Paul Baeten
‘Politieke correctheid is een vreemde naam voor wat we beter gevoeligheid of beleefdheid zouden noemen’
P.B. Gronda vindt dat er te vaak gestruikeld wordt over bijzaken waardoor de aandacht voor hoofdzaken verloren gaat. ‘In de plaats van een redelijk debat te voeren, wil de ene kant pussies kunnen grijpen en de andere kant logo’s van toiletdeuren gaan vijzen.’
Nog iets waar we de laatste maanden wat moeite mee lijken te hebben, is een evenwicht vinden in politieke correctheid.
Politieke correctheid is eigenlijk een vreemde naam voor wat we beter gevoeligheid of in bepaalde gevallen zelfs gewoon beleefdheid zouden noemen.
In die zin is het eigenlijk vreemd dat er tegenstanders van zijn. Die zijn er ook niet echt. Niemand is tegen een soort van menselijkheid in de omgangsvormen. Er zijn wel mensen die vinden dat ‘het te ver gaat’. Soms ben ik zelf een van die mensen, al behoor ik allesbehalve tot wat je de klassieke tegenstanders zou noemen, type Jean-Marie Dedecker. Veelal mensen met een populistische inslag die er trots op zijn ‘het te zeggen gelijk het is’. Nu en dan eens terecht, vaak echter nogal kortzichtig, vanuit opportunisme of gewoon domheid.
Politieke correctheid is een vreemde naam voor wat we beter beleefdheid zouden noemen.
Klassieke tegenstanders zullen dus zeggen dat politiek correct zijn betekent dat je humorloos, niet realistisch, naïef en haast per definitie links-progressief in het leven en/of de media staat. Zij zijn daarom tegen de ‘polcor’, want dat is iets voor – jawel, daar zul je ze hebben – gutmenschen. Wat gek genoeg geen enkele gutmensch als iets negatiefs lijkt te beschouwen. Wat dan weer op de zenuwen werkt van de tegenstanders, die eigenlijk gewoon een opvolger van ‘salonsocialist’ hadden gevonden. En zo blijf je wel een zomertje bezig, hoor, op Twitter.
Misschien moeten we journalisten meer betalen, zodat ze leukere vakanties kunnen boeken en sneller die telefoon wegleggen.
Een paar jaar geleden was het in de opinieschrijverij trouwens bon ton om te beweren dat de oude tegenstelling links-rechts achterhaald was. Daar is sinds de opkomst van Trump en trumpachtigen toch niet veel meer van te merken. Van het precieze tegendeel daarentegen wel, maar dat is vast een complot van de polcor-media.
En een van de velden waarop de strijd wordt gestreden, is dus dat van de politieke correctheid. In de plaats van een redelijk debat te voeren, wil de ene kant pussies kunnen grijpen en de andere kant logo’s van toiletdeuren gaan vijzen. Beide kanten maken zich bij tijden eens goed belachelijk, zoveel is duidelijk.
Ik denk dat ik een behoorlijk politiek correct mens ben. Tegelijk vind ik dat er vaak over bijzaken of vormelijkheden wordt gestruikeld waardoor de aandacht voor de hoofdzaken verloren gaat. En dat er soms zo heftig gereageerd wordt dat het dom overkomt en ik ga denken: zo, dat zijn weer punten voor de reactionaire overkant.
Laten we eerst eens zorgen dat er niemand aangevallen wordt op straat omdat ze handje vasthouden, door dat zwaar en effectief te bestraffen
Niet ‘Dames en heren’ mogen schrijven als aanspreking, bijvoorbeeld. Wel ja. Laten we eerst eens zorgen dat er niemand aangevallen wordt op straat omdat ze handje vasthouden, door dat zwaar en effectief te bestraffen. Of misschien moeten we de man die naar ons gevoel zijn benen nogal breed gespreid zet gewoon eens aanspreken, in de plaats van stiekem een foto te maken en verhaal te gaan halen op Twitter. Want hoe sociaal en fijngevoelig is dat dan weer?
Een maatschappij opjagen om zichzelf te verbeteren is nobel en essentieel. Sensationeel gedoe over nonsens gaat dat echter alleen maar tegenwerken. Minder gevechten, maar betere gevechten, alstublieft. Zie je? ‘Alstublieft’, dat is godverdomme beleefd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier