De vraag rijst waar ‘Patrick Lefevere. Godfather van de koers’ zich bevindt tussen hagiografie en journalistiek portret

2 / 5
© VRT
2 / 5

Programma - Patrick Lefevere. Godfather van de Koers

Wanneer en waar uitgezonden - Eén, woensdag 08.03, 21u20, integraal op VRTMax

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Op 7 november 1869 trokken enkele wielrenners over hobbelige wegen van Parijs naar Rouen en markeerden zo het begin van de wielersport. Dat Parijs en Rouen in Frankrijk liggen, weerhoudt Lieven Van Gils er niet van om met de nodige pathetiek te beweren dat ‘de bakermat van ons wielrennen in Vlaanderen ligt’. Dat creatieve loopje met de geschiedenis doet de vraag rijzen waar ‘het verhaal van Patrick Lefevere’ zich precies bevindt op het spectrum tussen hagiografie, publireportage en journalistiek portret.

Dat een communicatieverantwoordelijke van Quick-Step, de immer vrolijke en olijke Stephanie, regelmatig zelf de camera voert, doet vermoeden dat het script minutieus uitgeschreven is en dat er niets gezegd, getoond, verteld, gesuggereerd zal worden zonder goedkeuring van de baas. In de wereld van Patrick gebeurt niets zonder zijn medeweten. Dat ze giechelend beweert dat hij dat allemaal niet leuk vindt, zij die hem volgt, hoort natuurlijk bij de constructie van de legende van de brombeer met het gouden hart. Net zoals de zwakke plekken van Lefevere die nu en dan benoemd of getoond worden.

Dat iedereen bang voor hem is, dat hij aan een blik genoeg heeft om een renner op zijn plaats te zetten, dat hij meer vader is voor zijn renners dan voor zijn zonen, het deed me wat denken aan toespraken op begrafenissen waarin anekdotes worden opgerakeld die de overledene niet in het beste daglicht stellen, maar hem net daardoor zo veel meer mens maken. Vervelende karaktertrekken transformeren zich plots tot unieke kwaliteiten die iemand boven de rest doen uitstijgen.

Lefevere, klinkt het, heeft iets dat zich volgens alle getuigen moeilijk laat definiëren – je zou het iets mysterieus kunnen noemen. Hij vult een ploegbus met zijn aanwezigheid – nu staan ploegbussen ook niet bekend om hun grote ruimte, maar kom – , hij weet alles over iedereen en niets ontgaat hem. De roddeltante in het gemiddelde dorp beschikt ook over die eigenschap, maar bij Lefevere heet het – opnieuw volgens die vele getuigen – iets uitzonderlijks te zijn.

Lefevere laat het allemaal goedmoedig en geamuseerd over zich heen gaan. Hij zit op een klapstoel in zijn zogenaamde hoofdkwartier en vertelt dat hij ploegleiders, trainers, dokters, psychologen – hier rollen de ogen – en diëtisten in dienst heeft, ‘maar ze hebben graag dat de oude nog eens naar de koers komt’. Hij lijkt te suggereren dat dit zijn lot is, dat hij dit alleen maar doet omdat anderen het van hem verlangen. Je zou bijna gaan geloven dat deze Lefevere een altruïst is, een luisterend oor voor de mensen om hem heen. Of toch voor degenen die bij hem op de loonlijst staan.

Want met de zonen Dieter en Thomas loopt de relatie net iets anders. Tweeënveertig moest Dieter worden om voor het eerst samen met zijn vader naar de Ronde van Frankrijk te gaan. Ik kan me voorstellen dat het idee niet van papa Patrick kwam, maar van communicatieverantwoordelijke Stephanie, om het beeld van de afwezige vader en de verloren kinderjaren een beetje bij te schaven.

‘Ik ben de slechtste papa ter wereld’, hoorde ik Lefevere zeggen. Dat het niet om te lachen was, voegde hij eraan toe. Dieter kreeg tranen in de ogen. Het waren moeilijke jaren geweest, getuigde hij, maar hij keek heel erg op naar zijn vader. Patrick wist dan weer te melden dat Dieter iets had, iets ongrijpbaars, iets in zijn hoofd dat niet goed zat, dat je niet met een schroevendraaier kon vastzetten en wat hem onbetrouwbaar maakte. Tikken heeft hij nooit uitgedeeld, voegde hij er nog aan toe. Dat was niet eens nodig. Soms volstaan woorden om een mens te kraken. Nu, de ploeg heeft een psycholoog in dienst, al zal dat voor zoon Dieter misschien niet gratis zijn.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content