Johny Voners: een clown met een timide hart vol Franse chansons
Dinsdagavond 17 maart overleed Johny Voners op 74-jarige leeftijd aan de gevolgen van huidkanker. De aan de toog hangende beroepsmilitair Xavier Waeterslaeghers uit de VRT-serie FC De Kampioenen was ook een begenadigd vertolker van de muziek van Charles Aznavour. En hij behoorde tot de grondleggers van de comedy.
‘Il faut savoir encore sourire / Quand le meilleur s’est retiré / Et qu’il ne reste que le pire / Dans une vie bête à pleurer’. Met deze regels begint Il faut savoir, een nummer dat Charles Aznavour in 1961 voor het eerst zong en dat Johny Voners ten volle tekent. Voners nam afscheid van zijn publiek met dit lied. Het was het laatste lied dat hij zong tijdens zijn onbedoeld allerlaatste concert op 7 februari 2020 in de Gentse Minardschouwburg.
Die avond werd Voners omringd door een jazzcombo, bestaande uit Eric Rits op percussie, Bram Weijters op toetsen en Wouter Berlaen op bas. De drie begeleiden Voners al sinds 2018 op de tournee van Et alors… en dan … VONERS. Tijdens die concerten bracht Voners vertaalde klassiekers uit Aznavours repertoire. Onder meer Sabien Tiels, Betty Mellaerts en Marijn Brouwers leverden vertalingen die Voners met hart en ziel vertolkte. ‘Hij vertolkte de nummers haast beter als Aznavour zelf’, aldus Herman Van Hove. De ex-manager van Toon Hermans baat op dit moment de studio en jazz-zolder Studio Dongo uit. Op die zolder zongen onder meer Bart Peeters, Els De Schepper en ook Voners hun eerste noten.
Begin 2000 was Voners te gast op die zolder. ‘Hij repeteerde op dat moment aan een stuk met zijn toenmalige vrouw Janine Bisschops. Karel Vingerhoets regisseerde hen en nodige hen uit om een concert bij te wonen op mijn zolder’, vertelt Van Hove. ‘Na het concert raakte ik met hem aan de praat en ontdekten we onze gezamenlijke liefde voor Charles Aznavour. Hij bekende dat hij er al heel lang van droomde om zelf liedjes van Aznavour te zingen maar dat hij dit niet durfde. ‘En als je dat nu eens hier op zolder, voor een handvol mensen probeert?’, stelde ik voor. Hij zou erover nadenken. Een dag later vond ik een envelop in mijn brievenbus met daarin een zwart-witaffiche waarop Voners’ charmante hoofd prijkte en daarboven, in koeien van letters, ‘Aznavoners’ en ‘Avant Aznavour, le désespoir était impopulaire‘. Hij had die affiche al jaren in de lade liggen! We planden de avond. Johny zong ontroerend mooi. Het publiek was in de wolken. Tijdens de pauze zat hij terneergeslagen op een bierbak: ‘Kweitet, trok op niets‘, mompelde hij toen ik op hem toestapte.’
Dat blijkt Voners ten voeten uit. Nederig en bijzonder hard voor zichzelf. Hij wilde alles altijd perfect doen. Hij was een vakman die het podium nooit onvoorbereid betrad. Het podium beschouwde hij als zijn thuis. Op 6 juni 1965 studeert de uit Tienen afkomstige speelvogel af aan het Conservatorium te Brussel. Vanaf dan verruilt Voners de liefhebbersbühne van Tiense Toneelkring Volharding voor de scène van de KVS waar Nand Buyl in hem een groot acteur ziet. Intussen engageert de moppentapper zich bij Mam’sel, een van de eerste cabaretgroepen in Limburg en duikt hij op in de televisieserie Wij, heren van Zichem. Echt doorbreken als televisie-acteur doet hij vanaf 1972 met De Kollega’s en vanaf 1986 in Het pleintje. Intussen maakt hij een cabaretprogramma met zijn toenmalige vrouw Janine Bisschops en richt in 1990 mee het Schaterteater in Mechelen op. Op 6 oktober 1990 wordt de eerste aflevering van FC De Kampioenen uitgezonden. Vanaf dan zit zijn carrière op kruissnelheid.
Tussen het spelen op de set van FC De Kampioenen (de serie zou lopen tot 2011) door, zorgt Voners dat zijn acteertalent niet verkrampt tot die ene rol. Hij werkt samen met Warre Borgmans en Theater Malpertuis, hij maakt twee cabaretprogramma’s met Janine Bisschops (Psst!… Bischops vs Voners en Johny & Janine Hals over kop). En hij leeft zich uit als Sancho Panza, het hulpje van Don Quichote, in de voorstelling Don Quichote van Het Ongerijmde. Ook als Berten De Nil in de serie Amigos maakt hij indruk.
Maar het liefst trok hij de hort op met programma’s die het Franse chanson en zijn zangstem alle eer aandeden. Hij vond het een onvoorstelbaar voorrecht om al zingend een publiek te raken. Hij ontroerde zijn toeschouwers graag. Maar zijn tranen kreeg het publiek niet te zien. Ook tijdens zijn laatste concerten eerder dit jaar stak hij zijn tranen weg achter zijn trots. Hij probeerde bovenal te verwezenlijken wat hij in 2001 tijdens die echte try-out van Aznavoners met pianist Tony Bauwens verwezenlijkte, op de zolder van Studio Dongo. Na het optreden zette hij zich aan de toog. Kweitet, ’t was een triomf, mompelde hij zacht terwijl hij zijn fonkelende clownsogen op zijn ‘dagschotel’ richtte.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier