vindt het maar een vreemde vraag.

‘Ik hoef niet bij te klussen. Denk ik. Eigenlijk weet ik niet eens hoeveel er maandelijks gestort wordt: ik check mijn rekening echt nooit. Ik werk hard en veel, maar het is me nooit om het geld te doen. Het is eerder dat ik niets half kan doen. En perfectie vraagt om hard werk.’

Las je onlangs het artikel over …

Cuvelier:… hoe perfectionisme eerder een negatieve dan een positieve trek is? Jawel. Heel confronterend, zowel voor mij als voor de leeftijdsgenoten aan wie ik het ook liet lezen. Er werden tien tekenen van problematisch perfectionisme opgelijst: ik kon er negen afvinken, en een deel van mij vloekte omdat ik geen tien op tien had gehaald. (lachje)

De samenzang van John Lennon en Paul McCartney zou daar beneden voor geneugtes hebben gezorgd. De clit pitch heet dat

Ik weet dat het een contradictie is: echte perfectionisten blijven weg van de radio, waar je nul controle hebt. Het bericht dat Prince overleden was, liep bijvoorbeeld vijf minuten voor mijn show binnen: dat is het toppunt van controleverlies maar tegelijk de grootste kick. Ik streef dus iets na dat ik eigenlijk niet wil. Want ik wil helemaal geen rustige, voorspelbare job, of een relatie die lekker voortkabbelt. Perfectie is dodelijk saai. Gelukkig heb ik een zekere flair voor drama.

Heb je zelf het gevoel dat jouw perfectionisme problematisch is?

Cuvelier: Het zal altijd wel een beetje problematisch zijn. Maar op de universiteit stak dat enkel de kop op in die drie weken waarin ik me kapot blokte. Nu ik een job heb, en dan nog in de media, waar het takenpakket nogal vaag is, loop ik het hele jaar tegen mezelf aan. Ik probeer erop te letten. En laten we zeggen dat ik weleens iets gelezen heb over burn-out en work-life balance. Al doe ik daar voorlopig niets mee. Zender is dat ene programma dat niet aan feestdagen doet, en het zit in een moeilijk slot. Het vreet aan je sociale leven. Overdag werk ik aan de inhoud en muziek, tussen zeven en tien presenteer ik. Ik heb daarbovenop domweg toegezegd om één dag per week hosting voor Canvas te doen, en wat AB-shows, en ga zo maar door. Ik zie stilaan in dat ik een grens heb die ik moet bewaken.

Thomas Huyghe vertelde hier twee weken terug een gelijkaardig verhaal. Generatie Nu lijkt zich aan een rotvaart kapot te werken.

Cuvelier: Interview ons dan niet allemaal aan het einde van een zwaar mediaseizoen, hé man. (lacht) Kijk, mijn beide grootvaders waren boeren: ik geloof niet dat zij ervan wakker lagen dat niet elk pretplantje(Ardoois voor prei, nvdr.) kaarsrecht stond. Of dat hun hart een tel oversloeg als er wat van de kar viel op weg naar de veiling. Mijn generatie is daarentegen gruwelijk gefocust op details. En als je dan nog eens in de media werkt, waar alles per definitie onaf is, doe je jezelf mentaal wat aan. De drúk die wij onszelf opleggen, djeezes.

Het komt er heel vlot uit. Het lijkt haast alsof je op die vraag zat te wachten. Heb je geoefend?

Cuvelier: Misschien. (lacht) Dat leek me geen slecht idee. Ik ben van een generatie die het niet gewend is haar stem te laten horen. Er is een soort schroom om vrijuit te spreken. Mijn generatie heeft ook wel schijt aan dingen, maar alles is al gezegd en getweet. En als je iets roept, doe je dat vandaag tegenover de hele wereld. En die wereld heeft altijd commentaar. (denkt na) Man, wat zitten wij hard in met de mening van anderen. Ik hoop dat het gewoon de leeftijd is.

Nochtans werd jouw weerbaarheid tegen kritiek bejubeld bij StuBru.

Cuvelier: Hoe meer feedback én kritiek, hoe liever ik het heb. Alleen neem ik ook alles voor waar aan, en zo kun je niet werken. Ik kan mijn eigen standpunt niet behouden.

Op je vijfentwintigste mag je nog een beetje een windvaan zijn.

Cuvelier: Je wilt echt niet in mijn hoofd zitten. Ik word constant ontwricht, en ik heb het nog graag ook. Als ik mezelf zo bezig hoor, denk ik dat dat toch wijst op een tekort aan zelfvertrouwen. Kan dat?

Stubru-presentatrice Michèle Cuvelier: 'Je wilt echt niet in mijn hoofd zitten'
© ALEXANDER POPELIER

Vraag je mij nu om bevestiging?

Cuvelier: Daar zal dus wel iets van aan zijn. Ik vind elke mening ook evenveel waard, of die nu van een collega komt, van mijn moeder of van een luisteraar die zijn slechte dag op mij afreageert via Twitter. Ik ben iemand met heel weinig filters.

Eva De Roo ging je twee jaar geleden voor in deze reeks en had het toen over een gebrek aan rebellie bij twintigers.

Cuvelier: Ook dat stuk heb ik nog eens herlezen. We zijn in se wel rebels, maar de ontmoediging heeft gewonnen. Iedereen is nu een individu in een online etalage en heeft geen idee meer wat ze kunnen doen tegen dat akelige politieke beest. Het is ondoorzichtig en enorm, dus distantiëren we er ons gewoon van. Op mijn achttiende las ik elke dag de politieke pagina’s van De Standaard, vandaag kan ik geen tien ministers meer opsommen. Ik zeg niet dat ik daar trots op ben, maar zo is het nu eenmaal. (denkt na) Ik vind dit wel geweldig boeiende materie. En zo hoeven we het niet over mijn lievelingsgerecht te hebben.

Want dat is uiteraard …

Cuvelier: (roloogt nadrukkelijk) Zalm teriyaki. Kunnen we het nu weer over de wereld hebben? Hoe afgestompt we ook zijn, ik zie het toch niet somber in. Snoop Dogg deelde dit jaar een grafiek die duidelijk maakte hoe de politieke situatie in de VS en het VK er helemaal anders had uitgezien mocht er enkel stemrecht onder de dertig bestaan: geen brexit, geen Trump. Ik vond dat hoopgevend. Het is dus niet omdat we lachen met kattenfilmpjes op het internet dat we ook vatbaar zijn voor clowns. Dankjewel Snoop!

***

‘Wist je dat The Beatles alle vier een druiper hebben gehad, op hetzelfde moment?’

Gent, een paar dagen later. Ze is op doortocht richting Ardooie. Toen ook het neonhol de deuren sloot, waren we nog niet helemaal uitgepraat, en ze vult liever face to face aan dan aan de telefoon. Perfectionisme heeft ook zijn goede kanten. Bovendien reed ze in haar dorpsvlucht van zeven jaar geleden Gent voorbij, en laat haar kennis van mijn stad zich in één zin samenvatten. ‘Dat kasteel, staat dat daar nog?’ Haar beeld van Gent als Bokrijk met wifi zal vandaag alvast niet bijgesteld worden. We zijn onderweg bijna van de sokken gereden door een bierfiets én een paardenkar, en op het plein voor het Gravensteen heft een hobbitachtige figuur spontaan Hey Jude aan.

‘Maar druipers dus?’

‘Ja. Een cadeautje van één vrouw, uit hun Hamburgse periode.’

In de jaren 2000 sloeg de Beatlemania hard toe op één berg in Ardooie. ‘Een obsessie was het. Als ik beslis dat iets de moeite waard is, dan duik ik er ook echt helemaal in.’ Ondertussen is ze een wandelende Beatlesencyclopedie. Een wandelende scabreuze Beatlesencyclopedie.

‘Weet je wat de clit pitch is? Nee? Dat vrouwelijke fans destijds zo orgastisch krijsten dat The Beatles zichzelf niet eens meer konden horen zingen, lag volgens Duitse pseudowetenschappers aan de vibraties in de stemmen van John Lennon en Paul McCartney. Hun samenzang veroorzaakte blijkbaar een frequentie die zeer triggerend werkte, daar beneden. Ik vertel dat verhaal heel graag, al kan ik de bron niet meer vinden, en is het vermoedelijk zeer onwaar. #Fake news.

#Sad!

Cuvelier: Moet kunnen, toch? Alles is legitiem vandaag, zolang je jouw eigen zwakheden maar durft toe te geven.

Ik ben meer dan een mening over de nieuwste Netflixreeks

Ging je voor de Beatles omdat je naar een song van hen genoemd bent?

Cuvelier: Nee, mijn naam dank ik aan Seasons in the Sun van Terry Jacks, een cover van Brels Le moribond. ‘Goodbye Michelle, it’s hard to die.’ De vonk sloeg over toen ik een schoolwerkje maakte over 1964, en het is niet alsof die muziek me thuis ingelepeld is. Misschien net daarom. Zij waren de eerste groep die ik zélf ontdekt had. Mijn liefde voor de Beatles is zeer oprecht, al zal er ongetwijfeld ook wat profileringsdrang achter zitten: het toont dat ik meer ben dan een mening over de nieuwste Netflixreeks.

Waar de gemiddelde zwartgallige puber met The Smiths en De steppewolf van Hermann Hesse dweepte, draaide jij I Want To Hold Your Hand grijs?

Cuvelier: Ik zat daar met de Beatles en Gabriel García Márquez op mijn berg, ja. (lacht)

Ken je ook leuke Beatlesfeitjes die niets met soa’s of clitorale klanken te maken hebben?

Cuvelier: Zijn het dan nog wel fun facts? Wie van de vier was bijvoorbeeld het best voorzien, denk je?

Ringo. Uiteraard.

Cuvelier: Ah jammer, je kende die al?

Nee, maar het houdt steek dat de risee van de band op andere manieren gecompenseerd werd door de kosmos.

Cuvelier: Mocht het universum aan eerlijkheid doen, weliswaar. Maar je hebt gelijk. Nog een laatste, om het af te leren. John Lennon was een onaangenaam, getroebleerd kereltje. Hij lachte constant met hun homoseksuele manager Brian Epstein, maar heeft zelf een homo-erotische nacht met hem beleefd. Hij was dus niet enkel onaangenaam, maar ook geweldig schijnheilig.

Jammer dat je met al die Beatletrivia weinig kunt bij StuBru.

Cuvelier: De clit pitch heb ik al een paar keer in het programma verwerkt. Wat? Het is 2017, toch?

Daar zit een opmerkelijke evolutie. Lang voor je echte radiodebuut bij Zender testte je op je achttiende al bij Studio Dada, de proeftuin van StuBru. Ze valt helaas niet meer te traceren, maar die uitzending zou eerder aan de cerebrale kant geweest zijn.

Cuvelier: Dat uurtje radio vatte helaas heel goed samen wie ik op mijn achttiende was: een woordkunststudente in wording met tien jaar dictie achter de kiezen, die ‘iets’ had met literatuur en poëzie en zich nogal hard wilde bewijzen. Resultaat: een heel knullig en gesjeesd uurtje highbrow radio. Achteraf kreeg ik er bovendien voor op mijn donder op school, want ik had een van mijn laatste examens laten schieten voor die opname.

Vond ik wel terug op YouTube: Right Left Up Down Down, een korte documentaire uit 2014 over de dansopleiding aan het Antwerpse Conservatorium. Jij oreert daarin …

Cuvelier: O nee.

Alles is legitiem vandaag, zolang je jouw eigen zwakheden maar durft toe te geven

‘Hoe kan men de onvermijdelijkheid van beweging vormgeven? Beweging in stilstand vatten? Hoe institutionaliseert men bewegen?’ Om maar te zeggen: ik had ‘highbrow’ in hoofdletters in mijn nota’s gezet.

Cuvelier: (lacht) Ik las ook maar voor. Die tekst is geschreven door mijn beste vriend Rashif El Kaoui (acteur, schrijver, rapper, nvdr.), en die heeft een zeer heldere, pompeuze esthetiek. Daarom is hij ook mijn beste vriend: ik ben ook zéér pompeus. Uit een soort angst om middelmatig te zijn, waarschijnlijk. Ik heb een heilige schrik voor middelmaat.

Ik las dat je twijfelt of het StuBru-ochtendblok iets voor jou zou zijn. Omdat je daar fris en fruitig op de grootste gemene deler moet spelen?

Cuvelier: Ik twijfel aan mijn girl-next-doorgehalte. Ik weet echt niet of het erin zit. Op radiovlak kijk ik bijvoorbeeld vooral op naar Kirsten en Sofie Lemaire. Daarbovenop ben ik niet zo’n people person: geen einzelgänger, maar ongetwijfeld wel een drupje wereldvreemd. En ik weet gewoon ook niet wat er leeft bij …

Het plebs?

Cuvelier: Jouw woorden. Zo hard jouw woorden. De modale Vlaming? Ik ben nogal selectief in wat ik interessant vind. Ik heb getest voor de Eén-quiz De club. Ik moest er twee BV-Instagrampagina’s van elkaar proberen te onderscheiden, maar ik wist niet eens wie die mensen waren.

Hoe zie jij jouw toekomst?

Cuvelier: Ik heb stilaan een duidelijk beeld van waar ik goed in ben. Ik weet dat ik ‘iets’ kan met taal en dat presenteren me afgaat. En als het even kan, graag zolang mogelijk bij StuBru. Alles wat ik graag doe, valt daar samen: presenteren, muziek, timing, woordgrapjes, interviews in verschillende talen, spelen met knopjes … En die radiostudio heeft iets magisch, punt. Zelfs al is het medium stilaan aan palliatieve zorg toe.

De openbare omroep gaat, gesteund door de Europese Commissie, experimenteren met gepersonaliseerde radio. Onder meer met nieuws op maat, waarna weer geswitcht kan worden naar een Spotifylijst met muziek naar eigen smaak.

Cuvelier: ‘Radio zonder metal’, kopte De Morgen. En dat is meteen alles wat ik ervan weet. Ik ben een cheapass die nooit betaalcontent leest. Sorry daarvoor.

Anders geformuleerd: kan ik me, terwijl printmedia zachtjes op de fles gaan door toedoen van de ‘cheapassgeneratie’, tenminste nog warm houden met het idee dat traditionele radio niet veel later zal volgen?

Cuvelier:(lacht) Eerlijk? Ik maak me daar weinig zorgen om. Mijn takenpakket overstijgt vandaag ook al het zuivere radio maken. En je kunt janken over de teloorgang van traditionele radio, of je kunt nadenken over wat je in de plaats brengt. Ik wil mensen nieuwe muziek aanreiken, maar dat kan gerust in een andere vorm, nog steeds onder de vlag van StuBru. Wie weet maak ik over twee jaar enkel podcasts? Of onlinefilmpjes? Ik ben gestart als radiopresentatrice pur sang, maar heb nu het gevoel dat ik mag uitzoeken waarin ik nog allemaal kan shinen.

***

‘Hey Michèle, hoe bevalt Frankrijk?’ whatsapp ik nog een paar dagen later.

‘Mijn Airbnb-mensen zijn drugsverslaafd, maar verder alles oké!’

‘Avontuur?’

‘Avontuur! En ik heb al tien synoniemen voor weed bijgeleerd!’

Met dank aan Laura Bonne & Shelter voor de styling en Emma Decock voor de make-up.

Dit is het coverinterview van de Knack Focus-zomeditie van 12/7. Verder in dit nummer: het einde van Game of Thrones volgens het internet, het koesterboek van Gaea Schoeters en kritiek op de grote Terrence Mallick.

Stubru-presentatrice Michèle Cuvelier: 'Je wilt echt niet in mijn hoofd zitten'
© Alexander Popelier

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content