
Programma - Taboe
Wanneer en waar uitgezonden - VRT 1

Hoe ver kan je de grenzen van humor oprekken? Het is de basisvraag achter Taboe. Maar na twee seizoenen, waarin er al gelachen werd met senioren, vrouwen, mensen met een opvallend uiterlijk, met obesitas en met een andere huidskleur, bots je ook op de vraag of er nog voldoende taboe’s zijn voor een derde seizoen.
Door in de eerste aflevering vijf mensen uit te nodigen die iemand verloren door zelfdoding, halen de makers van Taboe die twijfel alvast weg. Tegelijkertijd wordt de lat voor Philippe Geubels enkele meters hoger gelegd. Wie wil er nu de draak steken met mensen die treuren om iemand die uit het leven stapte? Een moeilijk thema, noemt Geubels het aan het begin van zijn zaalshow. Bij iedereen voelde hij een verdriet dat hij niet vaak gevoeld heeft. En tegelijkertijd, zo blijkt al snel uit de gesprekken met zijn vijf gasten, snakken ze er allemaal naar om er ook eens om te kunnen lachen.
Het is wat dit programma bij momenten onweerstaanbaar maakt. Niet de uitstapjes of de activiteiten – zo wordt er deze keer om onverklaarbare reden in oldtimers rondgereden – maar wel de bedenkingen over humor die tussen de lijnen doorschemeren. Telkens weer gaat het erover hoe lachen leed verzacht, hoe lachen nodig is om zelf door te gaan, hoe lachen geen weglachen is – soms wel – maar een manier is om het onzegbare uit te spreken. Want als je een dierbare verliest, lijkt het alsof je daarmee ook je recht op lachen verliest. Dat Geubels hen dat teruggeeft, het bevrijdende, opluchtende van de foute grap, maakt dit programma al de moeite waard.
Als je een dierbare verliest, lijkt het alsof je daarmee ook je recht op lachen verliest. Geubels geeft dat terug.
Op een balkon kijken ze naar de lokale fanfare. Of ze soms mopjes maken over de dood van hun geliefden, wil Geubels weten. Je ziet zijn vijf gasten aarzelen. Want is het wel gepast om toe te geven dat je er soms naar hunkert om te lachen met dat grote, gapende gat in je hart? Elisabeth vertelt uiteindelijk over die ene keer dat ze met haar neefje naar de Efteling ging. Het was Halloween en er hing een skelet. ‘Kijk,’ zei ze, ‘nonkel Lucas is hier ook.’ Lucas is haar tweelingbroer die stierf door zelfdoding. ‘Dat je dat zegt!’ reageert de rest schaterlachend. Allemaal zouden ze het denken. Maar zeggen? Tja, de buitenwereld heeft het daar moeilijk mee.
En zo wordt – zonder dat het er expliciet over gaat – duidelijk welke eenzaamheid de zelfdoding van een naaste met zich meebrengt. Binnenskamers wordt er geworsteld met het schuldgevoel. Buitenshuis wacht een wereld die geen idee heeft wat te zeggen of te doen. ‘Ineens ben je een slachtoffer.’ Die terloopse momenten vormen de sterkte van Taboe. Sterker dan het verplichte nummer van de gesprekjes met Geubels. Niet zelden wekken die de indruk dat Geubels luistert zoals een antiquair over de vlooienmarkt struint, altijd met een oog op een vondst, een opmerking die hij tot grap kan verwerken. Nooit kom je te weten wat Geubels zelf voelt of denkt. Comedians staan hoog in de lijst met risicoberoepen voor depressie, donkere gedachten en zelfs zelfdoding, maar ook als het over andere onderwerpen gaat, blijft hij die menselijke wand waar zijn gasten hun hart tegen luchten.
Het neemt niet weg dat Taboe op tedere wijze de grenzen van de humor aftast en verlegt. In de zaalshow bewijst Geubels wat een intelligente humorist hij is. Ja, hij schuurt tegen het onverteerbare aan, maar deze keer durft hij ook de dwang van de grap aan de kant te schuiven om in alle ernst ervoor te pleiten zelfmoordgedachten uit te spreken.
Als jij ze hebt, bel dan zeker de zelfmoordlijn op 1813 of ga naar zelfmoord1813.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier