Tom Dice heeft nu al de verdienste dat we dit jaar gespaard zullen blijven van jammerklachten over vriendjespolitiek en de oproepen om niet meer deel te nemen aan het songfestival.
Dinsdag 25/5, één
Tom Dice heeft nu al de verdienste dat we dit jaar gespaard zullen blijven van de voorspelbare jammerklachten over Oost-Europese vriendjespolitiek en de al even voorspelbare oproepen om in de toekomst niet meer deel te nemen aan het songfestival.
In de special van De Rode Loper in de aanloop naar de eerste halve finale van het Eurovisiesongfestival maakte een Britse journalist enig voorbehoud bij de kansen van Tom Dice. De André Vermeulen van over het Kanaal vond de Belgische song oké maar hij vroeg zich toch af of het allemaal niet ‘een beetje te diepzinnig’ zou zijn om door te stoten naar de finale. Nu goed, als je de Britse inzending – die rechtstreeks was geplaatst voor de eindronde – hebt gehoord, kun je de man wel ergens snappen: vergeleken met That Sounds Good To Me van Josh lijkt de tekst van Me and My Guitar immers door Ludwig Wittgenstein geschreven. Maar zijn opmerking zei natuurlijk meer over het festival in zijn geheel, waar een mooi maar toch erg eenvoudig liedje over een jongen en zijn gitaar al diepzinnig kan worden genoemd.
Hoe moet het dan gesteld zijn met de andere deelnemers, vroegen we ons af toen de Brit aan het woord was, en we kregen bijzonder snel een antwoord op die vraag. De eerste halve finale trapte namelijk af met de kandidatuur uit Moldavië, een act die erin slaagde alles wat wij tegelijk afgrijselijk én geweldig vinden aan het Eurovisiesongfestival te verenigen: een halfbakken disconummer, een bizarre act compleet met onhoorbare viool en playbacksaxofoon en een blonde zangeres die zong in een schabouwelijk steenkool-Engels, waardoor je als luisteraar eigenlijk enkel bij de titel de taal kon herkennen. Die titel was trouwens Run Away, en meer hoefde je over de song ook niet te weten.
De Moldavische draak raakte echter vreemd genoeg wel door de halve finale, net als de inzending van Griekenland, dat vijf mannen van middelbare leeftijd naar Oslo had afgevaardigd. De vijf droegen een nauwsluitend wit katoenen pak met daaronder lederen laarzen en brachten een soort stamper gebaseerd op een Helleens klinkend gsm-riedeltje. Blijkbaar is Griekenland niet alleen op financieel vlak failliet. We hopen dat Tom Dice, die bewees dat je noch een beat noch een gimmick nodig hebt om door te stoten, in de eindstrijd op zijn minst Moldavië en Griekenland achter zich kan laten.
Hoe hij het er echter ook van afbrengt, Dice heeft nu al de verdienste dat we dit jaar gespaard blijven van de voorspelbare jammerklachten over Oost-Europese vriendjespolitiek die na de vorige festivals telkens weer te horen waren, en de al even voorspelbare oproepen om in de toekomst niet meer deel te nemen. Grappig genoeg zijn diegenen die na de afgang van Kate Ryan, Ishtar en de anderen het luidst riepen dat het tijd werd dat ons land voorgoed weg bleef van ‘dat onnozele liedjescircus’, er nu als de kippen bij om de kwalificatie van Dice te bewieroken als heeft hij eigenhandig het imago van België in Europa gered. Op dat vlak is er niets veranderd: als het over het Eurovisiesongfestival gaat, is er weinig plaats voor nuance en relativering.
Stefaan Werbrouck
Wat vond u van de halve finale? Laat het weten!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier