Het Calikartel uit ‘Narcos’ spreekt: ‘Meer dan negentig procent van die reeks is fictie’
Volgens William Rodríguez Abadia, zoon van de leider van het Calikartel, laat de Netflix-reeks Narcos jongeren geloven dat het extreme geweld tussen de Colombiaanse drugskartels normaal is.
Na twee seizoenen over Pablo Escobar en zijn Medellin-kartel richtte de derde reeks van de Netflix-reeks Narcos zich op het Cali-kartel van Gilberto en Miguel Rodríguez Orejuela. De zoon van Miguel, William Rodríguez Abadia, is niet gelukkig met de reeks, vertelt hij deze week in Knack Focus.
‘Netflix gebruikt onze familiegeschiedenis voor exact hetzelfde doel als waarvoor mijn familie met die drugshandel is gestart: het grote geld. Wat is dan nog het verschil?’ vraagt Rodríguez Abadia zich af. Hij beweert dat meer dan 90 procent van de reeks fictie is. ‘David Rodríguez, het personage dat op mij geënt is, is een koelbloedige moordenaar voor het kartel, een gewetenloze psychopaat. Ik pleegde geen moorden voor mijn vader, ik was zijn advocaat.’
Volgens Rodríguez Abadia verheerlijkt Netflix de macht die met drugshandel gepaard gaat. ‘Dat ze met zulke verhalen jongeren overal ter wereld ertoe kunnen aanzetten het drugsmilieu te vervoegen, zal hun een zorg zijn. Wij Latino’s zijn ondertussen al meer dan dertig jaar gewend aan die maffia en hebben ermee moeten leren leven, maar ik vrees voor jongeren in Europa. Narcos leert hen dat het extreme kartelgeweld normaal is.’
Vier jaar lang verstopt
William Rodríguez Abadia behartigde naar eigen zeggen de juridische en politieke belangen van het drugskartel. ‘Ik kocht politici en rechters om. En ik kan je zeggen dat de meesten mijn steekpenningen accepteerden. Corruptie was in Colombia doodgewoon en voor zover ik weet, gebeurt het nog frequent.’
Jarenlang bleef hij met tegenzin in het kartel zitten. ‘[Eruit stappen] betekende zoveel als mijn familie nooit meer zien. Die stap heb ik nooit kunnen zetten, maar ik realiseerde me dat we finaal zouden verliezen.’
Uiteindelijk verliet hij het kartel in 1997, toen er een wet kwam waardoor Colombianen niet langer beschermd waren tegen deportatie naar Amerikaanse gevangenissen voor feiten na die datum gepleegd. ‘Toen in 2002 een opsporingsbevel tegen mij werd uitgevaardigd, heb ik me vier jaar lang verstopt. Ik verkaste elke maand naar een ander huisje op het platteland of in de jungle. Ik deed me voor als een advocaat die ziek was en nood had aan rust.’
Lees het volledige interview met William Rodríguez Abadia in onze +zone of in de Knack Focus van 14 november.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier