‘Lieve Blancquaert schraapt aan de oppervlakte in docureeks “En toen was het stil”‘

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Het lijdt geen twijfel dat de aanslagen van 22 maart 2016 het land op zijn grondvesten deden daveren. Explosies in een metrostel en op de luchthaven met 32 doden, meer dan driehonderd gewonden en een veelvoud aan nabestaanden die die dag nooit meer uit hun geheugen gewist krijgen, het is erg moeilijk dat te vergeten. Het is niet zeker of we daar om de vijf jaar programma’s over hoeven te maken. Bij Eén besloten ze alvast om er twee te bestellen. Telkens documentaire minireeksen. Een over de hoofdverdachte van een andere aanslag, die in Parijs, en een over de brede kring van slachtoffers, de mensen die zich in de luchthaven bevonden, omdat ze er werkten, patrouilleerden, op reis vertrokken of die er niet waren maar net afscheid hadden genomen van hun geliefden die zouden afreizen.

Het zijn die mensen die fotografe Lieve Blancquaert en regisseur Nathalie Basteyns naar eigen zeggen in beeld willen brengen om nooit meer te vergeten. Maar er is iets vreemds aan de hand met En toen was het stil. Het begint al bij het begin. Blancquaert staart naar een wereldkaart en prikt spelden in steden en landen. O, denk je, de steden en landen waar de mensen vandaan komen die ze straks zal interviewen en fotograferen om nooit meer te vergeten. Toch niet. Het zijn de steden en landen die ze zelf bezocht voor haar vorige documentaires. In de voice-over vertelt ze hoe ze voor elk van die reizen vanaf Zaventem vertrok, en hoe die luchthaven voor haar een plek van verwachting en dromen was. Sinds die dag is alles anders.

Lieve Blancquaert schraapt aan de oppervlakte in docureeks u0022En toen was het stilu0022.

Daar ben je even niet goed van. Je had werkelijk geen idee dat Blancquaert zich op de dag van de aanslagen in de vertrekhal van Zaventem bevond. Dat was ook niet het geval. Blancquaert kwam zo vaak in Zaventem dat die ontploffing ineens wel heel dichtbij kwam. Zoals de aanslag in Parijs wel heel dichtbij kwam omdat je een paar keer boven op de Eiffeltoren had gestaan. ‘Het prettige gevoel is er niet meer.’

Het duurt erg lang voor de mensen over wie het gaat aan bod komen. Blancquaert en Basteyns hebben de ambitie hun levens voor het voetlicht te plaatsen door Blancquaert te laten doen wat ze altijd doet, en waar ze ook goed in is: fotograferen en interviewen. Maar ook hier is iets vreemds aan de hand. Ze schraapt een beetje aan de oppervlakte, laat Patricia, Ingeborg, Mathieu, Carmen, de dochters van Carmen en Ed en Marjan enkele fragmenten van hun levens op tafel leggen, maar vraagt amper door. Tenzij over details. De riem van Mathieu. Het knopje waar de dochter van Carmen op drukte.

Wat er door Mathieu heen ging toen hij besefte dat hij als teamleider van zijn patrouille de daders niet had gezien, terwijl mensen op zicht screenen toch de essentie van zijn taak was, komen we niet te weten. Hoe Marjan er zich bij voelt dat Ed hun zoon en dochter op een trein vroeger zette, waardoor ze op tijd op de luchthaven aankwamen en uiteindelijk stierven, komen we amper te weten.

Al kan het zijn dat dat allemaal nog komt. Want dit is een driedelige documentaire. Geen idee waarom, maar het is een trend. Ik kan enkel zeggen: verlos ons van de minireeks. Zelden zijn er drie afleveringen nodig om te tonen en te zeggen wat je in één documentaire kan. Ik heb het even berekend. Als je alle tussenbeelden, poëtische intermezzo’s en close-ups van Blancquaert die naar haar eigen foto’s tuurt wegknipt, hou je twintig minuten over. Driemaal twintig minuten lijkt me prima voor een ijzersterke documentaire die focust op de essentie: hoe de levens van mensen in een flits nooit meer hetzelfde zullen zijn.

En toen was het stil

Maandag 15/3, 20.40, Eén

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content