Hoe Netflixreeks The Chair het cancel-culture-debat nuanceert

© ELIZA MORSE/NETFLIX
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

In de pienterste Netflixreeks in jaren waagt Sandra Oh zich op een van de meest politiek beladen terreinen van vandaag: de academische wereld.

Het moet van de late jaren zestig geleden zijn dat de universiteitscampus nog zo tot de verbeelding sprak. Sinds conservatieve media en opiniemakers een Google Alert hebben ingesteld voor ‘cancel culture’, gaat er geen week voorbij zonder dat er een woke excess aan een of andere Angelsaksische universiteit de ronde doet op Facebook en Twitter. ‘Professor aan Harvard onder vuur omdat ze weigert “zwangere mensen” te zeggen.’ ‘Schilderij weggehaald uit eetzaal van Britse universiteit na klachten van veganistische studenten.’ ‘Witte tiener moet universiteit verlaten nadat een video opdook waarin ze als vijftienjarige het n-woord gebruikte.’ De campus is een angstbeeld geworden: een voorafspiegeling van de dictatuur die ons te wachten staat als de generatie overgevoelige wokies het overneemt.

Een nieuwe generatie studenten wil het niet meer alleen over de religieuze symboliek van Moby Dick hebben, maar ook over of Herman Melville zijn vrouw sloeg.

Of dat is toch hoe Mia Doornaert het ziet.

Het is dan ook niet geheel toevallig dat The Chair zich net in die arena begeeft. Prembroke University, de stoffige universiteit waar de Netflixreeks zich afspeelt, mag dan wel fictief zijn, ver moest showrunner Amanda Peet haar inspiratie niet zoeken.

In de openingsscène van The Chair betrekt professor Ji-Yoon Kim (Sandra Oh) haar nieuw kantoor in het departement Engels. Kim is als eerste vrouw in de geschiedenis van het instituut tot Chair verkozen – de ‘ Fucker in charge of you fucking fucks‘, volgens het naambordje dat als welkomstgeschenk op haar ligt te wachten. Onder plechtige klassieke muziek zet ze zich achter haar statige bureau, leunt achterover en zakt prompt door haar stoel.

Het blijkt niet de enige molm in het departement. Letteren verkeert in crisis. De opleiding kampt met dalende inschrijvingen. Oude literatuur weet nauwelijks nog studenten te lokken, enkel het vak Creatief Schrijven zit nog in de lift. ‘Wat we de studenten hier onderwijzen, kan niet gekwantificeerd worden en telt daarom niet als een vaardigheid op een cv,’ zegt Kim. Of ze oprecht of cynisch is, blijft onduidelijk. De decaan heeft haar gevraagd om de Oude Garde buiten te werken, drie vastbenoemde zeventigers met een hoog loon en nauwelijks nog studenten in hun les.

Tegelijkertijd gaapt er een diepe generatiekloof in het departement. Een nieuwe generatie studenten wil het niet meer alleen over de religieuze symboliek van Moby Dick hebben, maar ook over of Herman Melville zijn vrouw sloeg en of dat de kijk op zijn boeken verandert. Een jonge generatie professoren brengt Hamilton-achtige raps van oude literaire klassiekers en hertaalt werken uit de canon naar tweets. Tot afgrijzen van de oudere professoren die zich opwerpen tot beschermers van het zuivere streven naar kennis. Ze verwijten hun jonge collega’s ‘vrienden te willen zijn met de studenten, eerder dan hun docent’.

Hoe The Chair het cancel-culture-debat nuanceert
© ELIZA MORSE/NETFLIX

En dan duikt er al snel een nieuw probleem op: Bill Dobson. Ooit een populaire, rebelse prof met Dead Poets Society-allures, maar sinds de dood van zijn vrouw een voltijds melancholicus. Tijdens een geïmproviseerd college dat hij met een kater geeft, brengt hij een sarcastische Hitlergroet. Bedoeld als grap welteverstaan, maar bijster grappig was het voorval niet. Een student filmt het incident en maakt er een meme van die op de campus begint te circuleren. Dobson denkt ervan af te zijn door, in ware Eddy Demarez-stijl, zijn excuses aan te bieden ‘aan wie zich beledigd voelt’, maar dat doet de zaak alleen maar verder escaleren. In geen tijd roepen studentenprotesten op de campus op tot zijn ontslag. De slogan: ‘ No Nazis at Pembroke.

Cancel culture, vrije meningsuiting, leeftijdsdiscriminatie, het onderwijsdebat, institutioneel seksisme: het zijn onderwerpen die, behalve op Twitter, vooral op gezucht onthaald worden. Het debat is oververhit. Het is dan ook indrukwekkend met welk gemak Amanda Peet in zes afleveringen van nauwelijks een half uur doorheen de gangen van de 21e-eeuwse universiteit weet te navigeren. Peet, tot hiertoe vooral bekend als actrice in Syriana en The Whole Nine Yards, werd voor het scenario bijgestaan door academica en scenariste Annie Julia Wyman. Ze snapt de academische wereld, van de pro’s en contra’s van vaste benoemingen tot de teloorgang van de Canterbury Tales, en weet er een satire uit te puren. Maar dan wel eentje die liever slim dan grappig wil zijn. En durft woke fictie al eens te letterlijk of te instructief te worden, dan is The Chair niet bang om de heikele thema’s met open vizier te exploreren.

Hoe The Chair het cancel-culture-debat nuanceert
© ELIZA MORSE/NETFLIX

Dat merk je vooral in hoe Amanda Peet haar personages benadert. The Chair kiest geen kant. De Oude Garde wordt, zeker in het begin, cartoonesk neergezet als een groep zeventigers die meer bezig zijn met blaasproblemen en de correcte maat van hun ceremoniële toga dan met het vernieuwen van hun cursussen. Negatieve studentenevaluaties worden ceremonieel verbrand. En bij de kleinste discussie nemen ze een vermoeiend principiële positie in. Maar The Chair stopt daar niet. Hoe verder de afleveringen vorderen, hoe meer inkijk je krijgt in hun perspectief. Professor Joan Hambling, een zeventigplusser met een bijna erotische passie voor Geoffrey Chaucer, moet toekijken hoe haar kantoor naar de kelder van de faculteit verhuisd wordt. Het vakgebied waarin ze zich vijftig jaar specialiseerde, wordt weggezet als nutteloos hobbyisme. De progressieve strijd die ze decennialang voerde tegen het seksisme binnen de universiteit is vergeten: voor een nieuwe generatie is Hambling net een symbool van het witte patriarchaat.

Ook de woke studenten lijken in het begin niet meer dan een eendimensionale meute, klaar om op elk onrecht dat zich aandient te springen. Maar The Chair laat zien dat er meer achter schuilt dan overgevoeligheid. Hun strijd is er een tegen het status quo. Het status quo dat ervoor zorgt dat steeds grijzer wordende mannen de touwtjes in handen blijven hebben, zwarte professoren moeilijker aan een vaste benoeming geraken en vrouwen al te vaak pas hun kans krijgen aan de top als er eerst een crisis is uitgebroken. Hun strijd is er een voor een universiteit die het huidige studentenbestand weerspiegelt.

David Duchovny trekt, drie jaar na het laatste seizoen van The X-Files, nog eens zijn rode speedo aan.
David Duchovny trekt, drie jaar na het laatste seizoen van The X-Files, nog eens zijn rode speedo aan.© COURTESY OF NETFLIX

Dat is lastig, heel lastig. Maar The Chair is niet bang van delicate thema’s. Hoe de serie het nazi-incident afwikkelt, is daarvan het voorbeeld bij uitstek. Niemand gelooft dat professor Dobson een nazi is, nochtans zijn voornaamste bezorgdheid. De woede van de studenten is vooral gericht op hem als symbool van een generatie professoren die denken dat ze alles van zich af kunnen schudden. Vragen ze niet om zijn ontslag, dan volgen er generische excuses en verandert er niets. Vragen ze wel om zijn ontslag, dan volgen een rist krantenkoppen over of de woke slinger te ver is doorgeslagen. Je hoeft het er niet mee eens te zijn – daar laat The Chair genoeg ruimte voor – om te zien dat er meer nuance achter dit soort incidenten schuilt dan de berichtgeving over cancel culture doet vermoeden. In The Chair is de universiteitscampus geen schrikbeeld. Het is een plek die kreunt onder het gewicht van een eeuwenoude erudiete traditie, neoliberale budgettaire druk en een generatie idealistische studenten met weinig geduld.

De uitweg, zo lijkt de reeks te suggereren, is de weg die Ji-Yoon Kim bewandelt. Ze is het morele kompas van de reeks. In series als Grey’s Anatomy en Killing Eve was Sandra Ohs empathische menselijkheid al haar sterkte, in The Chair draagt het de reeks. In de comedy of errors die The Chair is, slaagt Kim erin pragmatisch te handelen in een wereld waarin iedereen principieel wil zijn. Ze verschilt zo weinig van Birgitte Nyborg in Borgen en Elizabeth II in de eerste twee seizoenen van The Crown, ook twee vrouwelijke leiders die pragmatisch blijven in een mannenbastion, gedomineerd door traditie en status. Empathie en nuance zijn de basis om uit deze maatschappelijke crisis te geraken, zo lijkt The Chair te willen zeggen. Bij alles ‘Cancel culture!’ blijven roepen gaat ons niet verder brengen.

The chair

Nu in Netflix

Heeft David Duchovny echt een academisch verleden?

In een poging om meer studenten aan te trekken, spoort de decaan Ji-Yoon Kim aan om David Duchovny, Mulder uit The X-Files, als celebrityprofessor aan boord te halen. Een ridicuul idee, tot Kim zijn Wikipediapagina checkt en merkt dat hij aan Princeton en Yale heeft gezeten, een thesis schreef over Samuel Beckett en ooit een academische carrière ambieerde.

Dat is niet eens zo ver gezocht. Duchovny haalde in 1982 écht een diploma Engelse literatuur aan Princeton met een thesis getiteld The Schizophrenic Critique of Pure Reason in Beckett’s Early Novels. Mét grootste onderscheiding. Vervolgens trok hij naar Yale, waar hij onder de gerenommeerde professor en literaire criticus Harold Bloom een doctoraat schreef over magie en technologie in moderne fictie en poëzie en op weg leek naar een ernstige academische carrière. Zijn doctoraat maakte hij evenwel nooit af: in 1988, op zijn 28e, kreeg hij een kleine rol in Twin Peaks. De rol werd het begin van zijn acteercarrière. Hij schreef wel nog vier romans, waarvan Holy Cow, zijn debuut, een New York Times-bestseller werd.

De reden voor zijn carrièreswitch? ‘Tijdens een seminarie van professor Bloom zat ik uit het venster te staren, toen hij een vraag stelde die ik niet snapte. Niemand zei iets, tot een van de studenten antwoordde: “Dat zou zijn als een wereld zonder adjectieven.” “Exact”, zei professor Bloom verrukt. “Exact.” Ik had geen flauw idee wat de vraag of het antwoord betekende. “Misschien is literatuur dan toch niets voor mij”, dacht ik. “Misschien moet ik gaan acteren.” En zo geschiedde.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content