‘Het spannendste in Jacques en Urbain op Wereldtournee? Een vogel die op het hoofd van Jacques kakt’

2 / 5
2 / 5

Programma - Jacques en Urbain op Wereldtournee

Wanneer en waar uitgezonden - Dinsdag 14.11, VTM, 21u55

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Wat ze zich herinneren van hun korte verblijf in Berlijn? Jacques Vermeire en Urbanus zitten aan een houten tafel met een blik Duits bier voor hun neus en noteren ijverig in hun schrift. Ons autoritteke, zegt Jacques. Het olympisch stadion. En dan vindt de spannendste gebeurtenis van de trip plaats. Een vogel kakt op het hoofd van Jacques. Waarop Urbain prompt de nu al legendarische oneliner poneert: ‘Ik heb ekik op uw kop gescheten.’ De drie mannen – Eric Goens is als maker, bedenker, organisator, reisleider en interviewer ook van de partij – moeten er smakelijk om lachen.

Omdat Urbain en Jacques vooral sant in eigen land zijn, neemt Goens hen mee op wereldreis. Geen idee waarom dat nodig is. Ik dacht dat het de bedoeling was dat we broeikasgassen zouden uitsparen in plaats van er meer te produceren door zeventigers dingen te laten doen waar ze nooit van droomden. Maar Goens heeft wilde plannen met Urbain en Jacques. Overal waar ze voet aan land zetten, geven ze een optreden. In Berlijn is dat in het kleinste theater van de stad, de Scheinbar. Voor het zover is, dompelt Goens de heren onder in de couleur locale in de hoop hen tot geniale vondsten te inspireren.

Maar Berlijn is niet een en al joligheid. Urbain en Jacques blijken een oorlogsverleden te delen. Urbains oom Maurice en de vader van Jacques brachten beiden de oorlog in een Berlijns werkkamp door. Veel weten ze er niet over omdat er amper over gesproken werd. Maar na hun bezoek aan Kamp Schöneweide moeten ze toch besluiten dat de oorlog hen waarschijnlijk geen goed heeft gedaan.

Zou het kunnen dat Goens bijklust als persoonlijke pr-adviseur van Conner Rousseau?

Na die bedenking propt Goens de zeventigers in een Trabant. Jacques achter het stuur, Urbain als commentator op de achterbank. Verder doen ze wat iedere Belg in het buitenland volgens Goens doet: een Belgisch café bezoeken. Geen idee waarom je daarvoor naar het buitenland moet, maar ik ben natuurlijk geen kenner. Vervolgens leren ze graffiti spuiten en spelen ze straatmuzikant in het Mauerpark.

En daar gebeurt opnieuw iets bizars. Nee, niet weer een schijtende vogel, maar wel de volledig toevallige verschijning van Conner Rousseau. Met een hand in de broekzak en de riem van zijn rugzak losjes over de schouder wandelt hij zo maar ineens voorbij.

Zou het kunnen dat Goens bijklust als persoonlijke pr-adviseur van deze jongeheer? Want Rousseau krijgt plots alle tijd om zijn grondige kennis van de Europese geschiedenis en politiek te etaleren. Nee, natuurlijk niet. U had toch geen diepgang verwacht? Conner toont zich als de volkse jongen die hij zo graag wil zijn. Hij vertelt gretig over alles wat hij weet over FC De Kampioenen en slaagt er zelfs in Jacques tot spontane verbazing te bewegen met de bewering dat zijn personage DDT zich in een aflevering outte als socialist. Qua personal branding kan dat alvast tellen.

Later is het aan Jacques en Urbain om aan hun personal branding te werken. Op het podium van de Scheinbar presenteren ze hun act. Urbain heeft het kort over het aantal tanden van zijn grootvader, Jacques trekt gekke bekken en speelt een voetballer na die een goal maakt. Wat in hun schriftje staat, waren ze blijkbaar al vergeten. Maar ze krijgen applaus en Jacques is blij dat in de Scheinbar alles kan. Goochelaars, mime, clowns, buiksprekers, nuttige idioten. ‘In Vlaanderen is alles stand-up’, zegt hij en zijn gezicht verraadt dat hij daar niet gelukkig mee is. Alsof hij de afslag van de Vlaamse humor op een bepaald moment toch gemist heeft. Gelukkig is er nog de rest van de wereld. Of niet?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content