‘F*** You Very, Very Much’, de Vlaamse ‘Fleabag’: ‘Vijf jaar geleden had dit misschien niet gekund’

Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Alles in F*** You Very, Very Much voelt heel erg nu, heel erg snel en heel erg filterloos. ‘Vijf jaar geleden had dit in Vlaanderen misschien niet gekund.’

‘Het ding is: mijn leven voelt alsof ik ergens ben waar ik niet met de wifi kan connecten. En die wifi heeft dan ook nog een superdebiele naam die niemand grappig vindt en waar ge dus eigenlijk niet mee wilt connecten. Gelijk… Bifi. Snapt ge?’

De absurde trailer had het al duidelijk gemaakt. De eerste aflevering onderstreept het nog eens: F*** You Very, Very Much is niet je doorsnee Vlaamse tv-reeks. Het verhaal is dat van An – ’totale kutnaam’ – een jonge dertiger, gespeeld door Frances Lefebure, die zich afvraagt of ze wel het juiste lief en het juiste werk heeft en haar leven dan maar drastisch overhoop gooit. Maar vooral de uitwerking daarvan hebben we hier nog niet eerder gezien. Iedereen praat in onrealistisch scherpe oneliners. Er wordt in de camera gesproken en geflashbackt naar de oertijd. Er wordt geknipt naar de huiskamer van de kijker, waar Gène Bervoets dingen zegt als: ‘Ik zou die Frances Lefebure wel eens willen titsen.‘ En alles voelt heel erg nu, heel erg snel en heel erg filterloos.

Mijn eerste indruk van Evelien was: een miepje, iemand die eruitziet alsof ze bij Laïs kan gaan zingen. Ik mag dat zeggen, want ik was zelf ook een miepje.

De werktitel was naar verluidt An_Aal.

Dat deed al het een en ander vermoeden.

Er vallen wel wat referenties aan te halen. Fleabag bijvoorbeeld, om de meest nadrukkelijke te noemen. Ook het absurdisme van Buiten de zone en de tempodialogen van Gilmore Girls en The Marvelous Mrs. Maisel lijken hun invloed niet te hebben gemist. Maar F*** You Very, Very Much lijkt zich vooral in een geheel eigen universum af te spelen. De hand van Bert Scholiers, die de reeks schreef en samen met Jonas Govaerts regisseerde, is daarin duidelijk. (Of toch voor mensen die Charlie en Hannah gaan uit hebben gezien , de surreële zwart-witfilm die Scholiers drie jaar geleden maakte en die zich in exact hetzelfde universum leek af te spelen.) Maar het zijn vooral de vrouwen die de reeks kleur geven. Frances Lefebure, Evelien Bosmans en Daphne Wellens spelen drie vriendinnen, waarbij je aan alles voelt dat ze ook in het echte leven vriendinnen zijn. Het is precies die dynamiek waar de reeks op drijft. Misschien is dat wel waar F*** You Very, Very Much nog het meest on-Vlaams in is: het is een reeks over vrouwen zonder dat het daarom een vrouwenreeks is.

Er schuilt een Fleabag in Frances Lefebure
© Charlie De Keersmaecker

F*** You Very, Very Much voelt als het project van een vriendengroep. Is dat ook hoe de reeks ontstaan is?

Frances Lefebure: De reeks heeft een vrij lange aanloop. Daphne Wellens, Evelien Bosmans en ik, de drie hoofdactrices, zijn al beste vriendinnen sinds onze studententijd.

Daffy, Bossy en Frans, las ik.

Lefebure: Of Franniebev, zo noemen ze me soms ook. (lacht) Soit, een jaar of zeven geleden hebben Daphne en ik auditie gedaan voor een film van Bert Scholiers. Ik weet niet of je hem al ooit gesproken hebt, maar Bert is een heel raar figuur. Hij ziet er heel funny en witty uit, bijna als een personage van Woody Allen, en hij spreekt plat Limburgs, maar met de snelheid van een Spanjaard – hij is geboren in Ecuador. Héél bevreemdende combinatie, maar het klikte. We bleken een liefde te delen voor Woody Allen en de mumblecore-films van Noah Baumbach en Greta Gerwig (regisseurs van respectievelijk Marriage Story en Lady Bird , nvdr.). Bert is ook het soort vriend dat voortdurend filmtips en reeksen doorstuurt. Uiteindelijk heeft dat geleid tot Charlie en Hannah gaan uit, zijn debuutfilm, met rollen voor Daphne, Evelien en mij.

Een paar jaar geleden liepen Daphne en ik met het idee rond een reeks te maken met drie vrouwelijke hoofdpersonages. We waren er al semi aan begonnen toen bleek dat Bert met hetzelfde idee speelde. Hij vindt de dynamiek tussen ons drie nogal speciaal en wilde daar iets mee doen. We hebben dan maar beslist de handen in elkaar te slaan. Bert heeft een pitch bedacht, we zijn ermee naar Caviar en het toenmalige Vier gestapt en kregen meteen groen licht.

Het is dus Berts reeks, maar ook die van ons. Daphne was betrokken bij de writers’ room als klankbord voor Bert – en als pain in the ass. Op de set was er veel meer mogelijk, net omdat we elkaar zo goed kenden en de personages al in ons zaten. Onze inbreng was veel groter dan bij andere tv-reeksen, waar je pas je opwachting maakt nadat je het in de auditie van tien andere meisjes hebt gehaald. Dit voelt veel meer als een persoonlijk project.

Misschien een banale vraag, maar waar gaat F*** You Very, Very Much eigenlijk over?

Lefebure: Dat vind ik zelf dus ook moeilijk om te benoemen. De perstekst heeft het over ‘de worsteling van dertigers in tijden van Tinder en tofu’, wat een heel goed geschreven zin is, maar niet zo heel veel zegt. Het gaat over een jonge vrouw die jaren in ontkenning heeft geleefd voor wat de maatschappij van haar verwacht en op een bepaald moment ontploft. Waarbij ze gelukkig het vangnet van haar vriendengroep heeft. Voor mij is dat laatste waar de reeks écht over gaat: een vriendschap tussen drie mensen in deze tijden. Denk ik.

Ik vind het eigenlijk makkelijker om te zeggen wat F*** You Very, Very Much níét is. Het is geen ‘Waar zijt gij eigenlijk mee bezig?’-reeks. Dat is een mop in onze vriendengroep. Je moet er maar eens op letten: heel veel reeksen lopen volgens hetzelfde stramien. Iemand maakt een puinhoop van zijn leven. Dan volgt er een moment waarop een vertrouwensfiguur hem of haar streng toespreekt met de woorden: ‘Waar zijt gij eigenlijk mee bezig?’ Na die confrontatie met zichzelf krijgt het hoofdpersonage een catharsis, brengt het zijn zaakjes weer op orde en volgt er een mooie moraal. Wel, dat soort reeks is F*** You Very, Very Much dus níét . Het is eerder een trip.

Er schuilt een Fleabag in Frances Lefebure
© Charlie De Keersmaecker

Fleabag is een duidelijke referentie – en niet alleen omdat je net als Phoebe Waller-Bridge vaak recht in de camera praat.

Lefebure: Dat zou kunnen. Helemaal in het begin heeft Bert ons Fleabag doorgestuurd als referentie. We hebben dat allemaal meteen gebinged. Geniale reeks. Zeker het tweede seizoen, wanneer er ook een emotionele laag bij komt. Maar toen we Bert met veel enthousiasme gingen bedanken voor de tip, bleek dat hij na één aflevering gestopt was. Hij vond het niet zo goed. (lacht) Er zal dus wel invloed zijn, maar de Vlaamse Fleabag is F*** You Very, Very Much zeker niet.

Er schuilt een Fleabag in Frances Lefebure
© Charlie De Keersmaecker

Elke aflevering wordt er naar de huiskamer geknipt, waar een koppel commentaar geeft op de reeks. Is dat een knipoog naar het gezin met de strijkende moeder in Buiten de zone?

Lefebure: Ik heb het Bert nooit gevraagd, maar ik vermoed van wel. Het kan bijna niet anders.

Gilmore Girls is volgens mij ook een inspiratie geweest. De dialogen in die reeks zijn niet normaal. Zo slim. Zo goed. Ze primeren op al de rest. En toen ik laatst I May Destroy You zag, voelde ik ook een zekere verwantschap. De vriendschappen in die reeks zijn veel destructiever, maar ook daar geloofde ik dat de personages echte vrienden waren.

Het valt wel op hoe zelden je een vrouwenvriendschap op tv te zien krijgt. Er is een omvangrijke traditie van fictie over en door mannelijke vrienden, van De Parelvissers tot Callboys. Vrouwenvriendschappen krijgen veel minder schermtijd, zo lijkt het.

Lefebure: Je hebt Sex and the City. Je hebt Girls. En dan is het inderdaad zoeken. Heel vaak gaat het dan ook niet echt over die vrouwen, maar staan ze in functie van de mannen op wie ze verliefd worden. Dat vind ik zo cool aan onze reeks. Er zijn veel mannenpersonages. Goede mannenpersonages ook. Maar het gaat niet over hen. Zij zijn de aangevers. Laat de bechdeltest (een film of reeks slaagt daarvoor als er minstens twee vrouwelijke personages met een naam in voorkomen die bovendien met elkaar praten over een ander onderwerp dan mannen, nvdr.) op F*** You Very, Very Much los, en we komen er goed uit.

‘Befkes’ komt van BFF’s. En ‘zalibef’ betekent gewoon ‘zalig’. Het scenario leest alsof een avondje met ons drieën in een dialoog gegoten is.

Ik heb soms wel het gevoel dat er in het echte leven ook gewoon minder van dat soort vriendschappen zijn. Rond mijn twintigste ging ik ervan uit dat iedere vrouw een hechte groep vriendinnen had. Doorheen de jaren heb ik gemerkt dat dat niet helemaal klopt. Ik ga niet zeggen dat Evelien, Daphne en ik een unieke vriendschap hebben, maar ondertussen heb ik wel door dat niet iedereen dat kent.

Hoe kennen jullie elkaar eigenlijk?

Lefebure: We zijn tegelijk begonnen aan de opleiding woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen. Sinds de eerste dag al zijn we onafscheidelijk.

Weet je nog wat je eerste indruk van hen was?

Lefebure: Die herinner ik me nog, ja. Evelien was wat wij een miepje noemden. Bloemenkleedjes, bruine laarsjes, opgestoken haar. Iemand die eruitziet alsof ze bij Laïs kan gaan zingen. Ik mag dat zeggen, want ik was zelf ook een miepje. (lacht) Zij kwam van de kunstschool, ik kwam van de steinerschool. Instantklik.

Met Daphne verliep het iets moeizamer. Bij onze allereerste ontmoeting zaten we samen op de gang te wachten voor de jury bij het ingangsexamen. Er hing een heel zenuwachtige stilte. Tot ik plots riep: ‘Nu weet ik waar ik u van ken! Spring!’ Dat was goed bedoeld. Ik was een fan van Spring. Maar ik denk niet dat zij het op dat moment zo zag. Als je aan het Conservatorium begint, heb je nog dat irritante idee dat commerciële projecten not done zijn. Haar eerste indruk was dus: ik haat die chick. Maar later is het toch goedgekomen, toen ze eenmaal doorhad dat ik alsnog een goed mens was.

Er schuilt een Fleabag in Frances Lefebure
© Charlie De Keersmaecker

Die eerste jaren hebben we samen in Antwerpen op kot gezeten. Later zijn Evelien en Daphne toneelschool gaan doen in Maastricht en zijn we meer onze eigen weg gegaan. Maar we zijn altijd elkaars kernploegje gebleven. Al dertien jaar ondertussen.

Heb je daar een verklaring voor?

Lefebure: Ik denk dat het ermee te maken heeft dat wij niet het soort vriendinnen zijn dat elkaar met raad en daad bijstaat bij relatieproblemen of carrièredilemma’s. We zeggen nooit dingen als ‘Ik denk dat je beter dít zou doen’ – of toch niet ongevraagd. Ieder zoekt haar eigen pad. Er is nul oordeel. We hebben geen verwachtingen. De vriendschap is onvoorwaardelijk. Volgens mij is dat de sleutel.

Hoe autobiografisch is F*** You Very, Very Much eigenlijk?

Lefebure: Niet. Bert heeft zich laten inspireren door onze vriendinnengroep – en door zijn Antwerpse vriendenkring. Maar alles is door elkaar geklutst. Het gaat niet over onze echte levens.

De reeks lijkt nochtans een spel te spelen met wat fictief en wat echt is. Evelien Bosmans, een actrice uit Mol, speelt een actrice uit Olen, het dorp ernaast. Boris Van Severen, je vriend in het echte leven, speelt je ex.

Lefebure: Boris erbij halen was mijn idee. Een dikke, vette break-up met hem spelen, ik vond dat funny. (lacht) Maar voor alle duidelijkheid: de echte Boris lijkt in niets op mijn ex in de reeks. Niemand van de cast lijkt op zijn personage.

Nogmaals: F*** You Very, Very Much is geen autobiografische serie. Het enige wat wel echt is, is de sfeer en de dynamiek tussen ons drie. En ons lingo: dat zit er ook wel in. Als je het scenario leest, lijkt het bijna alsof een avondje met ons drieën in een dialoog gegoten is.

De reeks zit vol woorden als ‘befkes’ en ‘zalibef’. Dat komt van jullie?

Lefebure: Ja. ‘Befkes’ komt van BFF’s. Daphne en Evelien zijn mijn befkes. En ‘zalibef’ betekent gewoon ‘zalig’. Dat gaat terug op onze studententijd. We hebben een West-Vlaamse vriendin die ‘zalig’ als ‘zalih’ uitsprak, ‘bef’ is gewoon een betekenisloos achtervoegsel dat we achter heel veel woorden plakken.

In de eerste aflevering krijgt An, jouw personage, te horen dat ze een ‘uitgeboemde kop’ heeft. Is dat ook zo’n woord?

Lefebure: (lacht) Nee, dat was een tikfout. Bert wilde in het scenario schrijven dat mijn personage een uitgewoonde kop had. Wat een hele grove, maar niet ongebruikelijke manier is om te zeggen dat je eruitziet alsof je vijf keer per week uitgaat. Alleen: hij had per ongeluk ‘uitgeboomd’ geschreven, wat ik op een rare manier véél grappiger vond.

In dezelfde scène wordt je personage omschreven als iemand met ‘een megaheet lijf, maar wel met een pornokop’. Heeft iemand…

Lefebure: Niemand heeft dat ooit echt tegen mij gezegd, nee. (lacht) Ik vond dat zelf ook heftig om te lezen in het scenario, maar Bert heeft me verzekerd dat het op iemand anders gebaseerd is. Hij vond het gewoon grappig om iemand dat te laten zeggen. Hele goede scène ook.

Ik was wel aangenaam verrast dat een reeks als F*** You Very, Very Much vandaag ook in ons land gemaakt kan worden. Denk je dat dat vijf jaar geleden ook had gekund?

Lefebure: Misschien in Vlaanderen niet, nee. Hoogstens op Canvas. En het zou er zeker moeilijker door geraakt zijn, denk ik.

Zijn het interessantere tijden geworden om tv te maken?

Lefebure: Het is dubbel. Er kan meer, ja. Zeker voor actrices zijn er meer mogelijkheden. Maar tegelijk heb ik ook de indruk dat er minder mag. Er zijn veel meer gevoeligheden. Voor een reeks als deze was die politieke correctheid lastig om mee om te gaan.

Bewijst een reeks als F*** You Very, Very Much, die niet bepaald binnen de lijntjes kleurt, niet dat er nog altijd heel veel kan?

Lefebure: Tijdens het maken hebben we daar toch mee geworsteld. We hebben veel gediscussieerd over bepaalde woorden en of ze wel of niet konden. De meningen liepen nogal uiteen. Alles kan gevoelig liggen en ik ben niet meer mee met wat er wel of niet kan. Een personage dat een seksistische grap maakt: is dat kwetsend? Een scheldwoord gebruiken dat naar een ziekte verwijst: is dat oké? Ik wil geen mensen voor de borst stoten, maar ik vind dat supermoeilijk en ik word er zelfs een klein beetje opstandig van.

Is de wokebeweging in de fictiewereld niet vooral dat: een onderzoek? Gaat het niet in de eerste plaats over dat nadenken en bijleren, waarbij de dingen straks wel helder zullen worden?

Lefebure: Laat het dan maar een onderzoek zijn, ja. Maar dan moeten we ondertussen misschien niet van elk ding een oorlog maken. Ik ben helemaal voor open communicatie en erover praten. Maar met elke week een nieuwe rel gaan we er niet raken.

Over gevoeligheden gesproken: klopt het dat de reeks oorspronkelijk An_Aal zou heten?

Lefebure: (lacht) Zeer zeker. Om eerlijk te zijn: dat vind ik nog altijd een betere naam dan F*** You Very, Very Much. Het hoofdpersonage heet An. Tijdens de dronken nacht waarin haar leven ontspoort, verandert ze haar Instagram-naam in ‘An underscore Aal’. Plus: de reeks bestaat uit de annalen van drie vrienden. An_Aal hield gewoon steek. De reeks heeft ook altijd zo geheten. Maar de zenders stonden er niet voor te springen.

Is daar een vergadering over geweest en was je daarbij?

Lefebure: (lacht) Ik vermoed dat er een vergadering geweest is, ja, maar helaas was ik er niet bij. Er zijn nog een paar honderd andere namen geweest. De reeks heeft een tijdje Banaal geheten, maar dat was te saai. Mijn favoriet was When Shit Hits An. Dat beeld klopt voor mij helemaal: alles rondom haar wordt besmet door haar shit. Voor Vlaanderen was dat misschien één denkstap te ver geweest, maar mocht F*** You Very, Very Much straks een groot internationaal succes worden, dan ga ik die titel toch nog eens voorzichtig opwerpen.

F*** You Very, Very Much

Vanaf 1/8 in Streamz.

Frances Lefebure

Geboren op 10 september 1988 in Gent.

Studeert woordkunst aan het Antwerpse Conservatorium.

Te zien in Tom & Harry (Eén), Nieuw Texas (Eén), Spitsbroers (VTM), Amigo’s (VTM) en Studio Tarara (VTM).

Presenteert ook Hotel Römantiek (Vier) en Make Belgium Great Again (VTM) en is al twee seizoenen jurylid in De slimste mens.

Er schuilt een Fleabag in Frances Lefebure
© Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content