Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt

© .
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

De dag had er veruit de meeste, maar de verrassendste twist van het tv-voorjaar kwam van Studio Tarara.

Vierendertig minuten lang was Studio Tarara de perfecte nostalgietrip richting 1993. Bart Kaëll was weer jong. De radio speelde Crazy van Seal, Whatever van Oasis en I’m Allowed van Buffalo Tom. Er werd gepraat over Familieraad en Waagstuk. Vrouwen droegen jeansbroeken van Chipie. Rad van fortuin-winnaars kochten videorecorders voor 22.000 Belgische frank. Mensen hadden een antwoordapparaat en luisterden daar daadwerkelijk naar. Je mocht nog binnen roken. Het publiek lachte als een vrouw ‘een lege doos’ genoemd werd en grote borsten met een belfort vergeleken werden. Het leven was simpel en iedereen was goedgezind. En toen trok Jean Van Hoof, het personage van Peter Van Den Begin, zijn onderbroek naar beneden, haalde zijn penis boven en vroeg Babs, de kleedster, om te kijken.

TIM VAN AELST: 'VTM heeft nooit problemen over dat MeToo-thema gemaakt. Maar er hebben wel wat mensen hun nek uitgestoken, ja.'
TIM VAN AELST: ‘VTM heeft nooit problemen over dat MeToo-thema gemaakt. Maar er hebben wel wat mensen hun nek uitgestoken, ja.’© Studio Tarara

Weg sfeer.

De geest van Harvey Weinstein waart rond in het VTM van 1993. Niemand die dat had zien aankomen. Wat aangekondigd was als het nostalgische hoogtepunt van dertig jaar VTM, bleek een reeks te zijn die zich aan MeToo waagt – en daar dingen over wil vertellen.

Verantwoordelijk voor die verhaallijn zijn twee mannen van gemiddeld veertig. Tim Van Aelst (41), baas van productiehuis Shelter, schreef de reeks samen met David Vennix (39), een scenarist die eerder al aan Wat als? en Safety First meewerkte. Vijf afleveringen verder lijken de twee nog een stap verder te gaan. Het stopt namelijk niet bij die ene plotlijn. Vrouwen gedragen zich anders in Studio Tarara. Ze zijn niet de speelbal van de mannelijke personages. Ze spelen met mannelijke gevoelens. Ze willen niet beschermd worden. Ze willen niet in een schotelantenne op het dak naar de sterren kijken. Met Studio Tarara lijkt de Vlaamse fictie de toekomst binnen te stappen. Een toekomst waarin vrouwen in fictie niet te herleiden zijn tot een reeks stereotypes.

VTM is woke.

Had ook niemand zien aankomen.

Is dit de eerste keer dat de Vlaamse fictie zich aan MeToo waagt?

Tim Van Aelst: Ik denk het wel, ja. Ik kan in ieder geval geen enkele andere reeks bedenken die iets soortgelijks heeft gedaan. Ik las in de recensies dat ’tegenwoordig blijkbaar elke reeks zijn MeToo-moment moet hebben’, maar ik heb geen idee waar die recensenten het dan over hebben. Zelfs internationaal schiet me niet meteen iets te binnen.

David Vennix: In het begin was het beter verstopt, maar ik denk dat het ondertussen wel duidelijk is dat dat is waar de reeks over gaat. En dan heb ik het niet alleen over het gedrag van Jean Van Hoof. Studio Tarara gaat over MeToo in de ruimere betekenis. Het machtsmisbruik. De ongelijkheid tussen man en vrouw. Hoe we met slachtoffers omgaan. Waarom mannen zichzelf wel kapot kunnen drinken en snuiven zonder dat ze hun job verliezen.

Hoe zijn die thema’s in een veilig nostalgische reeks over de jaren negentig beland?

Van Aelst: Het oorspronkelijke idee was om iets te doen met een old-school sketchshow. Dat leek ons allebei een charmante setting. Maar toen we gingen nadenken over wat we dan precies wilden vertellen, ging het al snel over grensoverschrijdend gedrag en machtsrelaties. Als subthema in een groter geheel.

Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt
© Studio Tarara

Vennix: Pas op, er was toen nog geen sprake van MeToo. Er hing wel iets in de lucht, met de zaak van Bill Cosby en hashtags als #WijOverdrijvenNiet, maar het was nog niet losgebarsten. Het was gewoon een onderwerp waar Tim en ik veel over praatten en al langer op zaten te broeden. Tijdens mijn studies heb ik per ongeluk een seminarie genderstudies gevolgd. Ik was me te laat gaan inschrijven en het was het enige vak dat vrij was – ik was de enige man in de lessen. Maar tijdens dat jaar zijn mijn ogen wel opengegaan. Het was het startpunt van een soort feministische bewustwording.

Van Aelst: In de zomer van 2017 zijn we aan Studio Tarara begonnen. We waren volop aan het schrijven toen Harvey Weinstein in oktober van zijn voetstuk viel en MeToo losbarstte. Dat was een soort bevestiging dat we op de juiste weg zaten. Dit was een issue dat niet meteen zou verdwijnen.

Vennix: Ik weet nog dat ik dacht: nu gaan de mensen denken dat we een reeks over Harvey Weinstein gemaakt hebben. Maar al snel bleek dat het verhaal veel groter was dan één man.

Ik las dat jullie na de zaak-Bart De Pauw overwogen hebben om die verhaallijn eruit te gooien.

Van Aelst: We hebben nooit overwogen ze er helemaal uit te zwieren, maar ik vond het wel een ongemakkelijke situatie. Ik wilde er niet van beschuldigd worden een reeks te maken op de kap van Bart. Gelukkig had Het Laatste Nieuws ons twee weken voor die zaak losbarstte geïnterviewd, een interview waarin we het over Weinstein hadden. Dat was een geruststelling: niemand kon zeggen dat de reeks over Bart De Pauw gaat.

Vennix: Er zit ook niks in over sms’en of zo.

Van Aelst: Dat kon ook niet. De reeks speelt zich in 1993 af. Proximus was er pas in 1994.

Nu, dat is een van de dingen die ik jammer vind: alles wordt op een hoop gegooid. Waar Bart van beschuldigd wordt, is iets heel anders dan wat Jean doet in Studio Tarara. Wat Louis CK deed, is iets anders dan wat Ryan Adams heeft gedaan. Dat onderscheid lijkt bij ons soms weg te vallen. Het rare is dat je in de Angelsaksische wereld, puur door de taal, meer nuance hebt. Daar heb je termen als ‘stalking’, ‘harrassment’, ‘assault’, ‘rape’. In het Nederlands heb je alleen ‘grensoverschrijdend gedrag’.

Ik kan me voorstellen dat VTM die twist iets minder leuk vond.

Van Aelst: Hoezo?

Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt
© Studio Tarara

De reeks moest het kroonstuk worden van 30 jaar VTM. En dan gaat het plots over een van de gevoeligste onderwerpen die je vandaag kunt aansnijden.

Vennix: Wist VTM eigenlijk op voorhand dat het daarover zou gaan?

Van Aelst: Natuurlijk. We zijn van in het begin heel open geweest. Ze hebben er ook nooit problemen over gemaakt. Alleen over het uitzenduur is wat langer nagedacht. Maar er hebben wel wat mensen hun nek uitgestoken, inderdaad. Niet alleen bij Shelter, maar ook bij VTM. Dit was niet evident.

Vennix: Ik geloof heel hard in een soort stealthaanpak. Je maakt iets breed toegankelijks, probeert de kijker erin te trekken en als hij eenmaal mee is, introduceer je iets wat net buiten de verwachtingen ligt. Bij Safety First: The Movie had je dat ook. Ik veronderstel dat er best wel wat mensen met homofobe gedachten in de zaal hebben gezeten, Bruno Vanden Broecke en Tom Van Dyck hebben zien kussen en dachten: ‘Ga er maar voor, Dirk!’ Dat is de truc. Hetzelfde voor Studio Tarara. Eerst Amedee, dan Tien om te zien en vervolgens iets om over na te denken.

Jullie spelen heel hard op het verrassingseffect. Toen Jean in de eerste aflevering zijn broek liet zakken en de camera daadwerkelijk naar beneden ging, vroeg ik me af of dat eigenlijk wel mocht op tv.

Van Aelst: Er zijn twee versies van die scène opgenomen, één waarin de camera op zijn gezicht blijft focussen en er geïnsinueerd wordt dat hij zijn penis laat zien, en één waarin de camera naar beneden glijdt en effectief Jeans penis laat zien. We hebben beide versies hier op de redactie laten zien. Alle mannen vonden dat we die piemel niet moesten tonen. Dat het niet nodig was. Alle vrouwen vonden dat Jeans penis erin moest. Het is de tweede versie geworden.

Vennix: Dat was veel harder.

Van Aelst: Het is niet het soort naakt dat je erin steekt voor de kijkcijfers, nee.

Jullie sparen de kijker niet. Ook in de scène waarin Jean Sandra dwingt om toe te kijken hoe hij masturbeert, blijft de camera net iets te lang op zijn gezicht hangen.

Van Aelst: Veel mensen vonden die scène overbodig. Het was heel ongemakkelijk om naar te kijken. Maar voor ons was dat nodig. We wilden niet met vlees noch vis eindigen. Het thema aanraken en er verder niet op ingaan om vooral de kijker niet te hard voor de borst te stoten: dat ware laf geweest. Het is ook goed dat mensen zich ongemakkelijk voelen bij die scène. MeToo is een soort doofpotonderwerp. Iets lastigs. Iets waar we het liever niet over hebben. Maar als je dan gedwongen wordt om ernaar te kijken, valt het niet te negeren.

Oei, wat gaat de Vlaming hiervan denken? 'Als Jean een seriemoordenaar was, zou niemand daarover beginnen.'
Oei, wat gaat de Vlaming hiervan denken? ‘Als Jean een seriemoordenaar was, zou niemand daarover beginnen.’

Eerlijk gezegd heb ik het ook wat gehad met die ‘Oei, wat gaat de Vlaming hier van denken?’-reactie. Als Jean een seriemoordenaar was die een dozijn vrouwen vermoordt, zou niemand daarover beginnen. Maar als het woord MeToo valt, is plots iedereen bezorgd om wat de Vlaming ervan denkt. Ook dat zegt veel over MeToo: het is een discussie die heel snel in venijn omslaat.

Vennix: Terwijl dat niet hoeft. Ik hoor veel mensen zeggen dat alles vandaag gevoelig ligt en niks meer mag. Ik denk dat dat heel goed meevalt. Het is vooral het debat errond dat heftig is.

Ik merk ook dat het ervan afhangt met welke bril je naar de reeks kijkt. Alle afleveringen zijn langs een testpubliek gepasseerd. De resultaten daarvan waren best confronterend. Ik herinner me dat iemand na de derde aflevering had ingevuld dat het ‘nu toch erop begint te lijken dat de Jean een beetje een profiteur is’. Dat was iemand ouder, vermoed ik. (lacht)

Hoe concreet hebben de cases van MeToo Studio Tarara beïnvloed?

Van Aelst: Jean Van Hoof is niet op een echte persoon gebaseerd, als je dat bedoelt.

Dus als hij Sandra in haar kleedkamer dwingt te kijken hoe hij masturbeert, is dat geen verwijzing naar Louis CK?

Van Aelst: Neen. Dat soort verhalen had je al bij Harvey Weinstein. Een van de eerste details die over zijn zaak uitlekten, was dat hij een vrouw verplicht had om te kijken hoe hij masturbeerde in een kamerplant.

Vennix: Dat is ook het rare aan MeToo: dat je steeds dezelfde verhalen ziet terugkomen. Hoe ze hun slachtoffers benaderen en onder druk zetten. De seksuele handelingen. De intimidatie achteraf. De manier waarop ze hun macht laten gelden. Je ziet in alle cases dezelfde patronen. Die mannen kopiëren dat niet van elkaar: blijkbaar zijn dat gewoon de mechanismes in het gedrag van iemand die zo’n dingen doet. Ik denk dat dat ook het antwoord op je vraag is. Met Jean Van Hoof hebben we niet één specifieke persoon voor ogen, maar de patronen die je bij al die mannen ziet terugkeren.

Van Aelst: Daarom heeft het ook negen maanden geduurd om het scenario te schrijven. We hebben onder elkaar heel veel gepraat en gediscussieerd over wat er precies aan het gebeuren was. We hebben heel veel research gedaan naar MeToo-zaken.

Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt

Vennix: Niet alleen de verhalen over de daders, maar ook die van de slachtoffers. Qua schrijven hebben we veel gehad aan de vrouwen die in Pauw getuigden over het misbruik van Jappe Claes, de Vlaamse acteur en docent aan de Amsterdamse theaterschool. De getuigenis van Salma Hayek over Harvey Weinstein heeft ons ook veel bijgeleerd. Je kunt je je die situaties wel voorstellen als medemens, maar de nuances zijn toch iets anders.

Neem nu die scène in Studio Tarara waarin Jean de kleedster dwingt om hem af te drogen en aan te raken. Oorspronkelijk was dat veel dreigender gedialogeerd. Jean bedreigde haar echt: ‘Doe wat ik zeg of ik maak je kapot en je werkt nooit meer in deze stad.’ Maar toen hoorden we de Weinstein-tapes, opnames van de politie waarin je Weinstein een model hoort intimideren. Het was vooral de zieligheid die opviel: ‘Ik ga niks doen. Alstublieft. Ik zweer het op mijn kinderen. Deze situatie is zo gênant voor mij. Maak onze vriendschap niet kapot. Ik smeek het je.’ Hoe je je die situaties voorstelt en hoe ze echt zijn, dat is iets helemaal anders. Na die tapes hebben we Jean veel meer de nadruk laten leggen op zieligheid en triestheid.

Van Aelst: Dat past ook binnen de strategie om alle verantwoordelijkheid bij het slachtoffer te leggen. Als Sandra Jean confronteert en hem op haar grenzen wijst, is dat ook het eerste wat hij zegt: ‘Het was maar een grapje, ge moet dat zo serieus niet nemen.’ En: ‘Als gij u daar ongemakkelijk bij voelt, dan gaan we dat veranderen.’ Mannen als Jean leggen de schuld nooit bij zichzelf.

Je ziet ook dat jullie goed naar Big Little Lies hebben gekeken, de HBO-reeks met Reese Witherspoon en Nicole Kidman. Was dat de grootste invloed op fictievlak?

Vennix: Dat was een reeks waar Tim mee afkwam. Ik zie de invloed wel, maar die gelijkenissen zijn vooral vormelijk. Het zijn alle twee whodunits die met flashforwards naar een politieonderzoek werken. Pakweg The Affair en True Detective hebben dezelfde structuur. Je hebt gewoon maar een beperkt aantal vertelvormen.

Van Aelst: De komische sketches in Big Little Lies vond ik bijvoorbeeld veel minder goed. (lacht)

Vennix: Qua toon was BoJack Horseman voor mij een grote referentie. Birdman, de film, is ook een paar keer vernoemd.

Met alle respect voor VTM, maar dat zijn highbrow referenties voor een VTM-reeks.

Van Aelst: Dat ligt vooral aan David. David kijkt geen Vlaamse reeksen, wat maakt dat die buitenlandse invloeden sneller doorsijpelen.

Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt
© Studio Tarara

Vennix: Ik kijk wel Vlaamse reeksen.

Van Aelst: Noem er één.

Vennix: (denkt heel lang)

Van Aelst: Voilà.

Waarin zie je de invloed van Bojack Horseman?

Vennix: De nuance. Dat is waarom BoJack een van de beste dramareeksen van de laatste jaren is. Het is een animatiereeks over de neergang van een voormalige tv-ster die met depressies en een alcoholverslaving kampt. Maar wat BoJack zo bijzonder maakt, is hoe ze dat vertellen. Hollywood zou er een klassiek louteringsverhaal van maken. Antiheld kampt met een verslaving, zinkt helemaal naar een dieptepunt, kruipt weer recht en wordt een rechtschapen man die iets geleerd heeft over het leven. BoJack Horseman doet dat niet. De reeks haalt het louteringsverhaal onderuit en steekt het vol nuance. Er zijn weinig reeksen die zo’n zware thema’s op zo’n grijze manier kunnen behandelen.

Ik denk dat je dat in Studio Tarara ook ziet. Alles is grijs. Iedereen maakt fouten. We kiezen geen kant. Ricky is geen antiheld die opnieuw rechtkruipt. Jean is niet het pure kwaad. Christine wil niet alleen het beste voor iedereen. Het zijn allemaal beschadigde mensen. Er is geen enkel personage dat één ding is.

Van Aelst: Behalve Glenn.

Vennix: Glenn is de goedheid zelve.

Van Aelst: Handen af van Glenn.

Heeft MeToo de scenariowereld veranderd?

Van Aelst: Ik zie voorlopig toch heel weinig reeksen die over MeToo gaan.

Vennix: Maar de impact van de bewustwording is er wel. Volgens mij is hoe over vrouwen geschreven wordt aan het veranderen. Met Studio Tarara hebben we bijvoorbeeld zoveel mogelijk geprobeerd om de clichés en tropes over vrouwen onderuit te halen. In de eerste aflevering zegt Ricky tegen Roxanne, het personage van Frances Lefebure, dat ze met hem op date moet als hij dertig dagen niet drinkt. ‘Ah, zoals in de films’, antwoordt ze. ‘Dat werkt niet in het echte leven. Ik moet helemaal niks.’ Dat zit heel nadrukkelijk in de reeks: we proberen het grote romantische gebaar, altijd op initiatief van de man, te ontkrachten. Hij wil haar meenemen naar Comme Chez Soi, zij antwoordt dat dat raar is. Hij daagt ongevraagd op bij de gynaecoloog, ze noemt hem een stalker. Na haar ontslag stelt hij voor om samen naar de sterren te kijken in de schotelantenne. Zij zegt: ‘Meent ge dat nu echt? Ik moet van alles regelen. Ik ben net ontslagen. Wat heb ik eraan om naar de sterren te kijken?’

Hoe Studio Tarara de eerste Vlaamse reeks werd die zich aan #MeToo waagt
© Studio Tarara

Voor de kijker is dat wennen. Roxanne is bijvoorbeeld heel scherp en no nonsense geschreven – karakteristieken van mannelijke personages. We merkten in de testvisies dat mensen dat raar vonden. Je bent gewend dat de love interest zich op een bepaalde manier gedraagt.

Van Aelst: In die zin heeft MeToo scenario’s net interessanter gemaakt. Het is geen zwart-wit meer. Je kunt complexer schrijven. Studio Tarara is nu een boeiendere reeks dan we ze vijf jaar geleden hadden kunnen schrijven.

Speelt fictie volgens jullie een rol in maatschappelijke bewustwording?

Vennix: Dat is toch een idee waar wij allebei sterk van doordrongen zijn. Op zich zijn wij onnozelaars die sketches schrijven, maar je wilt ook het gevoel hebben dat je iets nuttigs doet in de wereld. Je wilt iets vertellen dat ertoe doet. Maar of dat ook echt zo is?

Het lijkt impact te hebben op de beeldvorming. Toen bekend raakte dat Louis CK vrouwelijke collega’s had gedwongen om te kijken hoe hij masturbeerde, hoorde je reacties als ‘Maar hij heeft ze toch niet aangeraakt? Het is toch geen verkrachter?’ Van die relativering blijft weinig overeind als je Jean Van Hoof hetzelfde ziet doen.

Van Aelst: Ik hoop dat dat zo is, maar ik denk dat je ons daar overschat. Die invloed is beperkt.

Vennix: Ik geloof wel dat tv een functie heeft qua waardeoverdracht. Vroeger had elke samenleving een sjamaan die verhalen vertelde om mensen mee te geven wat goed en slecht was. Die rol heeft televisie overgenomen. Je brengt over of een bepaald gedrag een goede of een slechte manier is om te leven. De rechtstreekse impact is misschien beperkt, maar je geeft onrechtstreeks wel waarden door. Denk ik.

Een van de dingen die je ziet verschuiven, is hoe we naar mannen en vrouwen kijken. Uit onderzoeken blijkt dat als je een vrouw ziet je eerst een geslacht ziet en dan pas een mens. Bij een man speelt er onmiddellijk een soort empathie. Ik zie dat zelfs bij mijn kinderen. Als ik de jongens uit de klas van mijn dochter vraag wie hun favoriete superheld is, zullen ze de Hulk zeggen en niet Wonder Woman, ‘want dat is een meisje’. Het is voor hen minder absurd om zich met een groot groen monster te identificeren dan met een vrouw. Ik geloof dat dat kan veranderen als vrouwen meer in fictie en films gerepresenteerd worden. Ik geloof dat het straks makkelijker wordt om met vrouwen te empathizen.

Van Aelst: Het zijn allemaal druppels, maar niet op een hete plaat. Ze doen er toe.

Ik hoop dat Studio Tarara binnen vijf jaar ook al weer gedateerd is.

Af en toe hoor je een oudere komiek wel eens zeggen dat dat soort politieke correctheid de humor aan het kapotmaken is.

Van Aelst: Ik geloof daar niet in. Het is niet dat comedy beperkter wordt. Jonge mensen hebben nog altijd evenveel humor.

Vennix: Ik denk dat dat alleen een probleem is voor mensen die het heel belangrijk vinden om moppen met een seksistische, racistische of homofobe ondertoon te maken. Als je normen niet meer bij de tijdgeest passen, gaat er minder te lachen vallen. Maar dat heeft vooral met je eigen normen te maken.

Van Aelst: Ik vraag me wel af wat we met een eventueel volgend seizoen van Wat als? moeten doen. Dat is een sketchshow: een genre dat heel hard met stereotypes speelt. Een dokter is een blanke man. Een bankdirecteur is een man en heeft een vrouw als secretaresse. Die clichés zijn achterhaald, maar niet in de sketchwereld. Ik vind dat lastig. Je hebt die stereotypes nodig. Het is niet de plek om die clichés te doorprikken, want dat leidt af van de grap.

Vennix: Ik zou het toch willen proberen. Ik hou ervan als het niet relevant is. Dat je een sketch hebt in een restaurant waarin een homokoppel gaat eten, maar de mop is dat de garçon een zot is. Dat er een koppel van hetzelfde geslacht in een sketch zit zonder dat dat ertoe doet.

Van Aelst: De realiteit is wel dat als je een homokoppel in een restaurantsketch steekt de kijker klaar zit voor een homomop. Dat is een cultureel verwachtingspatroon dat erin is gepompt.

Vennix: En toch denk ik dat we daarnaar moeten streven. Dat het zo normaal wordt dat het niet afleidt. Dat komt nog.

Er verandert heel veel op heel korte tijd. Safety First: The Movie is vier jaar oud. Zouden jullie die film vandaag nog maken?

Van Aelst: We hebben daar wel de Çavaria Award mee gewonnen, hè.

Maar zouden diezelfde goedbedoelde homograppen vandaag niet veel meer kritiek oogsten?

Van Aelst: Zou dat?

Vennix: Dat kan. Maar eerlijk: ik ben geen voorstander van terugkeren in de tijd en fouten van mensen zoeken. Dat werkt niet. Als je Friends vandaag bekijkt, is het ook soms shockerend hoe los er toen met seksisme en homofobie werd omgesprongen. Maar dat is net goed. Het toont dat het evolueert. Dat hoort ook zo: mensen dienen om te evolueren, elke dag bij te leren en vooruit te gaan. Cru gesteld: mensen moeten vandaag niet naar Friends of Safety First: The Movie kijken, maar naar Studio Tarara. En ik hoop dat Studio Tarara binnen vijf jaar ook al weer gedateerd is.

Van Aelst: Dat is wel. Ik betrap mezelf ook nog elke dag op clichés en aannames met een seksistische ondertoon. Dat je een verhaal vertelt over een vrouw en ineens merkt dat je het woord ‘maske’ gebruikt. Maar misschien is dat net goed: het toont dat het aan het veranderen is.

Studio Tarara

Nog tot 26/3 elke dinsdag op VTM. Op woensdag 20 en 27/3 zendt VTM ook Studio Tarara: de sketchshow uit, met de integrale versies van de sketches uit de reeks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content