Paul Baeten
‘Ik geloof echt dat veel mensen bij Trump denken: eindelijk eens geen gezaag’
Paul Baeten, schrijver van onder meer Wanderland, Straus Park, de nieuwe novelle Een smerig dier en de tv-reeks Over water, duikt elke week in de populaire cultuur.
Ik voel me al vier jaar schuldig omdat ik op 9 november 2016 een weddenschap heb gewonnen. Ik had gewed dat reality-tv-ster en ex-mascotte van het Amerikaanse kapitalisme Donald Trump het zou halen van Hillary Clinton. Het cynisme en cultuurpessimisme die aan de basis van die overtuiging lagen, waren eigenlijk symptomatisch voor het klimaat waarin deze figuur effectief heeft gewonnen, maar dat had ik nog niet door. Ik was, korter gezegd, deel van het probleem.
Ik schrijf dit nu voor de volgende Amerikaanse verkiezingen, u leest het erna. Ik ga de komende dagen dus geen tweede weddenschap aan. Ten eerste omdat weddenschappen compleet idioot zijn, maar ten tweede – en vooral – omdat ik een bepaald negatief karma niet in de hand wil werken. Optimistisch zijn: fake it till you make it!
Wat we intussen van dat laatste debat tussen de twee kandidaten wel hebben geleerd, is dat het grootste deficit waarmee de westerse democratieën worstelen er een van sterk leiderschap is.
Dat zette me aan het denken, en plots zag ik overal artikels, posts, trends en filmpjes die met elkaar gemeen hebben dat er ongelooflijk in gezaagd wordt.
Het mooie aan deze tijd is dat iedereen aan het woord kan komen, en zij die moeilijker aan het woord komen, kunnen hun frustraties daaromtrent tenminste ventileren.
Ik geloof echt dat veel mensen bij Trump denken: eindelijk eens geen gezaag.
Het nadeel is dat effectief heel veel mensen zich laten horen. Wat goed en fijn is, tot op zekere hoogte, maar wat in bepaalde gevallen ook tot media-inhoud leidt die misschien eerder in een dagboek thuishoort. Ik heb het hier niet over diepmenselijke ervaringen met verlies, depressie of ziekte, maar over meer triviale kwesties:
‘Jan verloor zijn volle bos haar – lees hier zijn zes pagina’s lange lijdensweg.’
‘Rita werd in 1983 eens geduwd op de bus en ligt daar nog van wakker: een reportage.’
Ik ben de laatste om tegen empathie te pleiten, maar op een bepaald moment stuit je op de vraag: is dit echt relevant? En meer nog: draagt het bij tot een betere wereld?
Als je dan kijkt naar dat debat tussen Biden en Trump, zie je dat Trump de kaart trekt van het complete gebrek aan empathie. Het is fake – ik denk niet dat Donald Trump het lang zou uithouden aan het front of in een situatie van sociale achterstand – maar ik snap wel waarom zijn retoriek werkt. Ik geloof echt dat veel mensen denken: eindelijk eens geen gezaag. Ze zien hem en projecteren wat zij ervaren als een soort zero-nonsense-flinkheid.
Het alternatief is het omgekeerde: een zwakke, oude, softe man. Biden. En de – hopelijk niet historische – fout van de Amerikaanse Democraten is: dat klopt ook voor een groot stuk. Deze man kan de naam van zijn tegenstander amper onthouden, is nu al moe en is te zacht van karakter. Hij had Trump na de opmerkingen over zijn zoon op de neus moeten timmeren.
Het antwoord op populisme, in de VS of hier op het oude continent, is dus in de eerste plaats een ijzersterk leiderschap dat slechts van de rechtse leiders verschilt in de zin dat het slimmer en rechtvaardiger is.
Ik ga me nu opsluiten en aftellen. Wie dit leest en nieuws heeft: stuur me even een berichtje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier