‘Last Days’ van Lieve Blancquaert ademt sfeer, maar er hapert ook iets aan

© vrt
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

‘Beweert Blancquaert nu dat alle ouderlingen in België zuurpruimen zijn en dat je niet gelukkig kunt zijn als je oud bent?’ vroeg Tine Hens zich af tijdens de eerste aflevering van Last Days.

Na haar reeks over het begin van het leven en het huwelijk zoomt fotografe Lieve Blancquaert nu in op de menselijke worsteling met het eigen verval. 155.520 mensen sterven er per dag, zo laat de teller op de begingeneriek met wetenschappelijke precisie weten.

Elke dode mens is een verhaal op zich, een verhaal over leven, dromen, zoeken en twijfelen. Genoeg stof om een geweldige reeks over te maken. De beelden die Blancquaert toont en uitzoekt, ademen ook altijd sfeer uit. Ze zijn prachtig en fijn en doen deugd aan de ziel, en de expo van haar foto’s wil ik zeker bezoeken, maar aan dit programma hapert iets. Te beginnen met het schoolse en, ja, betuttelende toontje waarop Blancquaert haar avonturen in het land van ouderdom, dood en gebalsemde lichamen vertelt.

‘Ze lijken gelukkig, ook al zijn ze oud. In België ben ik zo’n oude mensen nog niet tegengekomen’, laat Blancquaert vanuit het ouderdomsparadijs Sun City in Arizona weten. Beweert Blancquaert nu dat alle ouderlingen in België zuurpruimen zijn en dat je niet gelukkig kunt zijn als je oud bent? Of heeft ze gewoon niet goed nagedacht en er in al haar meisjesachtige spontaneïteit zo maar iets uitgeflapt? Net zoals ze die ontembare reflex heeft om zich bij alles luidop af te vragen wat zij er zelf van vindt en denkt, of zij dit of dat zou doen. Wat vreemd is in een programma dat vooral over andere mensen gaat en hoe zij de eindfase van het leven ervaren.

Ik had ook graag gezien hoe men in Sun City omgaat met de bewoners die niet meer mee kunnen of die rouwen om een verdwenen geliefde.

Sun City is de oudste nederzetting in haar soort. Gepensioneerden migreren erheen om zich te amuseren en zich vooral niets meer aan te trekken van de wereld buiten hun stolp. Vanaf nu doen ze naar eigen zeggen enkel nog waar ze zin in hebben en dat de hele lange dag. Dansen, golfen, yoga, cheerleader zijn, baseballen, in een mobiele zitbank rondrijden of politieagente spelen. ‘Dit is Disneyland’, joelen de inwoners.

Dat ze ‘zóóó gelukkig is om hier te wonen’, kirt ook mevrouw de namaakpolitieagente. Veel werk heeft ze niet. De meest voorkomende overtreding is het negeren van het stoplicht. Yolo, weet je wel. Op die collectieve geluksroep is Sun City gebouwd. ‘Hier is geen plaats voor negativiteit’, laat de onthaalmedewerkster weten. Ik vraag me af wat er gebeurt met mensen die van al die verplichte vrolijkheid in een depressie wegzinken.

Blancquaert vraagt zich oprecht nieuwsgierig af of het iets voor haar zou zijn, zo’n netjes aangeveegd ouderlingendorp. Alsof ze ronddoolt in de promofolder en minder in de werkelijkheid kirt ze goedgemutst dat mensen hier alles helemaal zelf organiseren. Vrijwilligers zijn te herkennen aan hun bloemetjeshemd. Of die vrijwilligers democratisch verkozen zijn, vergeet Blancquaert te vermelden, het zou enkel tot ingewikkelde gesprekken leiden. Liever praat ze met twee bejaarde dames over seks. ‘Ik heb twee minnaars gehad’ giechelt de ene. ‘Ik trouw nooit meer’, gibbert de andere. Beiden zijn ze als leden van de Golden Grannies op weg naar een basketbaltornooi, waar ze de opening van de wedstrijd mogen dansen. ‘Wat mooi’, zucht Blancquaert.

Natuurlijk is dat mooi, maar ik had ook graag gezien hoe men in Sun City omgaat met de bewoners die niet meer mee kunnen of die rouwen om een verdwenen geliefde. Is er geen dokter in Sun City? Een begrafenisondernemer? Is het leven er zo mooi dat ook de dood er een sprookje is? Blijkbaar wel. Over alles wordt in Sun City een slogan gedrapeerd. Over de dood klinkt het: ‘It’s sad, but it’s glad.’ Of nog: ‘We celebrate life.’ Ondertussen valt het op dat die ideale wereld wel erg blank of wit of weinig gekleurd is. En blijkbaar heeft niemand er zin om op zijn of haar oude dag iets bij te leren. Sun City is voor de fun en de sun. ‘Ik begin het te begrijpen’, laat Blancquaert net voor de aftiteling weten. Ik steeds minder.

Eén, 4/9, 20.40

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content